Page 115 of 293

Instrumenten en bedieningsorganen113Alleen ontgrendeling achterklep:
Activeert of deactiveert de
ontgrendeling van alleen de
achterklep bij het indrukken van
T op de afstandsbediening.
Elektrisch bedienbare
achterklep : Activeert of deacti‐
veert het openen of sluiten van
de elektrische achterklep.
Handsfree elektrisch openen van achterklep : Activeert of deacti‐
veert de functie.
● Beveiliging
Weergave adviessnelheid : Acti‐
veert of deactiveert de snelheids‐ limietinformatie middels
verkeersbordherkenning.
Active safety brake : Activeert of
deactiveert de actieve noodrem
en de frontaanrijdingswaarschu‐
wing; de gevoeligheid van het
waarschuwingssysteem is aan te
passen.
Buitensp. afstellen bij
inschakelen achteruit : Past de
buitenspiegels aan bij inschake‐ ling van de achteruitversnellingvoor een beter zicht op het trot‐
toir.
Driver Alert : Activeert of deacti‐
veert de vermoeidheidsdetectie.
Ruitenwisser achter bij
inschakelen achteruit : activeert
of deactiveert automatische
inschakeling achterruitwisser bij
inschakelen achteruitversnelling.
● Rijverlichting
Bochtverlichting : Activeert of
deactiveert de functie.
● Comfortverlichting
Follow me home-verlichting : Acti‐
veert of deactiveert de functie en
past de duur aan.
Instapverlichting : Activeert of
deactiveert de functie en past de
duur aan.
Sfeerverlichting : Past de helder‐
heid van de sfeerverlichting aan.Rijfuncties
Í indrukken.
Kies Besturingsfuncties .
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Park Assist : Activeert geavan‐
ceerde parkeerhulp, waarna een
parkeermanoeuvre te selecteren
is.
● Dodehoekbewaking : Activeert of
deactiveert de dodehoekdetec‐ tie.
● Panoramazichtsysteem : Active‐
ring / deactivering van de functie.
Page 129 of 293

Klimaatregeling127KlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............127
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................127
Airconditioning ......................... 128
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 131
Hulpverwarming ......................136
Parkeerverwarming .................136
Luchtroosters ............................. 137
Verstelbare luchtroosters ........137
Vaste luchtroosters ..................138
Koeling handschoenenkastje ..138
Onderhoud ................................. 138
Luchtinlaat ............................... 138
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 139
Service .................................... 139Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien à
● achterruit- en buitenspiegelver‐ warming b
● stoelverwarming ß
Verwarmbare achterruit b 3 42.
Verwarmbare buitenspiegels b 3 39.
Verwarmde stoelen ß 3 52.
Temperatuur
Temperatuur aanpassen door £ op
de gewenste temperatuur te draaien.rode zone:warmerblauwe zone:kouder
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l:naar de voorruit en de voorste
zijruitenM:naar hoofdhoogte via de verstel‐ bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid Pas de luchtopbrengst aan door Z op
de gewenste snelheid te draaien.
rechtsom:versnellenlinksom:vertragen
Page 130 of 293

128KlimaatregelingOntwasemen en ontdooien
● Druk op à: de lucht wordt in de
richting van de voorruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur £ in hoogste stand zetten.
● Aanjagersnelheid Z op hoogste
stand zetten.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Achterruit-, voorruit- en buitenspie‐
gelverwarming b 3 42.
Verwarmde stoelen ß 3 52.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien à
● koeling A/C
● luchtrecirculatie 4
● achterruit- en buitenspiegelver‐ warming b
● voorruitverwarming ,
● stoelverwarming ß
Verwarmbare achterruit b 3 42.
Verwarmbare buitenspiegels b 3 39.
Voorruitverwarming , 3 43.
Verwarmde stoelen ß 3 52.
Sommige aanpassingen van de
instellingen verschijnen korte tijd op
het Info-Display. Het led-lampje in de
desbetreffende knop geeft de geacti‐
veerde functie aan.
Temperatuur
Temperatuur aanpassen door £ op
de gewenste temperatuur te draaien.
rode zone:warmerblauwe zone:kouder
Page 133 of 293

Klimaatregeling131● Voorruitverwarming , inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Let op
Als à wordt ingedrukt terwijl de
motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op à
wordt gedrukt.
Als à wordt ingedrukt terwijl de
motor in een Autostop is, zal de
motor automatisch herstarten.
Stop/Start-systeem 3 145.
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Dankzij de twee zones van de
klimaatregeling kunt u de tempera‐
tuur aan de bestuurders- en passa‐
gierskant voorin afzonderlijk regelen.
In de automatische modus worden
temperatuur, luchtdebiet en luchtver‐
deling automatisch geregeld.
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur bestuurderszijde £
● met MENU gaat u naar het menu
Klimaatinstelling op het Info- Display
● luchtdebiet Z
● automatische modus AUTO
● temperatuur passagierszijde voorin £
● koeling A/C
● handmatig bediende luchtrecir‐ culatie 4
● ontwasemen en ontdooien à
● achterruit- en buitenspiegelver‐
warming b
● voorruitverwarming ,
● stoelverwarming ß
● stoelventilatie A
Achterruitverwarming Ü 3 42.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 39.
Verwarmde stoelen ß 3 52.
Geventileerde stoelen A 3 52.
Het led-lampje in de desbetreffende
knop geeft de geactiveerde functie
aan.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Ga na of de zonnesensor van het
elektronisch klimaatregelsysteem
niet afgedekt 3 10 is.
Page 196 of 293

194Rijden en bedieningHet systeem detecteert geen onre‐
gelmatigheden in het wegdek, bijv.
op bouwterreinen. De bestuurder
neemt de verantwoordelijkheid op
zich.
Blindehoeksysteem
De dodehoekdetectie detecteert en
meldt objecten die zich, binnen een
bepaalde dode hoek, aan weerszij‐
den van de auto bevinden. Het
systeem geeft een visueel alarm visu‐ eel in elke buitenspiegel bij het detec‐
teren die in de binnen- en buitenspie‐ gels mogelijk niet zichtbaar zijn.
Het dodehoeksysteem maakt gebruik van sommige sensoren van de
geavanceerde parkeerhulp in de
voor- en achterbumper aan beide
zijden van de auto.9 Waarschuwing
Het dodehoeksysteem ontslaat de
bestuurder niet van zijn/haar plichtom zelf te kijken.
Het systeem detecteert geen:
● auto's die zich buiten de dode hoeken bevinden, en die moge‐lijk snel naderen
● voetgangers, fietsers of dieren Controleer voordat u van rijstrook
verandert altijd alle spiegels, kijk
over uw schouder en gebruik de richtingaanwijzer.
Inschakelen
7'' Colour-Info-Display: kies Dode‐
hoekbewaking op het Info-Display en
activeer de functie.
8'' Colour-Info-Display: druk op Í.
Kies Besturingsfuncties op het Info-
Display gevolgd door Dodehoekbe‐
waking . Activeer de functie.
B brandt continu groen op de instru‐
mentengroep om aan te geven dat
het systeem geactiveerd is.
Werking
Wanneer het systeem tijdens het
vooruitrijden een voertuig in een dode hoek detecteert, gaat een led-lampje
in de desbetreffende buitenspiegel
branden.
Het led-lampje gaat bij detectie van
het voertuig onmiddellijk branden.
Wanneer u zelf langzaam inhaalt,
gaat het led-lampje met vertraging branden.
Page 199 of 293

Rijden en bediening197Het gebied achter de auto wordt
weergegeven op het scherm. De verticale lijnen geven de breedte vande auto aan met de spiegels uitge‐
klapt. De lijnen buigen met het stuur‐
wiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand
van de achterbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐
den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.Zicht voor
Het gebied vóór de auto wordt weer‐
gegeven op het scherm. De verticale
lijnen geven de breedte van de auto
aan met de spiegels uitgeklapt. De
lijnen buigen met het stuurwiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand van de voorbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐ den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.Auto-modus
Deze modus is standaard geacti‐
veerd. Als de auto tijdens een
parkeermanoeuvre een obstakel
nadert, wordt op basis van informatie van de parkeersensoren in de achter-
of de voorbumper automatisch over‐
geschakeld van een achteraanzicht
of een vooraanzicht naar een boven‐
aanzicht.
Ingezoomde weergave
De camera registreert de omgeving
van de auto tijdens het parkeren om
een bovenaanzicht van de achter- of
voorzijde van de auto en het omrin‐
gende gebied te creëren.Zo kunt u de
auto langs obstakels in de buurt
manoeuvreren. Deze weergave is
beschikbaar in de auto-modus of in
het menu voor Weergavekeuze.
180°-weergave
De 180°-weergave maakt het uitpar‐
keren gemakkelijker, omdat u nade‐
rende voertuigen, voetgangers en
fietsers kunt zien. Het wordt afgera‐
den deze weergave te hanteren voor
een complete parkeermanoeuvre. De
weergave bestaat uit drie gebieden:
link 1, midden 2 en rechts 3. De weer‐ gave is alleen te kiezen in het menu
voor weergavekeuze.
Page 241 of 293
Verzorging van de auto239Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringenkast achter een afdekking
in het instrumentenpaneel aan de
linkerzijde. Open de afdekking en
verwijder deze door de pal in te druk‐
ken.
Afhankelijk van de versie zijn er
verschillende uitvoeringen van de
zekeringenkast instrumentenpaneel:Nr.Stroomkring1Elektronisch sleutelsysteem /
diefstalalarmsysteem4Stop/Start-systeem5Geavanceerde parkeerhulp /
camera / regelmodule trans‐
missie7Versterker8Achterruitwisser10Centrale vergrendeling11Centrale vergrendeling13Diefstalalarmsysteem16Elektrische stuurbekrachtiging18BTA-module21Interieurverlichting22Verlichting handschoenenkastje23Dodehoeksysteem / verstelling
buitenspiegels / inductief
opladen24Elektrische eenheid stuurkolom25Achteruitkijkspiegel26GordelwaarschuwingNr.Stroomkring27Camera / regensensor / automa‐
tische verlichting28USB / Infotainment31Airbag33Elektrische aansluiting voorin36Infotainment
Page 277 of 293
Technische gegevens275Afmetingen autoLengte [mm]4478Breedte zonder buitenspiegels [mm]1841Breedte met twee buitenspiegels ingeklapt [mm]1970Breedte met twee buitenspiegels [mm]2098Hoogte (zonder antenne) [mm]1623Lengte vloer bagageruimte [mm]876Lengte bagageruimte met tweede zitrij neergeklapt [mm]1869Breedte bagageruimte [mm]1053Hoogte bagageruimte bij achterklep [mm]997Wielbasis [mm]2675Diameter draaicirkel [m]10,5