Waarschuwingslampje Wat het betekent
STORING LANCIA CODE SYSTEEM
Het waarschuwingslampje (of symbool voor versies met multifunctioneel herconfigureerbaar display) gaat
branden, bij sommige versies verschijnt ook een speciaal bericht op het display, om een storing van het
Lancia CODE-systeem aan te geven.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Lancia Servicenetwerk.
STORING BUITENVERLICHTING
Het waarschuwingslampje (of symbool voor versies met multifunctioneel herconfigureerbaar display) gaat
branden, en er verschijnt een speciaal bericht op het display, wanneer er een storing is vastgesteld van een
van de volgende lampen: dagverlichting (DRL) (voor bepaalde versies/markten), stadslicht,
richtingaanwijzers, mistachterlichten, kentekende ruitenwissers/-sproeier en de achterruitwisser en
-sproeier.verlichting, remlichten (alleen voor versies met multifunctioneel display).
De storing kan de volgende oorzaken hebben: een of meer lampen doorgebrand, de betreffende zekering
doorgebrand of elektrische verbinding onderbroken.
REMBLOKSLIJTAGE
Het waarschuwingslampje (of symbool voor versies met multifunctioneel herconfigureerbaar display) gaat
branden, bij sommige versies verschijnt ook een speciaal bericht op het display, indien de voorste
remblokken zijn versleten. Laat ze in dat geval zo snel mogelijk vervangen.
KOPPELINGSPEDAAL INTRAPPEN
Dit symbool gaat branden om aan te duiden dan het koppelingspedaal ingedrukt moet worden om het
starten in te schakelen.
62
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
SYMBOLEN EN BERICHTEN OP HET DISPLAY
Symbolen en berichten Wat het betekent
KANS OP GLAD WEGDEK
(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies voorzien van herconfigureerbaar multifunctioneel display verschijnen er een
bericht en een symbool op het display wanneer de buitentemperatuur 3°C of lager
bedraagt.
BELANGRIJK Bij een storing van de buitentemperatuursensor, worden streepjes i.p.v.
temperatuurwaarden op het display weergegeven.
UITSCHAKELING ASR-SYSTEEM
Het ASR-systeem kan uitgeschakeld worden door op de knop ASR OFF te drukken.
Bij versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display, wordt bij uitschakeling van het
systeem een bericht en een symbool op het display weergegeven; tegelijk gaat ook de led
op de ASR OFF knop branden.
OMSCHAKELING BENZINE/AARDGAS
(voor bepaalde versies/markten)
Lampje brandt permanent: werking op aardgas.
Lampje is uit: werking op benzine.
Het symbool wordt weergegeven, samen met een speciaal bericht, als er een storing is in
het aardgassysteem.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met het Lancia Servicenetwerk, en rijd
verder op benzine
66
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Symbolen en berichten Wat het betekent
START&STOPSYSTEEM INSCHAKELEN/
UITSCHAKELENStart&Stopsysteem inschakelen
Er verschijnt een bericht op het display wanneer het Start&Stop-systeem wordt
ingeschakeld.
In deze omstandigheid is de led op
de knop ,die zich op het bedieningspaneel op het
dashboard bevindt, uit.
Start&Stopsysteem uitschakelen
De uitschakeling van het Start & Stopsysteem wordt aangegeven met een bericht op het
display en, bij versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display, door het verschijnen
van het
symbool .
De led boven de
knop brandt wanneer het systeem is uitgeschakeld.
STORING START&STOP SYSTEEMEen storing van het Start&Stopsysteem wordt aangegeven met een bericht op het display
en het aangaan van het waarschuwingslampje (of symbool)
op het instrumentenpaneel.
Indien zich een storing van het Start&Stopsysteem voordoet, contact opnemen met het
Lancia Servicenetwerk.
ECO-FUNCTIE INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
(0.9 TwinAir 85 pk-versies)De inschakeling/uitschakeling van de ECO-functie, door het indrukken van de knop op het
dashboard, wordt aangegeven met een speciaal bericht op het display.
SERVICE (GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD)
VERVALLENWanneer het geprogrammeerd onderhoud bijna nodig is ("deadline geprogrammeerd
onderhoud"), toont het display dit symbool dat wordt gevolgd door het aantal kilometers/
mijlen tot het onderhoud moet plaatsvinden. Dit wordt automatisch weergegeven, met de
contactsleutel op MAR, 2000 km (of het equivalent in mijlen) vóór de onderhoudsbeurt of,
indien aanwezig, 30 dagen vóór de onderhoudsbeurt. Het wordt ook elke keer
weergegeven wanneer de sleutel op MAR wordt gedraaid of, voor bepaalde versies/
markten, om de 200 km (of het equivalent in mijlen).
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoud" te laten uitvoeren en het bericht te laten resetten.
67
BELANGRIJK
73)Druk tijdens het rijden nooit op de knop
C fig. 48.
74)Onthoud dat passagiers op de
achterbank die geen gordel dragen bij een
ongeval blootgesteld worden aan een
groot risico en bovendien een gevaar
opleveren voor de inzittenden voorin.75)De veiligheidsgordel midden achterin is
van een servicegesp voorzien. Gebruik
de veiligheidsgordel niet zonder
vastgemaakte servicegesp. In dat geval
bestaat er bij een ongeval een hoog risico
op letsel of dood. Controleer altijd, alvorens
de riem te gebruiken, of de servicegesp
correct bevestigd is.
SBR-SYSTEEM (Seat
Belt Reminder)
Het SBR-systeem waarschuwt de
passagiers op de voorstoel en
achterbank (voor bepaalde versies/
markten) als hun veiligheidsgordel niet
is omgelegd.
Het systeem signaleert niet
vastgemaakte veiligheidsgordels met
visuele waarschuwingen
(waarschuwingslampje brandt op het
instrumentenpaneel en pictogram
op het display) en een geluidssignaal
(zie de volgende paragrafen).
OPMERKING Neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk om dit
geluidssignaal permanent te laten
uitschakelen. Het geluidssignaal kan te
allen tijde via het display van het
Set-up-menu weer ingeschakeld
worden.
Werking controlelampje
veiligheidsgordels
De indicaties weergegeven op het
plaatje boven de achteruitkijkspiegel
geven aan:
Versie met 4 zitplaatsen fig. 51
1: veiligheidsgordel linksvoor;
2: veiligheidsgordel linksachter;
3: veiligheidsgordel rechtsachter;
4: veiligheidsgordel rechtsvoor;
49L0F0407C
50L0F0406C
77
BELANGRIJK Wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid en de veiligheidsgordels voor-
en achterin zijn reeds omgelegd, gaan
alle groene lampjes 30 seconden
continu branden.
BELANGRIJK Wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaan alle groene lampjes voor
"gordels omgelegd" continu branden
en gaan alle rode lampjes voor de niet
omgelegde gordels continu branden.
Als ook de laatste gordel wordt
omgelegd, blijven de groene lampjes 30
seconden continu branden en gaan ze
vervolgens uit.GORDELSPANNERS
76) 77) 78) 79)33)
Het voertuig is uitgerust met
veiligheidsgordels voor met
gordelspanners die bij een heftige
frontale botsing de gordel enige
centimeters aantrekken. Op die manier
worden de inzittenden veel beter op
hun plaats gehouden en wordt de
voorwaartse beweging beperkt.
Wanneer de gordelspanners hebben
gewerkt; rolt de gordel niet meer op. Dit
voertuig is ook uitgerust met een
tweede gordelspanner (in de zone van
de dorpellijst). De activering hiervan kan
herkend worden aan de verkorting
van de metalen kabel.
Tijdens de werking van de
gordelspanner kan er wat rook
ontsnappen. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op brandgevaar.
Als de gordelspanner door
uitzonderlijke natuurlijke gebeurtenissen
(bijv. overstromingen, vloedgolven
enz.) met water en/of modder in
contact is geweest, neem dan contact
op met het Lancia Servicenetwerk
om hem te laten vervangen.BELANGRIJK Voor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed op borst en
bekken aansluit.
KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van
de inzittenden bij een ongeval, zijn
de oprolautomaten van de gordels voor
voorzien van een krachtbegrenzer die
bij een frontale aanrijding de
piekbelasting op de borst en schouders
beperkt.
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
VOOR HET GEBRUIK VAN
DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften met
betrekking tot de verplichting en de
manier waarop de gordel wordt
gebruikt houden en moet er ook voor
zorgen dat andere inzittenden van
het voertuig deze voorschriften naleven.
Leg de veiligheidsgordel altijd om
alvorens weg te rijden.
79
BELANGRIJK
76)De gordelspanner is voor éénmalig
gebruik bestemd. Neem contact op met
het Lancia Servicenetwerk om de
gordelspanners te laten vervangen nadat
ze in werking zijn getreden.
77)Voor optimale veiligheid moet de
rugleuning rechtop gezet worden, moet
men goed tegen de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten op de
borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin!
Rijden zonder veiligheidsgordels doet bij
een ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan zelfs de
dood tot gevolg hebben.
78)Het demonteren of aanpassen van
onderdelen van de veiligheidsgordel of
gordelspanner is ten strengste verboden.
Werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd en bevoegd personeel.
Wend u altijd tot het Lancia
Servicenetwerk.
79)Nadat een gordel aan een zware
belasting is blootgesteld (bijvoorbeeld bij
een ongeval), moet de veiligheidsgordel
compleet met de verankeringen,
bevestigingsbouten en de gordelspanner
worden vervangen. Ook als er geen
zichtbare schade is, kan de gordel toch
verzwakt zijn.
BELANGRIJK
33)Werkzaamheden die leiden tot stoten,
trillingen of plaatselijke verhitting in de zone
rondom de gordelspanners (meer dan
100 °C gedurende ten hoogste zes uur)
kunnen de gordelspanners beschadigen of
in werking doen treden. Neem contact
op met het Lancia Servicenetwerk voor
eventuele werkzaamheden aan deze
componenten.
KINDERZITJES
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
80) 81) 82) 83)
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle inzittenden zitten en gebruik maken
van goedgekeurde
beveiligingssystemen, ook
pasgeborenen en kinderen! Dit is een
wettelijke verplichting in alle EU-landen,
conform de Europese richtlijn
2003/20/EG.
Kinderen met een lengte van minder
dan 1,50 meter en tot de leeftijd van 12
jaar moeten beschermd worden door
geschikte kinderzitjes en moeten op de
achterbank zitten.
Statistieken over ongevallen tonen aan
dat de achterbank een betere
bescherming biedt voor kinderen.
Vergeleken met een volwassene, is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding
tot de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en de
botstructuur van kinderen zijn nog niet
volledig ontwikkeld. Daarom zijn
correcte beveiligingssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of
plotselinge manoeuvres, zo veel
mogelijk te beperken.
81
De controle, reparatie en vervanging
van de airbags moeten door het Lancia
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet men
het airbagsysteem onwerkzaam laten
maken door het Lancia Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op
verschillende manieren geactiveerd,
afhankelijk van het type botsing. Als
een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
94) 95) 96) 97) 98) 99) 100) 101) 102) 103) 104) 105)
106)
BELANGRIJK
91)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en
tevens de inzittenden ernstig kunnen
verwonden.92)Rijd altijd met de handen op de rand
van het stuurwiel zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met voorover gebogen
lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen
de rugleuning gedrukt.
93)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de passagiersstoel van
auto's met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de
airbag ernstig letsel en zelfs de dood van
het kind tot gevolg hebben. Daarom moet
de passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
94)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
95)Steun niet met het hoofd, de armen of
de ellebogen tegen het portier, de ruiten
of in het gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
96)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.97)Als bij het draaien van de contactsleutel
naar de stand MAR, het lampje
niet
gaat branden of tijdens het rijden blijft
branden, dan is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen. In dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet
geactiveerd worden bij een botsing of,
in een zeer beperkt aantal gevallen, per
ongeluk geactiveerd worden. Laat het
systeem onmiddellijk controleren door het
Lancia Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
98)Voor bepaalde versies/markten gaat bij
een storing van het
waarschuwingslampje, hetwaarschuwingslampje branden en
wordt de explosieve lading van de
passagiersairbag uitgeschakeld.
99)Bedek bij voertuigen met zijairbags de
rugleuning van de voorstoelen niet met
extra hoezen.
100)Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
101)Laat bij diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Lancia
Servicenetwerk controleren.
96
VEILIGHEID
102)Als de contactsleutel in stand MAR
staat of wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de
passagiersairbag is ingeschakeld, en ook al
staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de
voorstoel gemonteerd worden. Als bij
een botsing de airbag wordt opgeblazen,
kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs
tot de dood van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de sleutel in de
stand STOP staat, bij een ongeval geen
enkel veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd wordt. In dat
geval duidt de uitgebleven activering niet
op een storing van het systeem.
103)Als de contactsleutel in stand MAR
gedraaid is, het
waarschuwingslampje
gaat branden voor een paar seconden,
vervolgens als de airbag actief is moet het
doven.104)Het knipperend
waarschuwingslampje geeft een
mogelijke storing van het
waarschuwingslampje
aan. In dat geval
kan het lampjegeen mogelijke
storingen in het airbagsysteem aangeven.
Laat het systeem onmiddellijk controleren
door het Lancia Servicenetwerk alvorens
verder te rijden.
105)De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de gordelspanners. Bij
aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
106)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags en
de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.
97