78Externe apparatenAudio streaming via Bluetooth
Via streaming kunt u draadloos
muziek op uw smartphone beluiste‐
ren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 85.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de weergave
mogelijk starten op de smartphone.
Stel eerst het volume in op uw smart‐ phone (op een hoog niveau). Stel
daarna het volume in op het Infotain‐
mentsysteem.
Bestandsindelingen
Het audiosysteem biedt ondersteu‐
ning voor verschillende bestandsfor‐
maten.
Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
USB- of Bluetooth-apparaat aanslui‐
ten 3 77.Als het apparaat is verbonden/aange‐
sloten, maar de erop opgeslagen
muziekbestanden niet worden afge‐
speeld:
Druk op b, selecteer SOURCES
gevolgd door de desbetreffende bron.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
AfspeelfunctiesAfspelen onderbreken en hervatten
Druk op 5 om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in
4 .
Druk op 4 om het afspelen te hervat‐
ten.Vorige of volgende track afspelen
Tip P of Q aan.Snel vooruit en achteruit gaan
Houd P of Q ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐ dus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐
tie van de huidige track aangeeft naar links of rechts verplaatsen.Tracks in willekeurige volgorde afspe‐ len
Selecteer OPTIES en tik herhaalde
malen op het pictogram Willekeurig:
j : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in willekeurige volg‐
orde afspelen.
k : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in normale volgorde
afspelen.Tracks herhalen
Selecteer OPTIES en tik herhaalde
malen op het pictogram voor Repeat
n om een van de volgende opties
te selecteren:
● tracks in actuele lijst (album, artiest et cetera) herhalen
● tracks in actuele lijst (album, artiest et cetera) eenmaal afspe‐
len
● tracks in actuele lijst (album, artiest et cetera) in normale volg‐
orde afspelen
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen op een USB-
apparaat bekijken.
Externe apparaten79Afbeeldingenweergave activeren
USB-apparaat aansluiten 3 77.
Als er al een apparaat is aangesloten, maar de afbeeldingenweergave is
niet actief:
Tik op d, selecteer Beheer foto's en
kies de gewenste map en afbeelding.
Tik op het scherm om de menubalk
weer te geven.
Vorige of volgende afbeelding
weergeven
Tip f of g aan.
Diavoorstelling starten of stoppen
Selecteer 4 om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling te bekijken.
Tik op 5 om de diavoorstelling te
beëindigen.
Smartphone-applicaties gebruiken
Telefoonweergave
De smartphone-applicaties Apple
CarPlay en Android Auto geven de
geselecteerde apps van uw smart‐
phone weer op het Info-Display. U
kunt ze bedienen met de bedienings‐ elementen van het Infotainmentsys‐
teem.
Controleer bij de fabrikant van het apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
Smartphone voorbereiden
iPhone ®
: Controleer of Siri ®
op uw
telefoon is geactiveerd.Android-telefoon: Download op
Google Play™ de Android Auto-app
naar uw telefoon.
De smartphone verbindeniPhone
Sluit de telefoon aan op de USB-poort 3 77.
Als de telefoon al via Bluetooth is
verbonden, wordt de Bluetooth-
verbinding bij aansluiting van de tele‐
foon op de USB-poort en activering
van de Apple CarPlay verbroken. Na
het verbreken van de aansluiting op
de USB-poort wordt de telefoon weer via Bluetooth verbonden.Android-telefoon
Verbind de telefoon via Bluetooth
3 85 en sluit de telefoon vervolgens
aan op de USB-poort 3 77.
Telefoonweergave starten
Als de telefoonweergave niet auto‐
matisch start, tik dan op a gevolgd
door Apple CarPlay of Android Auto .
Het getoonde telefoonweergave‐ scherm is afhankelijk van uw smart‐
phone en de softwareversie.
84TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen...............84
Bluetooth-verbinding ....................85
Bediening ..................................... 86
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................88Algemene aanwijzingen
De telefoonfunctie biedt u de moge‐ lijkheid om via een microfoon en deluidsprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het Info‐
tainmentsysteem van de auto de
belangrijkste functies van de mobiele telefoon te bedienen. Om de telefoon‐
functie te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon een Bluetooth-
verbinding hebben met het Infotain‐
mentsysteem.
Niet alle functies van de telefoon
worden door elke mobiele telefoon
ondersteund. Welke telefoonfuncties
bruikbaar zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover kunt u in de bedieningshand‐ leiding van uw mobiele telefoon
vinden. U kunt hierover ook informa‐
tie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn doordat
uw concentratie afneemt tijdens
het telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de
bepalingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in
sommige gebieden gelden op en
zet uw mobiele telefoon uit als
Telefoon85mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op
http://www.bluetooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Een apparaat koppelen
Tijdens het koppelen wordt de
pincode uitgewisseld tussen Blue‐
tooth-apparaten en Infotainmentsys‐
teem waarna een verbinding wordt
gemaakt tussen de apparaten en het
Infotainmentsysteem.
Opmerkingen
● Twee gekoppelde Bluetooth- apparaten zijn tegelijkertijd te
verbinden met het Infotainment‐
systeem. Het ene apparaat in de
handsfreemodus en het andere
in de audiostreamingmodus, zie
beschrijving van de Bluetooth-
profielinstellingen verderop.
Het is echter niet mogelijk om
twee apparaten te gebruiken die
allebei in de handsfree-modus
staan.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.Een nieuw apparaat koppelen
1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Druk op a en tik vervolgens op
Bluetooth zoeken .
Er wordt gezocht naar alle Blue‐
tooth-apparaten in de naaste
omgeving.
3. Selecteer het te koppelen Blue‐ tooth-apparaat in de getoonde
lijst.
4. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
Infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐
steund:
Op het Infotainmentsysteem: er verschijnt een bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐ tooth-apparaat in te voeren.
86TelefoonOp het Bluetooth-apparaat:voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
Het Infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
5. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestig zo
nodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
Handeldingen op gekoppelde
apparaten
Druk op a, selecteer TEL gevolgd
door Bluetooth-verbinding .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Bluetooth-profielinstellingen wijzigen
Tik op % naast het gekoppelde appa‐
raat van uw keuze.Activeer of deactiveer de gewenste
profielinstellingen en bevestig uw
instellingen.
Een gekoppeld apparaat verbinden Apparaten die gekoppeld zijn maar
niet zijn verbonden worden aange‐
duid met een X.
Selecteer het gewenste apparaat om
een verbinding te maken.
Een apparaat loskoppelen
Het apparaat dat op dat moment is
verbinden wordt aangeduid met W.
Selecteer het apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Tik op f in de rechterbovenhoek van
het scherm om f-pictogrammen
naast de gekoppelde apparaten te tonen.
Tik op f naast het Bluetooth-appa‐
raat dat u wilt verwijderen en bevestig
het getoond bericht.Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Telefoon87Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daarom
kan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 85.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Voer een telefoonnummer in met het toetsenblok in het hoofdmenu tele‐
foon.
Bij invoer van cijfers verschijnen
corresponderende vermeldingen in
de contactenlijst in alfabetische volg‐
orde.
Tik op de gewenste lijstvermelding
om een telefoongesprek te starten.
Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐
boekposten afkomstig uit het verbon‐
den Bluetooth-apparaat.
Selecteer Contacten om de contac‐
tenlijst te bekijken.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Tik op OPTIES
gevolgd door < om de volgorde te
wijzigen.
Tik op S of R om door de lijst te
bladeren.
Tik op * om een contact te zoeken
via het toetsenbord.
Tik op r gevolgd door de desbe‐
treffende letter om een contact te
zoeken op basis van de eerste letter.Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer - naast het contact
gevolgd door de gewenste optie.
88TelefoonBelhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Gesprekkenlijst om de
oproepgeschiedenis te bekijken.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprekAls bij een inkomende oproep een
audiomodus actief is, bijv. de radio- of
USB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de beller.
Tik op w om het gesprek aan te
nemen.
Tik op x om het gesprek af te wijzen.
Tik op 5 om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op 4 om het gesprek te
hervatten.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐
tiveren en 0 te laten verschijnen.
Druk nogmaals op 0 om de stilte‐
functie te annuleren.
Tik op t om het gesprek voort te
zetten via de mobiele telefoon (rugge‐ spraakstand). Tik nogmaals op t om
het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐
ken standaard in de wacht zetten.
Om deze functie te activeren moet u
op OPTIES tikken gevolgd door o
totdat de functie is geactiveerd.
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
90TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............78
Afbeeldingsbestanden ..................77
Afbeelding via USB activeren .......78
Algemene aanwijzingen .........60, 84
Algemene informatie ..............77, 81
Bluetooth ................................... 77
DAB ........................................... 75
Infotainment-systeem ................60
Smartphone-applicaties ............77
Telefoon .................................... 84
USB ........................................... 77
Antidiefstalfunctie ........................61
Audio afspelen .............................. 78
Audiobestanden ........................... 77
Audio via USB activeren ...............78
Automatisch volume .....................70
B Balance......................................... 69
Basisbediening ............................. 67
Bediening...................................... 86 Externe apparaten ....................77
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 86
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................62
Stuurwiel ................................... 62
Bedieningspaneel Infotainment ....62Beeldscherm
helderheid aanpassen ...............70
taal wijzigen............................... 70
Bel Beltoon ...................................... 86
Functies tijdens het gesprek .....86
Inkomend gesprek ....................86
Telefoongesprek initiëren ..........86
Beltoon ......................................... 86
Beltoonvolume .......................... 70
Bestandsindelingen ......................77
Afbeeldingsbestanden ..............77
Audiobestanden ........................77
Bluetooth Algemene informatie .................77
Apparaat aansluiten ..................77
Bluetooth-verbinding .................85
Koppelen ................................... 85
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 78
Telefoon .................................... 86
Bluetooth-verbinding ....................85
C
Contacten ..................................... 86