137
Ga als volgt te werk om de softtop weer
op de auto aan te brengen:
❒ open de portieren;
❒ neem de softtop uit de bagageruimte
en plaats hem op de middellijn; de
voorkant is herkenbaar aan de
aanwezigheid van de zonneklep fig. 110;
❒ rol de softtop uit, breng hem onder de
spoiler aan en zorg ervoor dat hij op de
juiste plaats zit;
❒ draai de rail naar boven en breng hem
aan in de desbetreffende behuizingen in
de centreerpennen aan de zijkant van de
softtop fig. 113 op de auto en let erop
dat de voorste en de achterste pen ook
worden aangebracht;❒ druk de voorzieningen aan de zijkant 2
naar binnen fig. 114 en draai de rail
omlaag;
❒ laat de hendels los, blijf de rail draaien
door erop te drukken tot u de
vergrendeling dicht hoort klikken;
❒ controleer of de voorzieningen 2
volledig gesloten zijn fig. 115;
❒ ga op dezelfde manier te werk voor de
andere zijde van de softtop;
114A0L0220
❒ plaats de twee middelste
borginrichtingen 1 fig. 110 in hun
behuizingen in de auto en draai ze ¼ slag
rechtsom om ze vast te zetten; Controleer
of de pennen correct in hun zittingen zijn
aangebracht en zorg ervoor dat de
ringgreep in horizontale positie zit.
De bevestiging is alleen correct uitgevoerd
en de softtop zit alleen stevig vast als de
ring horizontaal zit (niet verticaal of in een
hoek van 45°).
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
❒ Het is raadzaam eerst de auto te
parkeren alvorens de softtop te
monteren. De gesloten softtop
beschermt de auto op doeltreffende
wijze tegen regen en diefstal.
115A0L0221
113A0L0203
BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN
AANSTEKER
De aansteker wordt zeer heet. Wees voorzichtig en zorg dat hij niet wordt gebruikt door kinderen: brandgevaar en/of gevaar voor
brandwonden.
ASBAK
Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken in brand raken.
WIELEN EN BANDEN
De wegligging van de auto is in grote mate afhankelijk van een juiste bandenspanning. Als de bandenspanning te laag is, kan de band
oververhit raken en als gevolg daarvan ernstig beschadigd raken.
Verwissel de banden niet van de linkerzijde naar de rechterzijde en andersom, om omkering van de draairichting te vermijden.
Voer geen lakspuitwerkzaamheden op de lichtmetalen wielvelgen uit met temperaturen boven 150°C.
De mechanische kenmerken van de wielen kunnen hierdoor veranderen.
De auto is altijd uitgerust met voor- en achterwielen van verschillende afmetingen. Daarom kunnen de achterwielen niet aan de voorzijde
gemonteerd worden en andersom.
OPTIONELE ACCESSOIRES
Let op bij het monteren van aanvullende spoilers of niet-standaard lichtmetalen velgen: daardoor kan de ventilatie van de remmen
namelijk beperkt worden, wat invloed heeft op de efficiëntie van de remmen bij bruusk, herhaaldelijk remmen of op lange afdalingen. Let
erop dat de slag van de pedalen nergens door wordt belemmerd (matten, enz.).
DEMPER KATALYSATOR
Onder bedrijfsomstandigheden wordt de katalysator erg heet. Parkeer het voertuig dus niet op licht ontvlambaar materiaal
(gras, droge bladeren, dennennaalden enz.) om het gevaar van brand te voorkomen.
BELANGRIJK