34Navigatiehotel, enz.) wordt de route vanaf de
huidige locatie tot de geselecteerde
bestemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Opmerkingen
TMC-verkeersinformatiesysteem en dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem
ontvangt van de TMC-radiozenders alle actuele verkeersinformatie. Deze
informatie wordt gebruikt bij het bere‐ kenen van de volledige route. Daarbij wordt de route zo gepland dat
verkeersknelpunten volgens de
vooraf ingestelde criteria worden
omzeild.
Om de TMC-verkeersinformatie te
kunnen gebruiken moet het systeem
TMC-zenders in de relevante regio
ontvangen.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
infotainmentsysteem opgeslagen.Kaartupdates zijn verkrijgbaar zijn
verkrijgbaar bij een Opel Service
Partner of op het klantenportaal
myOpel. Voor het downloaden van de kaartupdates van het Opel klanten‐
portaal hebt u een myOpel account
en een USB-stick met ten minste
16 GB geheugen en de indeling
FAT 32/MBR nodig.
Download de kaartgegevens, sla
deze op een pc op en pak de gege‐
vens uit op de USB-stick.
Update de kaartgegevens in het Info‐
tainmentsysteem door de USB-stick
aan te sluiten op het Infotainmentsys‐ teem. Selecteer dan de navigatie‐
functie en volg de stappen op het Info-
Display.
De installatie van de kaartupdate kan
tot een uur duren. Schakel de motor
tijdens het installeren niet uit.
Tijdens het installeren werken
sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem, bijv. de navigatiefunc‐ tie, niet.Gebruik
Informatie op de kaartweergave Druk op c om de navigatiekaart weer
te geven voor het gebied rond de
actuele locatie.Routebegeleiding niet actief
● De kaart wordt weergegeven.
● De actuele locatie wordt aange‐ duid met een pijl.
● De naam van de weg/straat waarop u momenteel rijdt,
verschijnt onder aan de kaart‐
weergave.
50Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op
http://www.bluetooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Een apparaat koppelen
Tijdens het koppelen wordt de
pincode uitgewisseld tussen Blue‐
tooth-apparaten en Infotainmentsys‐
teem waarna een verbinding wordt
gemaakt tussen de apparaten en het
Infotainmentsysteem.
Opmerkingen
● Twee gekoppelde Bluetooth- apparaten zijn tegelijkertijd te
verbinden met het Infotainment‐
systeem. Het ene apparaat in de
handsfreemodus en het andere
in de audiostreamingmodus, zie
beschrijving van de Bluetooth-
profielinstellingen verderop.
Het is echter niet mogelijk om
twee apparaten te gebruiken die
allebei in de handsfree-modus
staan.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.Een nieuw apparaat koppelen
1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Als er al een Bluetooth-apparaat is aangesloten:
Druk op a, selecteer OPTIES,
selecteer Bluetooth-verbinding en
tik vervolgens op * Zoeken .
Als er geen Bluetooth-apparaat is aangesloten:
Druk op a en tik vervolgens op
Bluetooth zoeken .
Er wordt gezocht naar alle Blue‐
tooth-apparaten in de naaste
omgeving.
3. Selecteer het te koppelen Blue‐ tooth-apparaat in de getoonde
lijst.
4. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Telefoon53Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐ boekvermeldingen uit het verbonden
Bluetooth-apparaat en alle contacten
uit het navigatiesysteem.
Selecteer Contacten gevolgd door
het gewenste lijsttype.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Raak < aan
om de volgorde te wijzigen.
Tik op een letter op de schuifbalk,
S of R, om de lijst door te bladeren.
Tik op Zoeken om een contact te
zoeken via het toetsenbord.Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer - naast het contact
gevolgd door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 29, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als bij een inkomende oproep een
audiomodus actief is, bijv. de radio- of USB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het
gesprek wordt beëindigd.Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller.
Tik op w om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op 5 om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op 4 om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
56TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 38
Afbeeldingen weergeven ..............31
Afbeeldingsbestanden ..................29
Afbeelding via USB activeren .......31
Algemene aanwijzingen .....6, 33, 49
Algemene informatie ..............29, 46
Bluetooth ................................... 29
DAB ........................................... 26
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 33
Smartphone-applicaties ............29
Telefoon .................................... 49
USB ........................................... 29
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 30
Audiobestanden ........................... 29
Audio via USB activeren ...............30
Automatisch volume .....................20
B Balance......................................... 19Basisbediening ............................. 16
Bediening...................................... 51 Externe apparaten ....................29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51Bedieningselementen
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............20
taal wijzigen............................... 20
Begeleiding .................................. 42
Bel Beltoon ...................................... 51
Functies tijdens het gesprek .....51
Inkomend gesprek ....................51
Telefoongesprek initiëren ..........51
Beltoon ......................................... 51
Beltoonvolume .......................... 20
Bestandsindelingen ......................29
Afbeeldingsbestanden ..............29
Audiobestanden ........................29
Bluetooth Algemene informatie .................29
Apparaat aansluiten ..................29
Bluetooth-verbinding .................50
Koppelen ................................... 50
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 30
Telefoon .................................... 51
Bluetooth-verbinding ....................50
C Contacten ............................... 38, 51
57DDAB FM-DAB-links ............................ 26
Datum instellen ..................................... 20
Digital Audio Broadcasting ...........26
Display-instellingen....................... 31
Displaytaal wijzigen ......................20
E Equalizer....................................... 19
F
Fabrieksinstellingen ......................20
Fader ............................................ 19
G
Gebruik ....................... 12, 24, 34, 47
Bluetooth ................................... 29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51
USB ........................................... 29
Geluidsinstellingen .......................19
Gesproken begeleiding ................34
H
Het navigatiesysteem activeren ...34I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Invoer van de bestemming ..........38
K Kaarten ......................................... 34
Koppelen ...................................... 50
L
Lijst met afslagen.......................... 42
M Menubediening ............................. 16
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................54
Mute.............................................. 12
N Navigatie Bestemmingsinvoer................... 38
Contacten .................................. 38
Huidige locatie........................... 34 Kaart manipuleren .....................34
Kaartupdate .............................. 33
Kaartvenster .............................. 34
Lijst met afslagen ......................42
Recente bestemmingen ............38
Rit met viapunten ......................38
Routebegeleiding ......................42TMC-stations (verkeersinfor‐
matiekanalen) ..................... 33, 42
Verkeersincidenten ...................42
Nuttige plaatsen............................ 38
O
Oproepenhistorie ..........................51
Overzicht bedieningselementen .....8
P Persoonlijke instellingen ...............20
Privacy-instellingen....................... 20
Profielinstellingen .........................20
R
Radio Afstemmen op zender ...............24
Configureren DAB .....................26
Configureren van RDS ..............26
DAB-berichten ........................... 26
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 26
Frequentiebereik selecteren .....24
Gebruik...................................... 24
Inschakelen ............................... 24
Radio Data System (RDS) ........26
Regio-instelling.......................... 26
Regionaal .................................. 26
Voorkeuren................................ 24
Zender zoeken .......................... 24
58Zenders oproepen.....................24
Zenders opslaan .......................24
Radio activeren............................. 24
Radio Data System ...................... 26
RDS .............................................. 26
Regio-instelling ............................. 26
Regionaal ..................................... 26
Rit met viapunten.......................... 38
Routebegeleiding .........................42
S Selectie van frequentiebereik .......24
Smartphone .................................. 29
Telefoonweergave ....................32
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 32
Software bijwerken .......................20
Spraakherkenning ........................46
Stemherkenning ........................... 46
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 30
Systeeminstellingen...................... 20
T Telefoon Algemene informatie .................49
Bluetooth ................................... 49
Bluetooth-verbinding .................50
Contacten .................................. 51
Een nummer invoeren ...............51
Functies tijdens het gesprek .....51Hoofdmenu Telefoon ................51
Inkomend gesprek ....................51
Oproepenhistorie ......................51
Telefoonboek ............................ 51
Telefoon activeren ........................51
Telefoonboek ................................ 51
Telefoonweergave ........................32
TMC-stations (verkeersinforma‐ tiekanalen)................................. 33
Tijd instellen ..................................... 20
Tijd en datum aanpassen .............20
U USB Afbeeldingenmenu USB ............31
Algemene informatie .................29
Apparaat aansluiten ..................29
Audiomenu USB........................ 30
V
Verkeersincidenten .......................42
Volume Automatisch volume ..................20
Beltoonvolume .......................... 20
Gesproken instructies ...............20
Mutefunctie................................ 12
Volume aanraakpiep .................20
Volume instellen ........................12
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............20Volume aanraakpiep ....................20
Volume gesproken instructies ......20
Volume-instellingen ......................20
Voorkeuren Zenders oproepen .....................24
Zenders opslaan .......................24
Z Zenders oproepen ........................24
Zenders opslaan ........................... 24
Inleiding631).......................................... 64
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
2 Info-Display
Het startmenu verschijnt
door het scherm met 3
vingers aan te raken
3 h
Menu Klimaat openen mits beschikbaar, zie Gebrui‐
kershandleiding
4 c
Navigatieapp weergeven
wanneer
telefoonweergave actief is ....79
5 b
Audiomenu openen:
Radio ..................................... 73
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 776 a
Telefoonmenu openen ..........86
Telefoonweergavescherm
weergaven wanneer
telefoonweergave actief is ....79
7 d
Menu voor afbeeldingen openen .................................. 78
8 _
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleidingAfstandsbediening op stuurwiel
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met A..... 64
Lang indrukken: stiltefunctie
2 c / d
Volgende/vorige
voorkeursstation
selecteren bij actieve radio ...73
of volgend(e) / vorig(e)
track / afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................77
64Inleidingof volgende / voorgaande
vermelding selecteren in
stationslijst, medialijst,
gesprekslijst /
contactenlijst indien
geactiveerd via stuurbe‐
dieningsknoppen
Selectie bevestigen met A
3 A
Geselecteerd item bevestigen
of stationslijst, medialijst openen
4 e
Stiltefunctie activeren /
deactiveren ........................... 64
5 Y / Z
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 6
Kort indrukken: oproep
aannemen
Lang indrukken: oproep
weigeren, gesprek
beëindigen ............................ 86of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............86
Indien telefoongesprek
actief: menu actief
gesprek openen
7 Y
Kort indrukken:
geïntegreerde
spraakherkenning activeren
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren van Apple
CarPlay™ of Android™
Auto bij telefoonverbinding met USB-poort ......................82Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 62
● het aanraakscherm 3 67
● audioknoppen op het stuurwiel 3 62
● de spraakherkenning 3 81
Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op ). Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.