184Rijden en bedieningm groen op en wordt de ingestelde
snelheid aangegeven. U kunt het
gaspedaal loslaten.
Het is mogelijk te versnellen door gas
te geven. Na het loslaten van het
gaspedaal wordt opnieuw de opge‐
slagen snelheid aangehouden.
De cruisecontrol blijft ingeschakeld
tijdens het schakelen.
Snelheid verhogen
Houd, terwijl de cruisecontrol actief is, het stelwiel naar RES/+ gedraaid of
draai het meerdere malen kort naar RES/+ : de snelheid loopt continu of in
kleine stappen op.
U kunt ook tot de gewenste snelheid
accelereren en deze opslaan door het
stelwiel naar SET/- te draaien.
Vertragen
Houd, terwijl de cruisecontrol actief is, het stelwiel naar SET/- gedraaid of
draai het meerdere malen kort naar SET/- : de snelheid neemt continu of
in kleine stappen af.
Functie deactiveren Druk op y; controlelampje m in de
instrumentengroep brandt wit.
Op het Uplevel-display wordt m wit.
De cruisecontrol wordt gedeacti‐ veerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft voor
later hervatten van de snelheid in het geheugen.
Automatisch uitschakelen:
● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingestelde
snelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De schakelhendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
● Parkeerrem is ingeschakeld. ● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt de cruisecontrol gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 30 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt nu over‐
genomen.
190Rijden en bediening
De geselecteerde afstand tot voorlig‐
ger wordt aangegeven via de
afstandsbalken in de adaptieve crui‐
secontrol-pagina.
Let erop dat de instelling voor afstand tot voorligger wordt gedeeld met de
gevoeligheid van het alarm van de frontaanrijdingswaarschuwing
3 195.
Voorbeeld: Als stand 3 (ver) is gese‐
lecteerd, wordt de bestuurder sneller
gewaarschuwd vóór een mogelijke
aanrijding, ook als de adaptieve crui‐
secontrol niet geactiveerd of inge‐
schakeld is.
9 Waarschuwing
De bestuurder neemt de volledige
verantwoordelijkheid voor het
aanhouden van de juiste volgaf‐
stand op basis van het verkeer,
het weer, het zicht en de plaatse‐
lijke regelgeving. Indien de situatie
zulks vereist, moet de afstand tot
voorligger worden aangepast of
het systeem worden uitgescha‐
keld.
Detectie van voorligger
Het controlelampje voorligger gede‐
tecteerd A verschijnt wanneer het
systeem een voorligger heeft gede‐
tecteerd. Afhankelijk van de rijsnel‐
heid ligt het bereik van de sensoren
tussen 25 en 150 m.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 195.
Als dit symbool niet verschijnt of
slechts korte tijd oplicht, zal de adap‐ tieve cruisecontrol niet reageren op
voorliggers.
Functie deactiveren De bestuurder deactiveert de adap‐
tieve cruisecontrol wanneer:
● y wordt ingedrukt.
● Het rempedaal wordt ingetrapt.
● Het koppelingspedaal langer dan
vier seconden wordt ingetrapt.
● De keuzehendel van de automa‐ tische versnellingsbak in standN wordt gezet.
Het systeem wordt ook automatisch
gedeactiveerd wanneer:
● De auto optrekt tot een snelheid hoger dan 190 km/u of afremt tot
een snelheid lager dan 55 km/u.
Een auto met een automatische
versnellingsbak tot stilstand komt
en het systeem niet binnen
5 minuten wordt gedeactiveerd.
● Het Traction Control-systeem is gedeactiveerd of werkt.
313Bekleding.................................... 280
Beladingsinformatie .....................92
Beslagen lampglazen ................142
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 183
Beveiliging van de auto ................37
Binnenspiegels ............................. 42
Binnenverlichting ...............143, 251
BlueInjection ............................... 170
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................258
Boordinformatie .........................126
Brandstof .................................... 222
Brandstofmeter .......................... 108
Brandstof voor benzinemotoren 222
Brandstof voor dieselmotoren ...223
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................99
Buitenverlichting .........................134
C Centrale vergrendeling ................25
Claxon ................................... 13, 96
Conformiteitsverklaring ...............299
Contactslotstanden ....................158
Controlelampen ..................106, 110
Controle over de auto ................158
Controles .................................... 234
Cruise control ....................116, 183D
Dagrijlicht ................................... 138
Dagteller .................................... 107
Dak ............................................... 46
Dakbelasting ................................. 92
Dakdrager .................................... 92
DEF ............................................ 170
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 240
Dieseluitlaatvloeistof ...................170
Dimlicht of grootlicht ...................134
Dodehoeksysteem ......................211
Driepuntsgordel ........................... 60
Driver Information Center ...........117
E Elektrisch bediende ruiten ...........43
Elektrische aansluitingen ...........101
Elektrische handrem ...........113, 178
Elektrische parkeerrem defect ....113
Elektrische stoelverstelling ..........53
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 251
Elektronische rijprogramma's ....175
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...114
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 181Elektronische
stabiliteitsregeling UIT .............114
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............148
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............303
Event Data Recorders (EDR) .....308
F
FlexOrganizer .............................. 86
Frontaal airbagsysteem ...............65
Frontaanrijdingswaarschuwing ...195
G Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..307
Geluidssignalen .........................126
Gereedschap ............................. 258
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................90
Gloeilamp vervangen ................241
Gordels ......................................... 59
Gordelverklikker ......................... 111
Gordijnairbagsysteem .................. 66
Groot licht .......................... 116, 137
Grootlichtassistentie ...........116, 135
H
Halogeenkoplampen .................241
Handbediende ruiten ...................43
315QQuickheat ................................... 154
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 311
REACH ....................................... 303
Regelbare instrumentenverlichting ...........142
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 308
Remassistentie .......................... 179
Rem- en koppelingssysteem .....112
Rem- en koppelingsvloeistof ......284
Remmen ............................ 177, 237
Remvloeistof .............................. 238
Reservewiel ............................... 270
Richtingaanwijzers ............110, 140
Ruiten ........................................... 42
Rijgedrag en aanhangertips ......226
Rijregelsystemen ........................180
Rijverlichting ........................ 12, 116
S Schakelen ........................... 113, 174
Schakelhendel ............................ 174
Selectieve katalysatorreductie ....170
Service ............................... 156, 283
Service-display .......................... 109
Service-informatie ...................... 283
Sjorogen ...................................... 86Slepen................................ 226, 276
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................265
Snelheidsbegrenzer ...........117, 185
Snelheidsmeter .......................... 106
Software-update .........................307
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................237
Startbeveiliging ....................40, 115
Starten en bediening ..................158
Starthulp gebruiken ...................274
Stoelpositie .................................. 50
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........59
Stoelverwarming, voor ..............57
Stop/Start-systeem .....................163
Storing ....................................... 175
Storingsindicatielampje .............112
Stroomonderbreking ..................176
Sturen ......................................... 158
Stuurbedieningsknoppen .............95
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 95
Symbolen ....................................... 4T
Tanken ....................................... 224
Te laag brandstofpeil .................115
Toerenteller ............................... 108
Topsnelheid ................................ 259
Traction Control .........................180
Traction Control-systeem UIT..... 114
Trekhaak............................. 226, 227
Trekstang.................................... 226
Typeplaatje ................................ 288
U
Uitlaatfilter................................... 168
Uitlaatgassen ............................. 168
Uitrol-brandstofafsluiter .............163
Uitstapverlichting .......................144
Uplevel-display ........................... 117
USB-poort ................................... 101
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 265
Vaste luchtroosters ....................155
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................59
Veiligheidsnet .............................. 89
Velgen en banden .....................259
Ventilatie ....................................... 57
Verbanddoos ............................... 91
Vergrendelingssysteem ...............37