een maximum van 8 telefoons
koppelen om de toegang en de
verbinding eenvoudiger en sneller te
maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon wordt
over het audiosysteem van het voertuig
uitgezonden: het systeem schakelt
automatisch het geluid van de autoradio
uit wanneer de Telefoonfunctie wordt
gebruikt.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knopPHONEop het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Telefoon aansluiten" om
de koppelingsprocedure te starten en
zoek vervolgens hetUconnect™
apparaat op de mobiele telefoon (als
"Nee" wordt geselecteerd, wordt het
hoofdscherm van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op hetdisplay van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het menu "Instellingen" kan
altijd een mobiele telefoon gekoppeld
worden door "Telefoonmenu/Telefoon
toevoegen" te selecteren, ga daarna te
werk zoals hierboven is beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont.
Opmerking Na het updaten van de
telefoonsoftware wordt het voor een
correcte werking aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten gelinkt aan de radio en ook
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®
-apparaten op
de telefoon te verwijderen en een
nieuwe koppeling te maken.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
door het selecteren van "Contacten"
(Telefoonboek ......);
door het selecteren van "Recente
oproep.";
door het selecteren van
"Toetsenbord".
Het telefoonnummer kiezen met het
"toetsenbord" op het display
Voer het telefoonnummer in met behulp
van het toetsenbord op het display.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopPHONEop het
voorpaneel;
selecteer "Toetsenbord" op het
display en gebruik de rechter toets
"BROWSE/ENTER" om het nummer in
te voeren;
selecteer het pictogramom te
bellen.
Kiezen van het telefoonnummer
met de mobiele telefoon
Het is mogelijk om bij ingeschakeld
systeem een telefoonnummer met de
mobiele telefoon te kiezen (zorg er altijd
voor dat u nooit wordt afgeleid tijdens
het rijden).
Wanneer een telefoonnummer wordt
gebeld met het toetsenbord van de
mobiele telefoon, wordt het geluid van
de oproep over het geluidssysteem van
uw auto weergegeven.
267
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
Knop Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Op het instrumentenpaneel wordt een lijst met de laatste 10 gesprekken weergegeven (functie
beschikbaar op versies en markten waar aanwezig)
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Lang indrukken: interactie met Siri, Apple CarPlay en Android Auto
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
De laatste oproepen worden alleen op het instrumentenpaneel weergegeven als het bladeren door
oproepen actief is (beschikbaar voor versies en markten waar aanwezig)
Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of tekstbericht (alleen met
bladeren door oproepen actief) op het instrumentenpaneel (functie beschikbaar op versies en markten
waar aanwezig)
271
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
RADIOMODUS
Als u de radiomodus wilt activeren,
drukt u op de knop RADIO op het
voorpaneel. U ziet nu de volgende
informatie op het display:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
“Bladeren”: lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het menu
"Audio", drukt u op de knop "Audio"
op het voorpaneel of op de knop
voor het menu "Audio" onder aan het
display.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Balance + Fade" (om de
audiobalans rechts/links en voor/achter
te regelen);
"Snelheid/Volume" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
“Loudness" (voor bepaalde
versies/markten);
"Auto-On Radio";
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX (waar aanwezig), USB of
Bluetooth®
.
Toepassingen die worden gebruikt op
draagbare apparaten zijn mogelijk niet
compatibel met hetUconnect™-
systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is.
Op een USB-apparaat kunt u
bijvoorbeeld de knop/toets BROWSE
ENTER gebruiken om door de lijst van
beschikbare artiesten, genres en
albums te bladeren, afhankelijk van de
informatie die aanwezig is op de tracks.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst te
springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaalde
Apple®
apparaten
uitgeschakeld zijn.
OPMERKING De toets BROWSE
ENTER staat geen enkele handeling op
een AUX apparaat toe (waar aanwezig).
273
Druk op de toets BROWSE ENTER om
deze functie te activeren op de bron die
afgespeeld wordt.
Draai de toets/knop BROWSE ENTER
om de gewenste categorie te kiezen en
druk vervolgens op deze toets/knop om
de keuze te bevestigen.
Druk op de knop
op het
voorpaneel om de functie te annuleren.
Bluetooth®-BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
een
Bluetooth®
apparaat met
muziekstukken aan het systeem te
koppelen.
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®
audioapparaat te
koppelen:
schakel de functieBluetooth®
in
op het apparaat;
druk op de toets MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer de mediabron
Bluetooth®
;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op het
Bluetooth®
audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het systeem
of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt het
Bluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van verbinding
bepaald. Het laatst verbonden apparaat
heeft de hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets PHONE op het voorpaneel en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als de
Bluetooth®
verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
USB-BRON
Om de USB-modus te activeren, moet
het betreffende USB-apparaat
aangesloten worden op de USB-poort
die zich op de tunnelconsole bevindt.
Wanneer er bij ingeschakelde radio een
USB-apparaat wordt geplaatst en
wanneer de functie “AutoPlay” is ingesteld
op ON in het menu “Audio”, begint het de
nummers op het apparaat af te spelen.
Opmerking Het is mogelijk dat het
Uconnect™-systeem niet alle
USB-pennen ondersteunt. In dit geval
kan niet automatisch van de
“Radiomodus” naar de “Mediamodus”
worden overgeschakeld. Controleer de
compatibiliteit van het toestel als het
niet afgespeeld wordt door
Mediamodus te selecteren. Een
specifiek bericht zal op het display van
hetU-connect™-systeem worden
weergegeven.
BELANGRIJK Na gebruik van een
USB-oplaadaansluiting, wordt
aangeraden het apparaat (smartphone)
los te koppelen, waarbij de kabel altijd
eerst uit de aansluiting van het voertuig
verwijderd moet worden, nooit eerst
vanaf het apparaat fig. 228. Kabels die
blijven rondslingeren of aangesloten
blijven, kunnen de correcte
oplaadfunctie en/of de conditie van de
USB-poort aantasten.
274
MULTIMEDIA
Opmerking De USB-poort verzorgt
zowel de gegevensoverdracht vanaf de
USB-stick/Smartphone, enz., als het
langzaam opladen, hetgeen echter niet
verzekerd wordt aangezien dit
afhankelijk is van het type/merk van het
externe apparaat.
AUX-BRON
(indien aanwezig)
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door het
apparaat zelf; het is niet mogelijk om
nummer/map/playlist te veranderen of
start/einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of
die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling uit
bij stilstaand voertuig en onder veilige
omstandigheden; deze functie is
uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in elk
geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
228P2000169
275
Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu
en stel de zoektocht in naar een
bestemming.
Terwijl u de informatie ingeeft, toont de
lijst de overeenkomende adressen en
POI's in twee verschillende lijsten. Het
overeenkomende adres en plaats
worden weergegeven in de
Adressenlijst en de POI, het type van
POI's en de locaties worden
weergegeven in de Point of Interest-lijst.
Om een route te plannen naar de
bestemming, de "Gids" knop
selecteren.
Er wordt een route gepland en u wordt
dan naar uw bestemming geleid aan de
hand van gesproken instructies en
aanwijzingen op het scherm.
Kaart update
Voor optimale prestaties moet het
navigatiesysteem regelmatig worden
geüpdatet. Daarom biedt de dienst
Mopar Map Care eens per drie
maanden een nieuwe kaartupdate.
De updates kunnen worden
gedownload van de website
maps.mopar.eu en rechtstreeks in het
Uconnect™-systeem worden
geïnstalleerd. Alle updates zijn gratis
gedurende 3 jaar na de datum waarop
de garantie van de auto ingaat.Het navigatiesysteem kan ook worden
geüpdatet door het Fiat
Servicenetwerk.
Opmerking De dealer kan kosten in
rekening brengen voor het updaten van
het navigatiesysteem.
SPRAAKOPDRACHTEN
OpmerkingenVoor talen die niet door
het systeem worden ondersteund, zijn
geen spraakopdrachten beschikbaar.
Om gebruik te maken van
spraakopdrachten, op de toets
op
het stuurwiel drukken (toets "Spraak")
en de spraakopdracht die u wilt
activeren uitspreken.
Algemeen
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Help
Annuleren
Herhalen
SpraakbegeleidingTelefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Bel
Kies
Opnieuw kiezen
Bel terug
Recente oproepen
Gemaakte oproepen
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon tekstberichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"
280
MULTIMEDIA
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
Knop Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Op het instrumentenpaneel wordt een lijst met de laatste 10 gesprekken weergegeven (functie
beschikbaar op versies en markten waar aanwezig)
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Lang indrukken: interactie met Siri, Apple CarPlay en Android Auto
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
De laatste oproepen worden alleen op het instrumentenpaneel weergegeven als het bladeren door
oproepen actief is (beschikbaar voor versies en markten waar aanwezig)
Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of tekstbericht (alleen met
bladeren door oproepen actief) op het instrumentenpaneel (functie beschikbaar op versies en markten
waar aanwezig)
286
MULTIMEDIA
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
RADIOMODUS
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: de naam van de
beluisterde zender wordt weergegeven.
Links: de toetsen "AM", "FM", "DAB”
(voor bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) voor de selectie van de
gewenste frequentieband, worden
weergegeven (de met de geselecteerde
band overeenkomende toets wordt
gemarkeerd);
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met kaartweergave
(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE).
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Bladeren": lijst van beschikbare
radiostations;
/selectie vorige/volgende
radiozender;
"Afst.": handmatige afstemming
radiozenders;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de toets "Audio" aan de
onderkant van het display om het menu
“Audio” te openen.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Balans / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Equalizer" (waar aanwezig);
"Snelheidsafhankelij. volumeregeling"
(automatische, snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Compensatie AUX volume" (alleen
actief als een AUX-apparaat wordt
ingebracht);
“AutoPlay”-functie;
"Auto-On Radio".
MEDIA-MODUS
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB,
Bluetooth®
en AUX (indien
voorzien).
BELANGRIJK Toepassingen die worden
gebruikt op draagbare apparaten zijn
mogelijk niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.
Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhaal": het huidige nummer
opnieuw afspelen;
"Shuffle": de nummers in willekeurige
volgorde afspelen;
Voortgang en duur van het nummer.
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: weergave van de volgende
toetsen:
Geselecteerd apparaat of audiobron;
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
288
MULTIMEDIA