157(Vervolgd)
(Vervolgd)
(Vervolgd)
Het is gevaarlijk de schakelhendel uit de
stand PARK of NEUTRAL te zetten
wanneer het motortoerental hoger is dan
stationair. Als u het rempedaal niet
stevig ingetrapt houdt, kan de auto snel
naar voren of achteren schieten. U loopt
in dat geval het risico de controle over de
auto te verliezen en een aanrijding te
veroorzaken. Schakel pas naar een
versnelling wanneer de motor normaal
stationair draait en u met uw voet
krachtig het rempedaal ingetrapt houdt.
Er kan mogelijk niet naar de gekozen
versnelling worden geschakeld wanneer
tussen PARK, REVERSE en DRIVE wordt
geschakeld wanneer het voertuig in
beweging is tijdens het schakelen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Ongewenste beweging van de auto kan
lichamelijk letsel tot gevolg hebben van
mensen in en bij de auto. Net als bij alle
andere voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als de motor draait. Zorg ervoor
dat het voertuig altijd volledig tot stil
-
stand is gekomen voordat u het voertuig
verlaat, zet het voertuig op de
parkeerrem en zet de schakelhendel in
de stand PARK, schakel de motor uit en
neem de sleutelhouder uit het contact.
Wanneer het contact in de stand LOCK/
OFF staat (waarin de contactsleutel kan
worden verwijderd), (of, als uw voertuig
is uitgerust met een startknop, wanneer
het contact in de stand OFF staat) wordt
de versnellingsbak in de stand PARK
vergrendeld, waardoor het voertuig niet
ongewenst in beweging kan komen.
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
contactschakelaar in de stand OFF staat.
Verwijder daarna de sleutelhouder uit de
auto en vergrendel de auto.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Het achterlaten van
kinderen zonder toezicht in een auto is
om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar -
schuw kinderen dat ze niet aan de
parkeerrem, het rempedaal of de scha-
kelhendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met een start -
knop niet in de stand ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de elektri -
sche raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen zetten.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken
indien de volgende voorzorgsmaatregelen
niet in acht genomen worden:
Schakel alleen naar of uit PARK of
REVERSE als de auto volledig stilstaat.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 157
STARTEN EN RIJDEN
160
(Vervolgd)
(Vervolgd)
(Vervolgd)
schakelhendel uit de parkeerstand te
bewegen. Als extra voorzorgsmaatregel kunt
u op een opwaartse helling de voorwielen
naar de stoeprand toe draaien en op een
neerwaartse helling van de stoeprand af.
Voor het verlaten van het voertuig, moet u
altijd eerst het volgende doen:
1. Trek de handrem aan.
2. Schakel naar PARK.
3. Zet de contactschakelaar in de stand
OFF.
4. Verwijder de sleutelhouder uit het voer -
tuig.
OPMERKING:
Blokkeer de wielen met een wig of een steen
als het voertuig op een steile helling staat.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit als vervan -
ging voor de parkeerrem. Trek de
parkeerrem altijd volledig aan bij het
uitstappen uit het voertuig om te voor -
komen dat het voertuig gaat rollen en
mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
Uw auto kan zich in beweging zetten en
u en anderen verwonden wanneer hij niet
in de stand PARK staat. Controleer dit
door te proberen de schakelhendel uit de
stand PARK (parkeren) te bewegen
zonder het rempedaal in te trappen. Zorg
ervoor dat de schakelhendel in de stand
PARK staat voordat u het voertuig
verlaat.
Het is gevaarlijk de schakelhendel uit de
stand PARK of NEUTRAL te zetten
wanneer het motortoerental hoger is dan
stationair. Als u het rempedaal niet
stevig ingetrapt houdt, kan de auto snel
naar voren of achteren schieten. U loopt
in dat geval het risico de controle over de
auto te verliezen en een aanrijding te
veroorzaken. Schakel pas naar een
versnelling wanneer de motor normaal
stationair draait en u met uw voet
krachtig het rempedaal ingetrapt houdt.
Er kan mogelijk niet naar de gekozen
versnelling worden geschakeld wanneer
tussen PARK, REVERSE en DRIVE wordt
geschakeld wanneer het voertuig in
beweging is tijdens het schakelen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Ongewenste beweging van de auto kan
lichamelijk letsel tot gevolg hebben van
mensen in en bij de auto. Net als bij alle
andere voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als de motor draait. Zorg ervoor
dat het voertuig altijd volledig tot stil -
stand is gekomen voordat u het voertuig
verlaat, zet het voertuig op de
parkeerrem en zet de schakelhendel in
de stand PARK, schakel de motor uit en
neem de sleutelhouder uit het contact.
Wanneer het contact in de stand LOCK/
OFF staat (waarin de contactsleutel kan
worden verwijderd), (of, als uw voertuig
is uitgerust met een startknop, wanneer
het contact in de stand OFF staat) wordt
de versnellingsbak in de stand PARK
vergrendeld, waardoor het voertuig niet
ongewenst in beweging kan komen.
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
contactschakelaar in de stand OFF staat.
Verwijder daarna de sleutelhouder uit de
auto en vergrendel de auto.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 160
165
Vierwielaandrijving inschakelen (4x4)
De knoppen voor de activering van vierwiel-
aandrijving bevinden zich op het apparaat
Selec-Terrain. U kunt hiermee de volgende
opties selecteren:
4WD LOCK
4WD LOW — (alleen Trailhawk-modellen)
Actieve aandrijvingscontrole — indien
aanwezig
Selec-Terrain schakelaar
De verdeelbak (PTU) is vergrendeld om
ervoor te zorgen dat het koppel direct
beschikbaar is voor de achterste aandrijf -
assen. Deze functie kan worden geselecteerd
in de modus AUTO en is automatisch in de andere aandrijvingsmodus. 4WD LOCK kan
op de volgende manieren worden ingescha
-
keld:
Wanneer op de toets 4WD LOCK wordt
gedrukt.
Wanneer de schakelaar Selec-Terrain van
AUTO op een van de andere off-road modi
wordt gedraaid.
Actieve aandrijving met lage regeling —
(alleen Trailhawk-modellen)
Selec-Terrain-schakelaar (Trailhawk)
De modus 4WD LOW helpt om de prestaties
bij terreinrijden in alle modi te verbeteren.
Voer de onderstaande stappen uit om 4WD
LOW in te schakelen: 4WD LOW inschakelen
Terwijl het voertuig stilstaat, met het contact
in de stand ON/RUN of met lopende motor,
schakelt u de transmissie naar NEUTRAL en
drukt u één keer op de toets 4WD LOW. De
instrumentengroep geeft de melding "4WD
LOW" nadat het schakelen is voltooid.
OPMERKING:
Zowel het LED-lampje LOCK als LOW
knipperen en blijven vervolgens branden
op de schakelaar Selec-Terrain, totdat het
schakelen is voltooid.
In het display in de instrumentengroep
brandt het pictogram "4WD LOW".
4WD LOW uitschakelen
Om de modus 4WD LOW uit te schakelen,
moet het voertuig stilstaan en moet de trans -
missie in de stand NEUTRAL staan. Druk
één keer op de knop 4WD LOW.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 165
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
230
Positieve accupoolOPMERKING:
Start de motor nooit met een snelle batterij
-
lader. Hierdoor kunnen de elektronische
systemen van uw auto beschadigd raken,
vooral het contact en de regeleenheden voor
brandstoftoevoer naar de motor.
1. Trek de parkeerrem aan, zet de automati -
sche versnellingsbak in de stand PARK
(handgeschakelde versnellingsbak in
NEUTRAL) en zet de contactschakelaar
in de stand OFF/LOCK.
2. Schakel de verwarming, de radio en alle overbodige stroomverbruikers uit.
3. Wanneer u de accu van een ander voer -
tuig gebruikt voor het starten met startka -
bels, parkeer het voertuig dan zo, dat de
accu met de startkabels bereikbaar is,
trek de handrem aan en zorg ervoor dat
de contactschakelaar in de stand OFF/
LOCK staat.
Starten met startkabels
Aansluiten van de startkabels
1. Sluit het einde van de pluskabel (+) van
de hulpstartkabel aan op de positieve
accupool (+) van het voertuig met de
ontladen accu.
2. Sluit het andere einde van de pluskabel (+) aan op de pluspool (+) van de hulp -
accu.
3. Sluit het min-uiteinde (-) van de start -
kabel aan op de minpool (-) van de hulp -
accu.
WAARSCHUWING!
Pas op voor de radiateurventilator
wanneer de motorkap is geopend. Als het
contact is ingeschakeld, kan deze venti -
lator op elk moment gaan draaien. Er
bestaat gevaar voor letsel door draaiende
ventilatorbladen.
Verwijder alle metalen sieraden zoals
ringen, horloges en armbanden die onbe-
doeld elektrisch contact kunnen maken.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw
huid en ogen kan branden en ze produ -
ceren waterstofgas dat ontvlambaar en
explosief is. Houd open vuur of vonken
uit de buurt van de accu. WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen geen
contact kunnen maken. Hierdoor kan een
massaverbinding ontstaan met mogelijk
persoonlijk letsel als gevolg.
WAARSCHUWING!
Als u deze procedure niet volgt, kan dit
persoonlijk letsel en schade aan
eigendommen tot gevolg hebben door het
exploderen van de accu.
LET OP!
Het niet opvolgen van deze procedure kan
leiden tot schade aan het laadsysteem van
het voertuig dat de starthulp biedt, of van
de auto met de lege accu.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 230
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
236
(Vervolgd)
Zonder sleutelhouder
Er moeten speciale voorzorgsmaatregelen
worden genomen wanneer het voertuig wordt
gesleept met het contact in de stand LOCK/
OFF. Zonder sleutelhouder mag de auto
alleen worden gesleept op een autoambu-
lance. Om schade aan uw auto te voorkomen
is de juiste sleepuitrusting vereist.
Modellen met voorwielaandrijving (FWD)
— met sleutelhouder
De fabrikant raadt aan de auto op een
autoambulance te vervoeren (alle wielen VAN
de grond).
Als geen autoambulance beschikbaar is,
moet het voertuig gesleept worden met de
voorwielen VAN de grond (gebruik een dolly
of wiellift voor het optillen de voorwielen).
Zorg ervoor dat de elektronische handrem is
uitgeschakeld en blijft uitgeschakeld, tijdens
het slepen. De elektrische handrem hoeft
niet te worden vrijgezet, als alle vier wielen
VAN de grond zijn.
4x4-Modellen
De fabrikant raadt aan om de auto te
vervoeren met alle vier wielen VAN de grond. Acceptabele methoden zijn het vervoeren
van het voertuig op een autoambulance of
het voertuig aan de voorzijde op te takelen en
de achterzijde op een dolly te plaatsen.
Bij het vastmaken van de auto op een
autoambulance mogen de onderdelen in
de wielophanging vóór of achter niet
worden vastgemaakt. Door een foutieve
sleepwijze kan uw auto worden bescha-
digd.
Zorg ervoor dat de elektronische
handrem is uitgeschakeld en blijft uitge-
schakeld, tijdens het slepen.
Gebruik geen aan de bumper bevestigde
trekstangen op het voertuig. Hierdoor
wordt de bumperbalk beschadigd.
LET OP! (Vervolgd)
LET OP!
Als de auto in strijd met bovengenoemde
voorschriften wordt gesleept, kan de motor
en/of de versnellingsbak ernstig
beschadigd raken. Beschadigingen,
veroorzaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
LET OP!
Voor- of achterwielliften mogen niet
worden gebruikt (als de andere wielen op
de grond staan). Bij slepen met behulp
van een voor- of achterwiellift ontstaat
inwendige schade aan de versnel
-
lingsbak of tussenbak.
Wanneer dit voertuig in strijd met de
bovenvermelde voorschriften wordt
getrokken, kan er ernstige beschadiging
van de versnellingsbak en/of de
tussenbak optreden. Beschadigingen,
veroorzaakt door onjuist slepen, vallen
niet onder de garantie van de auto.
Om schade aan uw auto te voorkomen is
de juiste sleepuitrusting vereist. Gebruik
uitsluitend sleepstangen en andere
uitrusting die speciaal voor dit doel zijn
gemaakt en volg de instructies van de
fabrikant van de uitrusting.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 236
237
Sleepogen
Als uw auto voorzien is van sleepogen, heeft
deze één sleepoog aan de achterzijde en
twee aan de voorzijde. Het sleepoog achter
bevindt zich aan de bestuurderszijde.
OPMERKING:
Voor off-road-bergingswerkzaamheden wordt
aanbevolen om beide sleepogen aan de voor-
zijde te gebruiken om schade aan de auto te
voorkomen. Plaats sleepogen voorkant
Voertuigen met sleutelhouder met een geïnte -
greerde sleutel
Draai de contactsleutel naar de stand ON/
RUN en vervolgens naar de stand OFF/LOCK
zonder deze te verwijderen. Het stuurslot
wordt automatisch ingeschakeld wanneer de
sleutel uit het wordt getrokken. Zet de scha -
kelhendel in de stand NEUTRAAL. Voertuigen met Keyless Enter-N-Go
Zet het contact in de stand ON/RUN en
vervolgens op OFF/LOCK zonder het portier
te openen. Houd er tijdens het slepen reke
-
ning mee dat de rembekrachtiging en de
elektromechanische stuurbekrachtiging niet
beschikbaar zijn en er een grotere kracht
moet worden uitgeoefend bij het remmen en
het sturen van het voertuig.
Het gebruik van veiligheidskettingen is
verplicht. Bevestig sleepstangen of
andere sleepuitrusting altijd aan een
dragend deel van het voertuig, nooit aan
bumpers of hieraan bevestigde beugels.
LET OP! (Vervolgd)
WAARSCHUWING!
Gebruik geen ketting om een vastzit -
tende auto los te wrikken. Kettingen
kunnen breken, met ernstig of zelfs
dodelijk letsel tot gevolg.
Blijf op afstand van auto's die met sleep -
haken worden gesleept. De sleepbanden
kunnen losraken, met ernstig letsel als
gevolg.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 237
301
UCONNECT 3 SYSTEEM
MET 5-INCH DISPLAY —
INDIEN AANWEZIG
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch display
Radiotoetsen Uconnect 3 met 5-inch display
Klok instellen
Ga als volgt te werk om de klok in te stellen:
1. Druk op de toets Settings op het front enkies vervolgens de schermtoets "Clock
and Date" (klok en datum).
2. Kies de schermtoets "Set Time" (tijd instellen).
3. Druk op de pijl omhoog of pijl omlaag om de uren en minuten aan te passen, en
kies vervolgens de schermtoets "AM" of
"PM". U kunt ook de 12-uurs of 24-uurs
tijdnotatie selecteren door de gewenste
schermtoets te kiezen.
4. Kies de schermtoets "Done" (klaar) zodra de tijd is ingesteld om het tijdscherm af
te sluiten.
OPMERKING:
In het menu Clock Setting (klok instellen)
kunt u Display Clock (klok weergeven) selec -
teren. Met Display Clock (klok weergeven) schakelt u de weergave van de klok in de
statusbalk in en uit.
Audio-instelling
1. Druk op de toets Settings op het front of
kies de schermtoets Audio (ga verder
naar stap 3).
2. Scroll omlaag en kies de schermtoets "Audio" om het menu Audio te openen.
3. Het menu Audio toont de volgende opties om de audio-instellingen aan uw
persoonlijke wensen aan te passen.
Equalizer
Kies de schermtoets "Equalizer" om de lage
tonen, middentonen en hoge tonen in te
stellen. Gebruik de schermtoets "+" en "-" om
de equalizer naar wens in te stellen.
Balans links/rechts - voor/achter
Kies de schermtoets "Balans/Fade" (balans
links/rechts - voor/achter) om het geluid van
de luidsprekers in te stellen. Kies de scherm -
toetsen met de pijl om het geluidsniveau van
de luidsprekers voor en achter of rechts en
links in te stellen. Kies de schermtoets C om
de balans links/rechts en voor/achter terug te
stellen op de fabrieksinstellingen.
1 — Toets RADIO
2 — Toets COMPASS
3 — Toets SETTINGS
4 — Toets MORE (meer functies)
5 — Toets BROWSE/ENTER — knop TUNE/
SCROLL
6 — Toets SCREEN OFF
7 — Knop MUTE
8 — Systeem Aan/Uit — regelknop VOLU-
ME
9 — Toets voor Uconnect Phone
10 — Knop MEDIA
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het
aanraakscherm. Anders kan het scherm
beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 301
MULTIMEDIA
304
Siri® Eyes Free — indien aanwezig
Met Siri kunt u uw stem gebruiken om
SMS-berichten te verzenden, media te selec-
teren, telefoongesprekken te beginnen en
nog veel meer. Siri gebruikt natuurlijke taal
om te begrijpen wat u bedoelt en reageren
om uw verzoeken te bevestigen. Siri helpt u
met het uitvoeren van nuttige taken, zodat u
uw ogen op de weg kunt houden en uw
handen aan stuurwiel.
Om Siri te activeren, houdt u de toets Ucon -
nect Voice Recognition (spraakherkenning)
op het stuurwiel ingedrukt en laat u deze
weer los. Nadat u twee pieptonen hebt
gehoord, kunt u Siri vragen podcasts en
muziek af te spelen, routebeschrijvingen te
maken, SMS-berichten voor te lezen en nog
veel meer.UCONNECT 4 MET 7-INCH
DISPLAY
Overzicht Uconnect 4
Radioscherm Uconnect 4 met 7-inch display
OPMERKING:
Uconnect schermafbeeldingen zijn uitslui -
tend ter illustratie en geven de software van
uw voertuig mogelijk niet exact weer. De tijd instellen
1. Voor Uconnect 4 schakelt u de eenheid
in en drukt u op de tijdweergave
bovenaan in het scherm. Druk op "Yes"
(ja).
2. Als de tijd niet bovenaan in het scherm wordt weergegeven, kiest u de scherm -
toets "Settings" (instellingen). Druk in
het scherm "Settings" (instellingen) op
de schermtoets "Clock & Date" (klok en
datum) en vink deze optie aan of uit.
3. Druk op "+" of "–" naast "Set Time Hours" (uren instellen) en "Set Time Minutes"
(minuten instellen) om de tijd in te
stellen.
4. Als deze functies niet beschikbaar zijn, schakelt u het vakje Sync Time (tijdsaan -
duiding synchroniseren) uit.
5. Druk op "X" om uw instellingen op te slaan en het scherm Clock Setting (klok
instellen) af te sluiten.
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het
aanraakscherm. Anders kan het scherm
beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 304