3: totaal aantal afgelegde kilometers
(of mijlen) en symbolen van alle
storingsindicaties.
4: indicatie van de schakelsuggestie
(GSI).
HOOFDMENU
Het menu omvat de volgende opties:
TRIP
GSI
INFO VOERTUIG
DRIVER ASSIST
AUDIO (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
TELEFOON (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
NAVIGATIE (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
WAARSCHUWINGEN
VOERTUIGINSTELLINGEN
Voertuiginstellingen
Door middel van deze menuoptie
kunnen de instellingen gewijzigd
worden voor:
Scherm
Eenheden;
Klok & Datum;
Veiligheid
Veiligheid / Hulp;
Lichten;
Portieren & VergrendelingDisplay
Door het kiezen van de optie "Display"
kan toegang verkregen worden tot de
instellingen/informatie met betrekking
tot: "Display-instellingen", "Taal", "Zie
telefoon" (beschikbaar op versies en
markten waar aanwezig), "Zie navigatie"
(beschikbaar op versies en markten
waar aanwezig), "Automatische reset
trip B", "Displayverlichting".
Eenheden
Selecteer optie "Eenheden" om de
meeteenheid te kiezen tussen:
"Imperiaal", "Metrisch",
"Gepersonaliseerd".
Tijd en datum
Selecteer optie "Klok & Datum" om de
volgende instellingen te maken: “Tijd
instellen", "Tijdformaat", "Datum
instellen".
Veiligheid
Selecteer de optie "Veiligheid" om de
volgende instellingen te maken:
"AIRBAG passagier",
"Snelheidszoemer", "Zoemer
veiligheidsgordel".
Met de instelling "AIRBAG passagier"
kan de airbag aan passagierszijde
in-/uitgeschakeld worden.
Passagiersbescherming
uitgeschakeld:deled
gaat
permanent branden op het dashboard.Veiligheid / Hulp
Selecteer de optie "Veiligheid / Hulp"
om de volgende instellingen te maken:
Regensensor, Waarschuwingsvolume,
Brake Control, Gev. Brake Control, Park
Assist, Vol. Park Assist.
Lichten
Selecteer de optie "Lichten" om de
volgende instellingen te maken:
"Welkomstverlicht", "Dagverlichting",
"Flanklichten", "Koplampsensor",
"Follow me".
Portieren & Vergrendeling
Selecteer de optie "Portieren &
Vergrendeling" om de volgende
instellingen te maken: "Autoclose",
"Lichten bij sluiten", "Portier open bij
uitstapp.".
Opmerking Bij hetUconnect™
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display op het instrumentenpaneel (zie
het speciale Multimedia-hoofdstuk of
het supplement beschikbaar online).
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Wat het betekent
amberSTART&STOP-SYSTEEM HANDMATIG INSCHAKELEN / UITSCHAKELEN
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakelen: Er verschijnt een bericht op het display, waar voorzien, wanneer het systeem wordt
ingeschakeld.
Uitschakelen: Er verschijnt een waarschuwingslampje, waar voorzien, op het display wanneer het
Start&Stop-systeem wordt uitgeschakeld.
amberSTORING FIAT CODE SYSTEEM
Het waarschuwingslampje of symbool gaat branden om een storing van het Fiat CODE-systeem aan te
geven. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
amberSTORING PARKEERSENSOREN (PARK ASSIST)
Het waarschuwingslampje of symbool gaat branden als er een tijdelijke storing van de parkeersensoren is.
Als het probleem nog aanwezig is na het reinigen van de zone van de parkeersensoren, contact opnemen
met het Fiat Servicenetwerk.
amberWATER IN DIESELFILTER (Dieselversies)
Het lampje of symbool brandt continu tijdens het rijden (en er verschijnt een bericht op het display) om de
aanwezigheid van water in het Dieselfilter aan te geven.
24)
65
Symbool Wat het betekent
amber of roodSTORING PARKEERSENSOREN (PARK ASSIST)
Het gele symbool gaat branden als er een tijdelijke storing van de parkeersensoren is. Als het
probleem nog aanwezig is na het reinigen van de zone van de parkeersensoren, contact
opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Het rode symbool gaat branden als er een permanente storing van de parkeersensoren is. De
uitgebleven werking van het systeem kan te wijten zijn aan onvoldoende spanning van de accu
of andere storingen in het elektrische systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
amber of roodSTORING FULL BRAKE CONTROL SYSTEEM
Het gele symbool gaat tijdelijk branden (en er wordt een bericht weergegeven) in geval van
storing van het Full Brake Control-systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Het rode symbool gaat permanent branden (en er wordt een bericht weergegeven) in geval van
storing van het Full Brake Control-systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
amberSTORING SPEED LIMITER
Het symbool gaat branden als er een storing van het Speed Limiter-systeem is. Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
amberSTORING ADAPTIEVE CRUISE-CONTROL
Het symbool gaat branden en er verschijnt een bericht op het display als er een storing is met
de Adaptieve Cruise-Control (ACC). Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
71
PARKEERSENSOREN
(waar aanwezig)
SENSOREN
132)
57) 58) 59)
De parkeersensoren, die zich in de
achterbumper fig. 125 bevinden,
detecteren de aanwezigheid van
obstakels achter de auto.
De sensoren waarschuwen de
bestuurder over aanwezigheid van
obstakels met een intermitterend
geluidssignaal en, afhankelijk van de
versie, ook met visuele aanwijzingen op
het display van het instrumentenpaneel.Inschakeling
De sensoren worden automatisch
ingeschakeld zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De geluidssignalen worden vaker
afgegeven, naarmate het obstakel
achter de auto dichterbij komt.
Geluidssignaal
Wanneer de achteruitversnelling is
ingeschakeld en er zich een obstakel
achter het voertuig bevindt, klinkt er een
geluidssignaal met een frequentie die
varieert op basis van de afstand van het
obstakel ten opzichte van de bumper.
De frequentie van het geluidssignaal:
neem toe naarmate de afstand
tussen het voertuig en het obstakel
afneemt;
klinkt ononderbroken als de afstand
tussen het voertuig en het obstakel
minder is dan ongeveer 30 cm;
is constant als de afstand tussen het
voertuig en het obstakel onveranderd
blijft. Als deze situatie de sensoren aan
de zijkant betreft, zal het signaal na
ongeveer 3 seconden stoppen om,
bijvoorbeeld, aanwijzingen te
voorkomen tijdens manoeuvres langs
een muur.
stopt onmiddellijk wanneer de
afstand ten opzichte van het obstakel
toeneemt.Wanneer het systeem het
geluidssignaal laat horen, wordt het
volume van hetUconnect™-systeem
(waar voorzien) automatisch verlaagd.
Meetbereik
Wanneer de sensoren meerdere
obstakels signaleren, dan wordt alleen
rekening gehouden met het
dichtstbijzijnde obstakel.
Waarschuwingen op het display
De aanwijzingen met betrekking tot het
Park Assist-systeem worden alleen
weergegeven als de optie
"Geluidssignaal en weergave" in het
menu "Instellingen" van het
Uconnect™ 5"of7" HD-systeem
(waar voorzien) eerder werd
geselecteerd (zie voor meer informatie
de beschrijving in het betreffende
hoofdstuk).
Het systeem geeft de aanwezigheid van
een obstakel aan met de weergave van
een enkele boog in een van de
mogelijke zones, in overeenstemming
met de afstand van het voorwerp en de
plaats ten opzichte van het voertuig.
Een enkele boog die eerst
niet-knipperend en vervolgens
knipperend wordt weergegeven
naarmate de afstand tot het obstakel
afneemt, in combinatie met een
geluidssignaal, eerst snel intermitterend
en vervolgens continu.
125P2000184
137
De beschikbare opties zijn "Nabij",
"Med", "Ver".
"Park Assist"(waar aanwezig):
hiermee kunt u het type waarschuwing
dat door het Park Assist-systeem wordt
gegeven selecteren.
De beschikbare opties zijn:
- "Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder alleen met
geluidssignalen dat er een obstakel
aanwezig is, via de luidsprekers in het
voertuig.
- "Geluid en Scherm": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met
geluidssignalen (via de luidsprekers in
het voertuig) en visuele
waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
"Front Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het voorste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Rear Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het achterste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Park Assist vol."(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het volume van de geluidssignaal dat
door het Parkassist-systeem wordt
afgegeven te selecteren.
"Lane Assist Waarschuwing"(waar
aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid" van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
"Lane Assist Strength"(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om de kracht te selecteren die
uitgeoefend moet worden op het
stuurwiel om het voertuig terug te laten
keren in de rijbaan via de elektrische
stuurinrichting, in geval van een ingreep
van het Lane Assist-systeem.
"Blind Spot Alert"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het type waarschuwing te selecteren
("Alleen geluid" of "Geluid en
weergave") om de aanwezigheid van
voorwerpen in de blinde hoek van de
buitenspiegel aan te geven.
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
"Brakes"(waar aanwezig): met deze
functie kunnen de volgende submenu's
geselecteerd worden:
- "Remservice" (waar aanwezig):
hiermee kunt u de procedure activeren
om het onderhoud van het remsysteem
uit te voeren;
- "Autom. Parkeerrem" (waar
aanwezig): hiermee kunt u de
inschakeling van de automatische
parkeerrem in- of uitschakelen.
NAVIGATIE
(Alleen UConnect™ 5" Nav LIVE)
Een route plannen
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Met de functie bestemming zoeken
kunt u uw bestemmingen vinden en
bereiken op verschillende manieren:
door te zoeken op specifiek adres,
gedeeltelijk adres, specifiek type locatie
(bijv. een tankstation of een restaurant),
een postcode of een POI (Point of
Interest) nabij uw huidige positie (bijv.
een restaurant met het zoektype
ingesteld op "dichtbij"), een paar lengte-
en breedtegraadcoördinaten, of door
het selecteren van een punt op de
kaart.
279
De Android Auto- en Apple
CarPlay-apps afsluiten
Als de applicatie CarPlay is
ingeschakeld, hebt u nog steeds
toegang tot de inhoud van het
Uconnect™-systeem door de
bediening te gebruiken die op het
display beschikbaar en zichtbaar is. Om
terug te keren naar de inhoud van het
Uconnect™-systeem als de applicatie
Android Auto is ingeschakeld, moet de
laatste optie op de systeembalk van
Android Auto worden geselecteerd en
daarna "Terug naar Uconnect".
Om de sessie van Apple CarPlay of
Android Auto te beëindigen, moet de
smartphone fysiek van de
USB-aansluiting van het voertuig
worden losgekoppeld.
INSTELLINGEN
Druk op de toets Instellingen op het
display om het hoofdmenu Instellingen
weer te geven.
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat, als richtlijn, de
volgende opties:
Display
Eenheden (indien aanwezig)
Spraakopdrachten
Klok & Datum;
Veiligheid & Hulp bij rijden (indien
aanwezig)
Lichten
Portieren & Vergrendelingen
Opties uitschakeling voertuig
Audio
Telefoon/Bluetooth®
Radio instellen
Config. SiriusXM (indien aanwezig)
Standaardwaarden herstellen
Persoonlijke gegevens wissen
Reset Apps (indien aanwezig)
Veiligheid / Hulp(indien aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
"Brake Control"(waar aanwezig):
hiermee kunt u de interventiewijze van
het remcontrolesysteem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- “Alleen waarsch.”: het systeem grijpt
in door het inschakelen van
automatisch remmen;
-“
Waars + Act. Rem.": het systeem grijpt
in door de bestuurder een geluidssignaal
ter waarschuwing te geven en de
automatische remwerking te activeren.
"Afstelling Brake Control” (waar
aanwezig): met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het Brake
Control systeem, op basis van de
afstand tot het obstakel, geselecteerd
worden. De beschikbare opties zijn
"Nabij", "Med", "Ver".
"Park Assist"(voor bepaalde
versies/markten): hiermee kunt u het
type waarschuwing dat door het Park
Assist-systeem wordt gegeven,
selecteren.
De beschikbare opties zijn:
- “Alleen waarsch.”
- “Waarsch. + afbeelding”
“Front Park Assist”
De beschikbare opties zijn: "Laag",
"Medium", "Hoog".
“Rear Park Assist”
De beschikbare opties zijn: "Laag",
"Medium", "Hoog".
"Vertraging Rear View Camera”
(waar aanwezig): hiermee kan de
verdwijning van beelden van de camera
vertraagd worden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
“Richtlijnen actieve Rear View
Camera”(waar aanwezig): activeert de
dynamische roosters die het traject van
het voertuig op het display aanduiden.
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
297