Rijden en bediening151Waarschuwingen m.b.t. hoge
uitstoot
Bij een storing in de emissieregeling
verschijnen er verschillende berich‐
ten op het Driver Information Center.
De berichten en de beperkingen zijn wettelijk vereist.
1. Als een storing voor het eerst wordt gedetecteerd, verschijnt de
waarschuwing Emissiestoring.
Daarbij lichten controlelampjes
u , C en Z op en klinkt er een
geluidssignaal. Doorrijden is
zonder enige beperkingen moge‐
lijk.
Als het een tijdelijke storing is,
verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit, na zelfdi‐
agnose van de emissieregeling.
2. Als de storing wordt bevestigd door de emissieregeling,
verschijnt het volgende bericht:
Emissiestoring: starten
geblokkeerd over 1100 km .
Daarbij lichten controlelampjes
u , C en Z op en klinkt er een
geluidssignaal.Onderweg verschijnt het bericht
elke 30 seconden zolang als de
storing aanhoudt.
3. Bij het bereiken van het laatste waarschuwingsniveau verschijnt
het volgende waarschuwingsbe‐
richt:
Emissiestoring: Starten
geblokkeerd
Daarbij lichten controlelampjes
u , C en Z op en klinkt er een
geluidssignaal.
Roep de hulp in van een werk‐
plaats.
AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor
selectieve katalysatorreductie
beschadigd raken.
Let op
Gebruik wanneer er op een pomp‐ station geen pomp met een vulpis‐
tool voor personenauto's beschik‐
baar is alleen AdBlue-flessen of -
jerrycans met een afgedichte tank‐
adapter om bij te tanken, om terug‐
spatten en morsen te voorkomen en
om ervoor te zorgen dat de dampen uit de tank worden opgenomen en
niet eruit stromen. AdBlue in flessen
of jerrycans is verkrijgbaar bij veel
pompstations en is te koop bij bijv. Opel dealers en andere detailhan‐
delaars.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum
ervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
Let op
Vul de AdBlue-tank zoveel dat er
minstens 5 l in zit om ervoor te
zorgen dat het nieuwe AdBlue-peil
wordt geregistreerd.
Als het systeem het bijtanken van
AdBlue niet detecteert:
152Rijden en bediening1. Rijd gelijkmatig gedurende10 min. en zorg daarbij dat de
rijsnelheid hoger is dan 20 km/h.
2. Als het systeem detecteert dat er
AdBlue bijgetankt is, verdwijnen
de actieradiuswaarschuwingen
of -beperkingen i.v.m. AdBlue.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het systeem nog steeds niet
detecteert dat er AdBlue bijgetankt
is.
Bij het bijtanken van AdBlue bij
temperaturen van minder dan
-11 °C wordt dit wellicht niet door het systeem gedetecteerd. Parkeer de
auto in dat geval op een locatie met
een hogere buitentemperatuur
totdat de AdBlue weer vloeibaar wordt.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.Tank de AdBlue-tank helemaal vol.
Doe dit als het waarschuwingsbericht over het voorkomen van opnieuw
starten van de motor al is versche‐
nen.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulopening voor AdBlue zit achter
de tankvulklep, rechtsachter op de
auto.
De tankvulklep kan alleen bij een
ontgrendelde auto worden geopend.
1. Sleutel uit contactslot verwijde‐ ren.
2. Sluit alle portieren om ammonia‐ dampen in het interieur te voorko‐
men.
3. Ontgrendel de tankvulklep door tegen de klep te duwen 3 214.
4. Schroef de beschermdop los van
de vulpijphals.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op tot deze leeg is of totdat er niets meer uit de jerry‐can stroomt. Dit kan zo'n
5 minuten duren.
8. Zet de jerrycan op de grond om de
slang te laten leeglopen, wacht
15 seconden.
9. Schroef de slang van de vulpijp.
10. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Rijden en bediening153Let op
Voer de AdBlue-jerrycan volgens de
lokale milieuregels af. De slang kan
worden hergebruikt na doorspoelen met water voordat de AdBlue
opdroogt.Automatische
versnellingsbak
geëlektrificeerd
Deze auto is een extern oplaadbarehybride auto. De auto heeft een
verbrandingsmotor en een automati‐
sche versnellingsbak met geïnte‐
greerde elektromotor voor elektrisch
rijden en opladen van de accu bij
decelereren en remmen van de auto.
Ook kan de accu worden opgeladen
met behulp van een kabel, bijv. via
een huishoudstopcontact of open‐
bare oplaadstations. De versie met aandrijving op alle wielen heeft een
tweede elektromotor voor de
achteras.SchakelenP:parkeerstand, de voorwielen
zijn geblokkeerd, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaat en de parkeerrem is
aangetrokkenR:achteruitversnelling, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaatN/P:neutrale standD/B:automatische modus / auto‐
matische modus met eenpe‐
daalbediening
Tijdens het schakelen geen gas
geven. Gas- en rempedaal nooit
gelijktijdig bedienen.
266Service en onderhoudHet systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale corro‐ siewering en vorstbescherming tot
een temperatuur van ca. -28 °C. In
koude regio's met extreem lage
temperaturen biedt de af fabriek
bijgevulde koelvloeistof vorstbe‐
scherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen
3 149.
276Technische gegevensInhouden
MotorolieMotorB12xHTD16XHTA16DTHD15DTD15DTHD20DTHA16NHTinclusief filter [l]3,54,253,753,953,955,24,25tussen MIN en MAX [l]1,07)1,51,61,61,21,27) Nog niet beschikbaar bij het ter perse gaan van deze publicatie.
Brandstoftank
Benzine / diesel, tankinhoud [I]53Benzine (hybride auto), tankinhoud [I]43
AdBlue-tank
AdBlue, tankinhoud [I]17
Hoogspanningsaccu
Accucapaciteit [kWh]13,2
Klantinformatie281REACH
Registration, Evaluation, Authorisa‐
tion and Restriction of Chemicals (REACH) is een EU-verordening ter
verbetering van de bescherming van
de volksgezondheid en het milieu
tegen de risico's die mogelijk uitgaan
van chemische stoffen. Ga naar
www.opel.com voor nadere informa‐
tie en voor inzage in de Artikel 33-
communicatie.
Reparatie ongevalsschade
Lakdikte
Afhankelijk van productietechnieken
kan de dikte van de laklaag variëren
tussen 50 en 400 µm.
Een verschil in de lakdikte is daarom
geen aanwijzing voor een reparatie
na een ongeval.
Software-update
Het Infotainmentsysteem kan gese‐
lecteerde software-updates via een
draadloze verbinding downloaden en
installeren.Let op
De beschikbaarheid van deze
draadloze boordsoftware-updates
varieert per auto en land. Ga voor
meer informatie naar onze website.
Internetverbinding
Voor het draadloos downloaden van
boordsoftware hebt u internetconnec‐
tiviteit nodig, via een met wachtwoord
beveiligde Wi-Fi Hotspot, bijv. via een mobiele telefoon.
Raadpleeg om het Infotainmentsys‐
teem met een hotspot te verbinden de handleiding Infotainment.
Updates
Het systeem vraagt u bepaalde upda‐ tes te downloaden en te installeren.
Er is ook een optie om handmatig op
updates te controleren.
Selecteer om handmatig te controle‐
ren op updates Instellingen op het
beginscherm, Software-informatie en
dan Systeemupdate . Volg de aanwij‐
zingen op het scherm.Let op
De stappen voor het downloaden en
installeren van updates kunnen per
auto variëren.
Let op
Tijdens het installeren werkt de auto mogelijk niet.
Gedeponeerde handelsmerkenApple Inc.
Apple CarPlay™ is een handelsmerk
van Apple Inc.
App Store ®
en iTunes Store ®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Apple Inc.
iPhone ®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.
282KlantinformatieGoogle Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Velcro Companies
Velcro ®
is een gedeponeerd handels‐
merk van Velcro Companies.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegevens die ze
ontvangen, bijv. van boordsensoren of die ze zelf genereren of onderling
uitwisselen. Sommige regeleenhe‐
den zijn vereist voor een veilige
werking van uw auto, andere bieden
ondersteuning tijdens het rijden
(bestuurdersondersteuningssyste‐
men) of verzorgen comfort- of info‐
tainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐vens voor bediening van de auto.
Deze gegevens omvatten: ● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, vertraging, dwars‐
versnelling, draaisnelheid
wielen, aanduiding "veiligheids‐
gordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens
van voorbijgaande aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van
de auto zelf verwerkt. Vaak maken
regeleenheden gebruik van gege‐
vensopslag (zo ook de autosleutel).
Dit om tijdelijke of permanente opslag
mogelijk te maken met betrekking tot
de autoconditie, de belasting van
componenten, de onderhoudsvereis‐
ten en technische gebeurtenissen en storingen.
286TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 142
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............265, 269
Aanduidingen op banden ..........242
Aanhangerkoppeling ..................216
Aanhangerstabilisatie ................220
Aanhanger trekken ....................217
Aansteker .................................... 89
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 222
Accu ........................................... 228
Accumeter .................................... 92
Achterklep..................................... 30
Achterlichten .............................. 233
Achterruitverwarming ................... 42
Achteruitkijkcamera ...................199
Achteruitrijlichten .......................123
Actieve noodrem ................102, 181
Adaptieve cruise control .....102, 172
AdBlue ................................ 100, 149
Afmetingen auto ........................275
Afslagverlichting ......................... 118
Airbag deactiveren ....................... 62 Airbag-deactivering ...................... 96
Airbag en gordelspanners ...........95
Airbaglabel.................................... 57
Airbagsysteem ............................. 57
Airconditioning ........................... 128Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 139
Alarmknipperlichten ...................121
Algemene informatie .................. 216
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 141
All-wheel drive ........................... 159
Andere auto slepen ...................257
Antiblokkeersysteem .................160
Antiblokkeersysteem (ABS) .........98
Armsteun ................................ 52, 53
Asbakken ..................................... 89
Autogegevens ............................ 269
Autokrik....................................... 240
Automatische bediening van elektrische parkeerrem uit .........98
Automatische botsingsmelding (ACN) ...................................... 114
Automatische dimfunctie .............40
Automatische verlichting ............ 117
Automatische versnellingsbak ...155
Automatische versnellingsbak geëlektrificeerd ........................ 153
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 256
Auto stallen ................................. 223
Autostop ............................. 101, 145