Bedieningselementen automatische klimaatregeling Uconnect 4C/4C NAV met 8,4-inch display
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
50
Motorkap sluiten
1. Houd de motorkap met één hand omhoog
en verwijder met de andere hand de mo-
torkapsteun uit de sleuf en plaats deze
weer in de vergrendellip.
2. Laat de motorkap zakken tot ongeveer
30 cm (12 inch) boven de motorruimte en
laat hem vallen. Zorg ervoor dat de motor-
kap volledig is gesloten.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP!
Om beschadigingen te voorkomen mag u
de motorkap niet hard dichtslaan. Laat de
motorkap zakken tot ongeveer 30 cm
(12 inch) en laat vervolgens de motorkap
LET OP!
vallen om hem te sluiten. Zorg ervoor dat
de motorkap helemaal gesloten is voor
beide vergrendelingen. Rijd nooit met de
auto wanneer motorkap niet volledig is
gesloten, waarbij beide vergrendelingen in
de gesloten stand zitten.
ACHTERKLEP
Openen
De achterklep kan van binnenuit het voertuig
worden geopend met behulp van de knop voor
de elektrisch bediende achterklep op de dak-
console, met behulp van de sleutelhouder
buiten het voertuig of de elektronische ont-
grendeling van de achterklep.
Achterklep ontgrendelen/openen
De achterklep kan op verschillende manieren
worden ontgrendeld:
• Sleutelhouder
• Handgreep aan de buitenkant
• Knop op dakconsoleDe ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 5 ft (1,5 m) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen. Druk tweemaal binnen vijf
seconden op de achterkleptoets op de sleu-
telhouder om de achterklep te ontgrendelen.
OPMERKING:
Als "Unlock All Doors On 1st Press" (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendeltoets) is geprogrammeerd op het
display in de instrumentengroep, worden alle
portieren ontgrendeld wanneer u op de elek-
tronische ontgrendeling op de achterklep
drukt. Als "Unlock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) is geprogram-
meerd in Uconnect, wordt alleen de achter-
klep ontgrendeld wanneer u op de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep drukt.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
65
DISPLAY IN DE
INSTRUMENTENGROEP
Uw voertuig is uitgerust met een display in de
instrumentengroep, dat de bestuurder nut-
tige informatie biedt. Met het contact in de
stand STOP/OFF, zorgt het openen/sluiten
van een portier ervoor dat het display wordt
geactiveerd en het totaal aantal kilometers of
mijlen weergeeft op de kilometerteller. Het
display in de instrumentengroep is ontwor-
pen om belangrijke informatie over de syste-
men en functies van uw voertuig weer te
geven. Via een interactief display voor de
bestuurder in het instrumentenpaneel wordt
op het display in de instrumentengroep weer-
gegeven hoe systemen werken en krijgt u
waarschuwingen wanneer deze niet werken.
Met de bedieningselementen op het stuur-
wiel kunt u door de hoofd- en submenu's
bladeren. U hebt toegang tot de door u ge-
wenste, specifieke informatie en u kunt se-
lecties maken en aanpassingen doen.
Locatie en bedieningselementen display in
de instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep bevindt
zich in het midden van de instrumenten-
groep.1. Op het interactieve displaygedeelte aan
de linkerkant van het scherm ziet u welke
menu's worden geopend in het
hoofdscherm.
2. De bovenste regel, waarin instelbare ver-
klikkerlampjes, de kompasrichting, de
buitentemperatuur, de tijd, het bereik
MPG of rit worden weergegeven. Deze
geeft ook de snelheidsmeter weer wan-
neer andere menupagina's worden
weergegeven.
3. Het hoofdscherm waarin de menu's en de
berichten worden getoond.
4. De onderste regel, waarin instelbare ver-
klikkerlampjes, de menunaam en menu-
pagina worden weergegeven.
Display in de instrumentengroep
1 — Interactief display voor de bestuur-
der
2 — Display snelheidsmeter
3 — Hoofddisplay
4 — Menunaam en Menupagina
73
• Druk op de toets met de pijlomhoogom
omhoog te bladeren door de hoofdmenu's
(snelheidsmeter, mph/km/u, voertuiginfor-
matie, terrein, bestuurderhulp, brandstof-
verbruik, dagteller A, dagteller B, Stop/
Start, Audio, Navigatie, opgeslagen
meldingen, scherm instellen en snelheids-
waarschuwing).
• Druk op de toets met de pijlomlaagom
omlaag te bladeren door het hoofdmenu en
de submenu's (snelheidsmeter, mph/km/u,
voertuiginformatie, terrein, bestuurder-
hulp, brandstofverbruik, dagteller A, dag-
teller B, Stop/Start, Audio, Navigatie, opge-slagen meldingen, scherm instellen en
snelheidswaarschuwing).
• Druk op de toets met de pijlnaar rechtsvoor
toegang tot de informatieschermen of sub-
menuschermen van een optie in het hoofd-
menu.
• Druk op de toets met de pijlnaar linksvoor
toegang tot de informatieschermen of sub-
menuschermen van een optie in het hoofd-
menu.
• Druk op de toetsOKvoor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of sub-
menuschermen van een hoofdmenu. Houd
de toetsOKgedurende twee seconden inge-
drukt om weergegeven/geselecteerde func-
ties te resetten waarvoor dat mogelijk is.
Indicator voor olieverversing — indien
aanwezig
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. De melding "Oil Change Due"
(olie verversen) wordt vijf seconden op het
display van de instrumentengroep getoond na
één geluidsignaal om de volgende oliebeurt
aan te geven. De indicator voor olieverversingis gebaseerd op de belasting van de motor,
wat betekent dat de periodieke oliebeurten
afhankelijk zijn van uw persoonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, verschijnt
dit bericht telkens wanneer u het contact in
de stand ON/RUN zet. Raadpleeg een er-
kende dealer om het bericht tijdelijk uit te
schakelen of om de motorolie te laten vervan-
gen.
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan wor-
den gebruikt voor weergave van de opties van
het hoofdmenu voor verschillende functies.
Gebruik de pijltoetsenomhoogenomlaagom
te bladeren door de menuopties van het in-
teractieve display voor de bestuurder totdat
het gewenste menu wordt bereikt.
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Bedieningselementen display in
instrumentengroep
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
74
Snelheidsmeter Dagteller
Accessibility (toegan-
kelijkheid) — indien
aanwezigAudio
Vehicle Info (voer-
tuiginformatie)Opgeslagen meldin-
gen
Bestuurderhulp Screen Setup
(scherm instellen)
Stop/Start — indien
aanwezigTerrain (terrein) —
indien aanwezig
Prestatiepagina's —
indien aanwezigDiagnose - indien
aanwezig
Brandstofverbruik Snelheidswaarschu-
wing
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
Menu-items van het display
SRT-prestatiekenmerken in display in de
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan wor-
den gebruikt om de volgende prestatieken-
merken te programmeren.•
Druk voor toegang kort op de toets met de pijl
omhoogofomlaagtot "SRT" verschijnt in het
display in de instrumentengroep, en vervol-
gens kort op de toets met de pijl naar
rechts
om door de kenmerken te lopen. Druk op de
toetsOKom een kenmerk te selecteren.
0-100 km/u (0-60 mph)Huidige G-kracht
0-161 km/u (0-100 mph)Hoogste G-kracht
Timer 1/8 mijl Rondetimer
Timer 1/4 mijl
Rondegeschiedenis
Timer 60 ft Topsnelheid
Remweg
Uconnect SRT-prestatiekenmerken
WAARSCHUWING!
Meting van voertuiggegevens met Pefor-
mance Pages is uitsluitend bedoeld voor
gebruik buiten openbare wegen en bij ter-
reinrijden en mag nooit op openbare we-
gen worden gebruikt. Het wordt aanbevo-
len deze functies alleen te gebruiken op
een circuit of speciaal terrein en binnen de
toegestane wetgeving. Gebruik de moge-
lijkheden van een auto met Performance
Pages nooit op een roekeloze of gevaarlijke
wijze die de veiligheid van de bestuurder
of anderen in gevaar brengt. Alleen een
oplettende en bekwame bestuurder met
een veilige rijstijl kan ongelukken voorko-
men.
• Om SRT-prestatiekenmerken te openen,
kiest u de schermtoets "Apps" en vervol-
gens de schermtoets "Performance Pages"
(prestatiepagina's).
Bedieningselementen SRT-
prestatiekenmerken
75
• De Performance Pages (prestatiepagina's)
omvatten de volgende menu's:
•
Home•
Meters 2
•
Tellers•
G-kracht
•
Meters 1•
Motor
Dieseldisplays — indien aanwezig
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het dis-
play in de instrumentengroep:
• Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Highway Speeds to Clear (Roetfilter bijna
vol Rijd met veilige en snelwegensnelheid
om de melding te wissen)
• Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
• Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist –
Raadpleeg dealer)
• Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem – Fil-
ter XX% vol Onderhoud vereist Raadpleeg
dealer)• Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
• Exhaust System – Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem – Regeneratie voltooid)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi
AdBlue
®(UREA) Low Refill Soon (Motor
kan niet meer worden gestart na XXXX mijl
AdBlue
®(UREUM) laag Vul snel bij)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi Refill
AdBlue
®(UREA) (Motor kan niet meer wor-
den gestart na XXXX mijl Vul AdBlue®
(UREUM) bij)
• Engine Will Not Start Refill AdBlue
®
(UREA) (Motor kan niet meer worden ge-
start Vul AdBlue®(UREUM) bij)
•
Service AdBlue®System See Dealer (Onder-
houd AdBlue®-systeem Raadpleeg dealer)
• Incorrect AdBlue®(UREA) Detected See
Dealer (Onjuiste AdBlue®(UREUM) gede-
tecteerd Raadpleeg dealer)
•
Engine Will Not Restart in XXX mi Service
AdBlue®(UREA) See Dealer (Motor kan niet
meer worden gestart na XXX mijl Onderhoud
AdBlue
®(UREUM) Raadpleeg dealer)
• Engine Will Not Restart Service AdBlue®
(UREA) System See Dealer (Motor kan niet
meer worden gestart Onderhoud
AdBlue
®-systeem (UREUM) Raadpleeg
dealer)
• Engine Will Not Start Service AdBlue
®
(UREA) System See Dealer (Motor kan niet
starten Onderhoud AdBlue®-systeem
(UREUM) Raadpleeg dealer)
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF) —
indien aanwezig
Deze motor voldoet aan alle vereiste emissie-
normen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge-
rust met een uiterst moderne motor en uit-
laatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroor-
zaken wanneer u boven brandbaar materi-
aal parkeert. Denk bijvoorbeeld aan droog
gras of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat. Parkeer daarom nooit
op een ondergrond waar uw uitlaat in aan-
raking kan komen met brandbaar materi-
aal.
Uw auto kan u erop wijzen dat extra onder-
houd bij uw auto of motor nodig is. Raadpleeg
de volgende berichten die kunnen worden
weergegeven op het display van de instru-
mentengroep:
•Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Highway Speeds to Clear (Roetfilter bijna vol
Rijd met veilige en constante snelheid om het
probleem te verhelpen)— Dit bericht wordt
weergegeven als het roetfilter 80% van zijn
maximale opslagcapaciteit heeft bereikt. In
omstandigheden waarbij alleen zeer korte
ritten worden gemaakt of ritten waarbij al-
leen met lage snelheid wordt gereden, be-
reiken de motor en het uitlaatgasnabehan-
delingssysteem nooit de vereisteomstandigheden om de opgevangen roet-
deeltjes te verwijderen. Als dit zich voor-
doet, wordt het bericht "Exhaust Filter XX%
Full Safely Drive at Highway Speeds to
Remedy" (Roetfilter voor XX% vol Rijd met
veilige snelheid op de snelweg om het pro-
bleem te verhelpen) weergegeven. Als dit
bericht wordt getoond, klinkt er één ge-
luidssignaal om u te informeren over deze
toestand. Door met uw auto zo'n 20 minu-
ten op de snelweg te rijden verhelpt u het
probleem in het roetfiltersysteem en kun-
nen de dieselmotor en het uitlaatgasnabe-
handelingssysteem de opgevangen roet-
deeltjes uit het filter verwijderen, zodat de
normale bedrijfsstand van het systeem
wordt hersteld.
•Exhaust System Regeneration in Process Con-
tinue Driving (Uitlaatsysteem Regeneratie
wordt uitgevoerd Blijf rijden —Dit bericht
geeft aan dat het roetfilter (DPF) momen-
teel automatisch wordt gereinigd. Hand-
haaf de huidige rijomstandigheden totdat
het regenereren is voltooid.•Exhaust System — Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem - regeneratie voltooid)— Dit
bericht geeft aan dat de regeneratie van het
roetfilter (DPF) voltooid is. Als dit bericht
wordt getoond, klinkt er één geluidssignaal
om u te informeren over deze toestand.
•Exhaust System Service Required — See Dea-
ler(Onderhoud uitlaatsysteem noodzakelijk
— Bezoek dealer) — Dit bericht geeft aan
dat de regeneratie is uitgeschakeld van-
wege een storing in het systeem. Op dit
punt zal regelmodule van de aandrijflijn
(PCM) van de motor een storingscode regis-
treren, op het instrumentenpaneel gaat een
storingslampje branden.
LET OP!
Ga naar een erkende dealer, want als u met
de auto blijft rijden, kan er snel schade
aan het uitlaatsysteem ontstaan.
•Exhaust Filter Full — Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol — Vermogen geredu-
ceerd. Raadpleeg dealer)— Dit bericht
geeft aan de regelmodule van de aandrijf-
lijn (PCM) het motorvermogen beperkt
heeft om de kans op permanente schade
77
aan het nabehandelingssysteem te vermin-
deren. Als deze fouttoestand niet wordt
verholpen en de dealer geen onderhoud
uitvoert, kan het nabehandelingssysteem
voor de uitlaatgassen zwaar beschadigd ra-
ken. Om deze fouttoestand te verhelpen,
moet een erkende dealer onderhoud aan uw
auto verrichten.
OPMERKING:
Als u de indicator voor olieverversing niet
opvolgt, de olie niet ververst en de indicator
voor olieverversing niet op een resterend be-reik van 0 mijl wordt teruggezet, zal het
roetfilter de reinigingsprocedure niet kunnen
uitvoeren. Dit leidt er binnenkort toe dat het
storingslampje gaat branden en het motorver-
mogen gereduceerd wordt. Alleen een er-
kende dealer kan deze situatie herstellen.
LET OP!
Ga naar een erkende dealer, want als u met
de auto blijft rijden, kan er snel schade
aan het uitlaatsysteem ontstaan.
Brandstofsysteem berichten - indien
aanwezig
De volgende tabel bevat een lijst met ver-
schillende meldingen die kunnen worden
weergegeven in de instrumentengroep, af-
hankelijk van verschillende systeem- of
brandstofomstandigheden. Gebruik de om-
schrijvingen om te interpreteren wat de mel-
ding betekent en om de beste handelswijze te
bepalen.
MELDING OMSCHRIJVING
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Engine Will Not Restart in XXXX mi
(km) AdBlue® Low Refill Soon
(Motor kan niet meer worden ge-
start na XXXX mijl (km) AdBlue®
laag Vul snel bij)Dit bericht verschijnt wanneer het AdBlue
®-rijbereik minder is dan 1500 mijl (2414 km), AdBlue®-vloeistof
moet worden bijgevuld binnen het weergegeven rijbereik. Het bericht wordt weergegeven tijdens het starten
met het huidig toegestane rijbereik en gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Het resterende rijbereik
kan worden opgevraagd via de lijst "Berichten" in het display.
Engine Will Not Restart in XXX mi
(km) Refill AdBlue® (Motor kan
niet meer worden gestart na XXX
mi (km) Vul AdBlue® bij)Dit bericht verschijnt wanneer het AdBlue
®-rijbereik minder is dan 311 mijl (500 km). Het wordt ook weer-
gegeven bij 249 mijl (400 km), 186 mijl (300 km) en 124 mijl (200 km). Continue weergave begint bij
124 mijl (200 km). AdBlue
®bijvullen is vereist binnen het weergegeven rijbereik. Het bericht wordt weerge-
geven tijdens het starten met het bijgewerkte rijbereik en gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Vanaf
100 mijl (160 km) wordt het resterende bereik permanent weergegeven tijdens het rijden met het voertuig.
Er klinken ook geluidssignalen als de resterende afstand 75, 50 en 25 mijl (120, 80 en 40 km) bedraagt.
Het controlelampje AdBlue
®laag brandt permanent tot er AdBlue®-vloeistof is bijgevuld.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
78