
OPMERKING Ga, om de lijst met
mobiele telefoons en ondersteunde
functies te raadplegen, naar de website
www.driveuconnect.eu
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™-apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling" te
drukken: druk op de knop "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele telefoon);
selectie van “Recente oproepen";
selectie van het pictogram;
drukken op de knop "Opn. bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als de bewerking niet wordt
ondersteund door de telefoon, wordt
de bijbehorende grafische toets
uitgeschakeld (wordt grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon
zijn ontvangen door op de grafische
toets
te drukken (in het overzicht
worden maximaal 60 ontvangen
berichten weergegeven).
203 

Ga voor nadere informatie over de
services die op uw markt beschikbaar
zijn, naar de website
www.driveuconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™ LIVE-app
hebt gelanceerd en uw gegevens hebt
ingevoerd, moet u deBluetooth®-
koppeling tussen uw smartphone en de
autoradio uitvoeren, zoals beschreven
in de paragraaf "Mobiele telefoon kop-
pelen" om toegang te krijgen tot de
Uconnect™LIVE-services in uw auto.
De lijst van ondersteunde mobiele
telefoons is beschikbaar op
www.driveuconnect.eu.
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™ LIVEop de radio.
Wanneer de activering is afgerond,
wordt de gebruiker hiervan op de
hoogte gebracht met een bericht. Als
een persoonlijk profiel nodig is voor
de services, kunnen uw accounts
worden aangesloten via de
Uconnect™ LIVE-app, of in uw
persoonlijke zone op
www.driveuconnect.eu.Gebruiker niet aangesloten
Als de gebruiker de mobiele telefoon
niet met hetBluetooth®-systeem kop-
pelt, dan toont het radiomenu bij het
drukken op de knopUconnect™ LIVE
uitgeschakelde pictogrammen, met
uitzondering vaneco:Drive™.
Raadpleeg voor meer informatie over
deeco:Drive™functies het
betreffende hoofdstuk.
Instellingen van de Uconnect™
services die via de autoradio
beheerd kunnen worden
Het gedeelte "Instellingen" kan worden
geopend via hetUconnect™
LIVE-radiomenu door te drukken op
het pictogram
. In deze sectie kan
de gebruiker de systeemopties
controleren en naar eigen voorkeur
wijzigen.
Systemen updaten
Als een update voor hetUconnect™
LIVE-systeem beschikbaar is, terwijl de
Uconnect™-services worden gebruikt,
dan wordt u hiervan op de hoogte
gebracht via een bericht op het
radioscherm.Voor de update moet de nieuwe versie
van de beheersoftware van
Uconnect™ LIVE-services worden
gedownload. De update wordt
uitgevoerd met behulp van de
gegevensverbinding van de gekoppelde
smartphone. De gebruiker wordt op
de hoogte gebracht van de
gegenereerde verkeershoeveelheid.
DE Uconnect™ LIVE-APP
DeUconnect™ LIVE-app moet op uw
smartphone worden geïnstalleerd om
de verbonden services vanuit uw auto
te kunnen openen. Dit kan worden
gebruikt om uw profiel te beheren en
uwUconnect™ LIVEervaring aan
te passen.
De App kan worden gedownload via de
"App Store" of "Google Play".
Om veiligheidsredenen kan de App niet
worden geopend wanneer de telefoon
is geregistreerd met de autoradio.
Persoonlijke gegevens (e-mail en
wachtwoord) zijn vereist om toegang te
krijgen tot deUconnect™ LIVE-
radioservices, daarom is uw
persoonlijke account beveiligd en kan
deze alleen worden geopend door
de echte gebruiker.
205 

Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het
voertuig
DeUconnect™ LIVE-services
beschikbaar in het radiomenu kunnen
verschillen afhankelijk van de markt.
Deeco:Drive™en my:Car applicaties
zijn ontwikkeld om de rijervaring van
de klant te verbeteren, en daarom zijn
ze verkrijgbaar op alle markten waar
toegang tot deUconnect™ LIVE
services mogelijk is.
Ga voor nadere informatie naar de
website www.driveuconnect.eu.
Als het navigatiesysteem in de
autoradio wordt geïnstalleerd, dan
wordt bij toegang tot deUconnect™
LIVEservices het gebruik van de
TomTom LIVE-services geactiveerd.
Raadpleeg voor meer informatie over
de LIVE-functies het betreffende
hoofdstuk.
eco:Drive™
Met deeco:Drive™applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.Daarnaast kunnen de gegevens worden
opgeslagen op een USB-flashdrive en
kan een gegevensanalyse worden
gemaakt op uw pc dankzij de
eco:Drive™desktopapplicatie,
beschikbaar op www.fiat.it of
www.driveuconnect.eu.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de
volgende parameters controleren:
Acceleratie
Deceleratie
Versnellingsbak
Snelheid
eco:Drive™ display
Druk op de toetseco:Drive™om van
deze functie gebruik te maken.
Er wordt een scherm weergegeven op
het display van de autoradio met de
4 hierboven beschreven indexen. Deze
indexen zijn grijs totdat het systeem
genoeg gegevens heeft om de rijstijl te
analyseren.
Zodra voldoende gegevens
beschikbaar zijn, nemen de indexen op
basis van de beoordeling 5 kleuren
aan: donkergroen (zeer goed),
lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer
slecht)."Huidige trip index" verwijst naar de
volledige waarde die in realtime is
berekend op grond van het gemiddelde
van de beschreven indexen.
Deze index geeft de eco-vriendelijkheid
van de rijstijl weer: van 0 (laag) tot
100 (hoog).
In geval van een langdurige inactiviteit
geeft het display het gemiddelde van de
indexen tot dat moment weer
("Gemiddelde index") en zodra het
voertuig opnieuw wordt gestart, worden
de indexen weer in kleur en in realtime
weergegeven.
Om het gemiddelde van de gegevens
van de vorige rit te controleren (de "trip"
begint op het moment dat de
contactsleutel naar MAR is gedraaid en
stopt op het moment dat hij naar STOP
wordt gedraaid), de toets "Vorige route"
selecteren.
De gegevens van de vorige trip kunnen
ook worden weergegeven door op de
toets "Details" te drukken, waarna
de reisduur (tijd en afstand) en de
gemiddelde snelheid worden
weergegeven.
206
MULTIMEDIA 

Registreren en overdragen van
tripgegevens
De reisgegevens worden opgeslagen in
het systeemgeheugen en overgebracht
door middel van een geschikt
geconfigureerde USB-geheugenstick of
door deUconnect™ LIVEApp. Op
die manier kunt u de geschiedenis van
de verzamelde gegevens, met een
volledige analyse van de routegegevens
en van uw rijstijl, weergeven.
Ga voor meer informatie naar
www.driveuconnect.eu.
WAARSCHUWING De USB-
geheugenstick niet verwijderen of de
verbinding van de smartphone met de
Uconnect™ LIVE-app verbreken,
voordat het systeem de gegevens heeft
gedownload, want anders kunnen de
gegevens verloren gaan.Tijdens de gegevensoverdracht naar de
apparaten kunnen er berichten op het
display van de autoradio verschijnen
om de gebruiker op de juiste wijze door
deze handeling te leiden; volg deze
aanwijzingen op. Deze berichten
worden alleen weergegeven als de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en als een uitschakelvertraging van het
Uconnect-systeem is ingesteld. De
gegevens worden bij het afzetten van
de motor automatisch naar de
apparaten verzonden. Overgedragen
gegevens worden op deze manier
verwijderd uit het systeem geheugen. U
kunt kiezen om de reisgegevens al
dan niet op te slaan, door op de toets
"Instellingen” te drukken en door de
activering van de opslag en de
overdracht naar USB of Cloud in te
stellen.
OPMERKING Als de USB-
geheugenstick vol is, worden
waarschuwingsberichten op het
radiodisplay weergegeven.
Wanneer er langere tijd geen
eco:Drive™gegevens naar de
USB-geheugenstick worden verzonden,
kan het interne geheugen van het
Uconnect™ LIVEsysteem verzadigd
raken. Volg de instructies in de
berichten op het radiodisplay.my:Car
Met my:Car kunt u de toestand van uw
auto onder controle houden.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
over de vervaldatum van het
onderhoudsinterval. Druk op de knop
"my:Car" om van deze toepassing
gebruik te maken.
Op het display verschijnt een scherm
met de sectie "care:Index", waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van de auto wordt getoond. Druk op
de knop "Actieve waarschuwingen" om
de informatie (indien aanwezig) over
de storingen van het voertuig te tonen
die het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg
hadden.
De status van de auto kan zowel
bekeken worden op
www.driveuconnect.eu als met de
Uconnect™LIVE-app.
Instellingen
Druk op de knop
op het voorpaneel
voor de weergave van het menu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Weergave;
Eenheden;
207 

Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Lichten (waar aanwezig);
Portieren+Vergrendeling;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon /Bluetooth®;
Instelling SiriusXM (waar aanwezig);
Configuratie radio;
Instellingen Resetten;
Persoonlijke gegevens wissen.
Navigatie (alleen
Uconnect™ 5" Nav LIVE)
Een route plannen
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Druk op de knop "Nav" om de kaart
voor navigatie weer te geven op het
display.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
tik op het scherm om het
Hoofdmenu te openen;
tik op "Navigeer naar" of "Rijd naar";
tik op "Adres"; U kunt de land- of
provincie-instelling wijzigen door de
vlag aan te raken voordat u een stad
selecteert;
voer de naam of de postcode van
de plaats in. Tijdens het typen worden
plaatsen met vergelijkbare namen in
de lijst weergegeven;
voer de straatnaam in. Tijdens het
typen worden straten met vergelijkbare
namen in de lijst weergegeven. Zodra
de juiste straatnaam in de lijst
verschijnt, tikt u op de naam om de
bestemming te selecteren;
voer het huisnummer in en tik op
"Ok";
als de optie "Toon locatievoorbeeld"
in het menu Geavanceerde instellingen
is ingeschakeld, wordt uw positie op
de kaart weergegeven. Tik op
"Selecteer" om door te gaan of op
"Terug" om een ander adres in te
voeren;
wanneer de nieuwe route wordt
weergegeven, tikt u op "OK". Voor
meer informatie over de route tikt u op
"Details". Als u uw route wilt wijzigen,
bijvoorbeeld als u via een bepaalde
locatie wilt reizen of een nieuwe
bestemming wilt selecteren, tik dan op
“Wijzig route”.
U wordt dan naar uw bestemming
geleid aan de hand van gesproken
instructies en aanwijzingen op het
scherm.OPMERKING: Het volume van het
navigatiesysteem kan alleen worden
aangepast tijdens de navigatie als
er gesproken aanwijzingen zijn
ingeschakeld.
De kaart updaten
Er zijn twee manieren om een
kaartupdate te downloaden:
Garantie meest recente kaarten: als
er een nieuwe kaart beschikbaar komt
binnen 90 dagen na het eerste gebruik,
kan deze eenmaal gratis gedownload
worden.
Update van kaart: u kunt een nieuwe
versie van de op uw systeem
geïnstalleerde kaart aanschaffen.
Om de beschikbaarheid te controleren
of een kaart aan te schaffen, ervoor
zorgen dat u een USB-apparaat heeft
voorbereid en TomTom HOME op
uw computer heeft geïnstalleerd.
Een USB-apparaat voorbereiden
Om de kaart te updaten moet u een
USB-apparaat gebruiken dat voldoet
aan de volgende vereisten.
Idealiter moet het USB-apparaat
leeg zijn.
Het USB-apparaat moet minstens
8 GB vrij geheugen hebben.
208
MULTIMEDIA 

Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
Knop Functies Modus
Ontsteking Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
TERUGSelectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
SCROLL (BLADEREN) TUNE
(AFSTEMMEN)
Lijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen
Ander nummer kiezen binnen mediabron
Radiostationwijziging wanneer in tunermodusKnop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen
Geeft de lijst stations weer indien in Radiomodus
Doorloop de inhoud van de bronnen indien in Media-modus
Open de bladeren-lijst indien in Radio- of Media modusKnop kort indrukken
213 

Systeem in-/
uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
Radiomodus
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Links:de knoppen "AM", "FM” en
“DAB” om de gewenste frequentieband
te selecteren (knop is
herconfigureerbaar afhankelijk van de
geselecteerde band: AM, FM of DAB);
Rechts: de volgende knoppen:
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™ 7" HD Nav LIVE).
Onderaan:weergave van de volgende
toetsen:
"Bladeren": lijst van beschikbare
radiostations;
/: vorige/volgende
radiostation selecteren;
"Afstemm.": handmatige afstemming
op het radiostation;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het "Audio"
menu, op de toets "Audio" drukken aan
de onderkant van het display.
Door middel van het menu "Audio"
kunnen de volgende aanpassingen
worden uitgevoerd:
"Balans / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Equalizer" (waar aanwezig);
"Snelheidsafhankelij.
volumeregeling" (automatische,
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
“AutoPlay”-functie;
"Auto-On Radio".Media-modus
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB,Bluetooth®.
OPMERKING Applicaties die gebruikt
worden op draagbare apparaten
kunnen mogelijk niet compatibel zijn
met hetUconnect™-systeem
Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhalen": het huidige nummer
opnieuw afspelen;
"Shuffle": de nummers in
willekeurige volgorde afspelen;
In het midden:informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links:de volgende knoppen:
Geselecteerd apparaat of audiobron;
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: de volgende knoppen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
"Tracks": een lijst met de
beschikbare tracks of nummers.
217 

"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™ 7" HD Nav LIVE).
Onderaan:informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
Actief apparaat of audiobron;
/: vorig/volgend nummer
selecteren;
: het afgespeelde nummer
pauzeren;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Nummer selecteren
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af
van het apparaat dat aangesloten is. Bij
een USB-apparaat kunt u bijvoorbeeld
de SCROLL TUNE-knop/toets
gebruiken om door de lijst beschikbare
artiesten, genres en albums te
bladeren, afhankelijk van de informatie
die aanwezig is op de nummers.
Draai aan de toets/knop SCROLL
TUNE om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.OPMERKING De indexeringstijd van
een USB-apparaat kan variëren op
basis van het ingebrachte medium (in
sommige gevallen kan dit enkele
minuten duren).
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Uconnect™-systeem niet alle
USB-pennen ondersteunt. In dit geval
kan niet automatisch van de
“Radiomodus” naar de “Mediamodus”
worden overgeschakeld. Controleer
de compatibiliteit van het toestel als het
niet afgespeeld wordt door
Mediamodus te selecteren. Een
specifiek bericht zal op het display van
hetU-connect™-systeem worden
weergegeven.
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth® AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop “Media” op het
display;
druk op de knop "Bron selecteren";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoek “Uconnect” op het
Bluetooth®-audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets "Telefoon" op het display en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen" "Telefoon/
Bluetooth®” te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
218
MULTIMEDIA