130
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bedenk dat als de contactsleutel in
stand MAR staat, ook bij uitgezette
motor de airbags geactiveerd kunnen worden
als de auto wordt aangereden door een andere
auto. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat,
absoluut geen kinderen op de passagiersstoel
voor worden geplaatst. Als de contactsleutel
echter in stand STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een systeem
niet in werking treedt, betekent dit niet dat het
systeem niet goed werkt.
ATTENTIE
Laat bij diefstal of een poging tot
diefstal, bij beschadiging of als de auto
bij een overstroming onder water is geweest, het
airbagsysteem door het Abarth Servicenetwerk
controleren.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje “(met de
frontairbag aan passagierszijde ingeschakeld)
enkele seconden knipperen, om u eraan te
herinneren dat de airbag aan passagierszijde bij
een botsing wordt geactiveerd. Hierna moet het
lampje doven.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met water
worden afgenomen of met stoom
worden gereinigd (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).
ATTENTIE
De frontairbag treedt in werking als de
botsing zwaarder is dan een botsing
waarbij alleen de gordelspanners worden
geactiveerd. Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
ATTENTIE
Haak geen harde voorwerpen aan de
kledinghaakjes en aan de
steunhandgrepen.
ATTENTIE
De airbag is geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Omdat de frontairbags niet worden geactiveerd
bij frontale botsingen bij lage snelheid, bij
zijdelingse aanrijdingen en als de auto van
achter wordt aangereden of over de kop slaat,
worden in deze gevallen de inzittenden
uitsluitend door de veiligheidsgordels
beschermd. De gordels moeten dus altijd
gedragen worden.
ATTENTIE
109-130 PUNTO Abarth NL 1ed.qxd 20-07-2012 11:48 Pagina 130
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge
toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet
bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen maximale
prestaties. Wij raden u aan te wachten tot de
wijzernaald van de koelvloeistoftemperatuurmeter
begint te bewegen.
132
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERHoud er rekening mee dat de rem- en de
stuurbekrachtiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden. Op die wijze kan
er onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal
beschadigen.
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒zet de versnellingspook in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het
gaspedaal in te trappen;
❒draai de contactsleutel in stand AVV en laat de
sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
u de sleutel terugdraaien in stand STOP voordat
u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje
Yop het instrumentenpaneel samen met het lampje
Ublijft branden, raden wij u aan de sleutel in stand
STOP te draaien en vervolgens weer in stand MAR; als
het lampje nog steeds blijft branden, probeer het dan
met de andere geleverde sleutels.
BELANGRIJK Als het lampje
Yop het
instrumentenpaneel constant blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Laat de contactsleutel niet in stand MAR
staan als de motor is uitgezet.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 132
134
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U125Abfig. 125
GEBRUIK VAN DE
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK
Om de versnellingen in te schakelen, moet u het
koppelingspedaal geheel intrappen en vervolgens de
versnellingspook in de gewenste stand plaatsen (het
schakelschema staat op de knop van de pook fig. 125).
Voor het inschakelen van de 6
eversnelling moet de
pook naar rechts worden gedrukt om te voorkomen dat
per ongeluk de 4
eversnelling wordt ingeschakeld. Dit
geldt ook voor het schakelen van de 6enaar de 5e
versnelling.
BELANGRIJK De achteruit kan alleen bij een stilstaande
auto worden ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de achteruit R vanuit de
vrijstand in te schakelen: trek de schuifring A-fig. 125
onder de knop omhoog en verplaats de pook naar links
en vervolgens naar voren. HANDREM fig. 124
De handrem is aan de linkerzijde van de
bestuurdersstoel geplaatst. Om de handrem in te
schakelen, moet u de hendel omhoog trekken zodat de
auto blokkeert. Op een vlakke ondergrond hoort de
auto geblokkeerd te zijn als de handrem vier of vijf
tanden is aangetrokken. Op sterke hellingen en bij een
beladen auto moet de handrem negen of tien tanden
worden aangetrokken.
BELANGRIJK Als dit niet het geval is, laat dan het
Abarth Servicenetwerk de handrem afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de contactsleutel in
stand MARstaat, gaat op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje
xbranden.
Handrem uitschakelen:
❒trek de hendel iets omhoog en druk op de
ontgrendelknop
A;
❒houd de knop Aingedrukt en laat de hendel zakken.
Het lampje
xop het instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachtse bewegingen van de auto te
voorkomen, moet bij het bedienen van de handrem het
rempedaal worden ingetrapt.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 134
138
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de
standaard geleverde banden.
Bij het Abarth Servicenetwerk zijn WINTER-banden
205/45 R17"- 88Q (M+S) verkrijgbaar, die gebruikt
kunnen worden als de auto voornamelijk op
besneeuwde trajecten rijdt.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en
het type winterbanden exact aan de gegevens die staan
vermeld in de paragraaf „Wielen” in het hoofdstuk
„Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden
verminderen aanzienlijk als de profieldiepte minder is
dan 4 mm. In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden zijn
de prestaties onder niet-winterse omstandigheden of
wanneer er lange afstanden op de snelweg worden
gereden, minder dan die van de standaard gemonteerde
banden.
Beperk het gebruik van winterbanden tot die
omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
Bij winterbanden met de indicatie „Q”
mag niet sneller worden gereden dan
160 km/h; echter de lokaal geldende wettelijke
snelheidsbeperkingen moeten altijd worden
gerespecteerd.
ATTENTIE
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de
maximum toegestane snelheid lager is dan de
topsnelheid van de auto (met een marge van 5%), dan
dient u in het interieur van de auto een voor de
bestuurder duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaatje te
plaatsen met de maximum toegestane snelheid wanneer
met die winterbanden wordt gereden (overeenkomstig
de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde
merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het
rijden en remmen en voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 138
141
LAMPJES EN MELDINGEN
ALGEMENE OPMERKINGEN
Het branden van enkele lampjes/symbolen gaat gepaard
met een specifiek bericht en/of een akoestisch signaal.
Deze meldingen zijn beknopt en uit voorzorg en moeten
als een aanvulling worden gezien en niet als alternatief
voor de informatie in dit Instructieboek. Wij raden
u daarom aan dit Instructieboek goed door te lezen.
Houdt u bij een storing altijd aan de aanwijzingen die in
dit hoofdstuk beschreven worden.
BELANGRIJK De storingsmeldingen die op het
instelbare multifunctionele display verschijnen, zijn
onderverdeeld in twee categorieën: ernstige storingen
en minder ernstige storingen.
De meldingen voor ernstige storingen worden langdurig
„cyclisch” herhaald.
De meldingen voor minder ernstige storingen worden
gedurende een kortere tijd „cyclisch” herhaald.
U kunt de weergavecyclus van beide categorieën
onderbreken door op de knop MENU ESC te drukken.
De lampjes op het instrumentenpaneel blijven branden,
totdat de oorzaak van de storing is verholpen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERLAMPJES EN MELDINGEN
Als het lampje xtijdens het rijden gaat
branden (er verschijnt ook een melding
op het display), stop dan onmiddellijk en wendt
u tot het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
TE LAAG
REMVLOEISTOFNIVEAU (rood)
AANGETROKKEN HANDREM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Te laag remvloeistofniveau
Het lampje gaat branden als het remvloeistofniveau in
het reservoir onder het minimum niveau is gedaald,
bijvoorbeeld door lekkage in het remsysteem.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
x
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de handrem wordt
aangetrokken.
Als de auto in beweging is, hoort u bij enkele
uitvoeringen ook een akoestisch signaal.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden, controleer dan of de handrem niet is
aangetrokken.
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 141
142
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje branden. Na enkele seconden
moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem defect of niet
beschikbaar is. In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u zo snel
mogelijk tot het Abarth Servicenetwerk.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
>
STORING EBD
(rood/geel)
Als bij een draaiende motor
tegelijkertijd de waarschuwingslampjes
xen >gaan branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar; in dat
geval kunnen bij krachtig remmen de achterwielen
vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan gaan
slippen. Rijd direct zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
werkplaats van het Abarth Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
> x
STORING ESP
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje branden. Na enkele seconden
moet het lampje doven.
Storing in ESP/ASR
Als het lampje niet dooft of blijft branden tijdens het
rijden, dan is er een storing in het ESP/ASR-systeem.
Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Opmerking Als het lampje knippert tijdens het rijden,
dan geeft dit aan dat het ESP in werking is getreden.
Storing Hill Holder
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als het lampje gaat branden, is er een storing in het Hill
Holder-systeem. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk
tot het Abarth Servicenetwerk.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
á
STORING AIRBAG (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje branden. Na enkele seconden
moet het lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden, geeft dit een
storing in het airbagsysteem aan.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
¬
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 142
143
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
NIET OMGELEGDE
VEILIGHEIDSGORDELS (rood)
Het lampje gaat continu branden als bij
stilstaande auto de veiligheidsgordel aan
bestuurderszijde niet goed is omgelegd.
Als de auto rijdt en de veiligheidsgordels voor zijn niet
goed omgelegd, dan gaat het lampje knipperen en klinkt
een akoestisch signaal (zoemer).
<
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en het lampje ¬gaat niet
branden of blijft branden tijdens het rijden, dan
is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen;
in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners
niet geactiveerd worden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de
juiste wijze geactiveerd worden. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te nemen met
het Abarth Servicenetwerk om het systeem
direct te laten controleren.
ATTENTIE
Een defect lampje ¬(lampje gedoofd)
wordt aangegeven doordat het lampje
voor de uitgeschakelde frontairbag aan
passagierszijde “langer dan de normale
4 seconden knippert.
ATTENTIE
Het lampje “geeft bovendien
eventuele storingen van het lampje ¬
aan. Dit wordt aangegeven door het langer
knipperen van het lampje “dan de normale 4
seconden. In dat geval kan het lampje ¬geen
storingen in de airbag-/gordelspannersystemen
aangeven. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het Abarth
Servicenetwerk om het systeem direct te laten
controleren.
ATTENTIE
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD (geel)
Het lampje
“brandt als de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde
de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
“ongeveer 4 seconden branden en vervolgens
4 seconden knipperen. Hierna moet het lampje doven.
“
Het akoestische signaal (zoemer) van het SBR-systeem
(Seat Belt Reminder) kan alleen worden uitgeschakeld
door het Abarth Servicenetwerk.
Het systeem kan weer worden ingeschakeld via het
setup-menu.
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 143
144
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
TE LAGE MOTOROLIEDRUK (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje branden. Het moet doven
zodra de motor is aangeslagen.
Het lampje gaat continu branden en er verschijnt een
melding op het display als de motoroliedruk
onvoldoende is.
v
Als het lampje vtijdens het rijden
gaat branden (er verschijnt ook een
melding op het display), zet dan onmiddellijk de
motor uit en wendt u tot het Abarth
Servicenetwerk.
ATTENTIE
STORING EOBD-SYSTEEM
(geel)
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MAR zet, dan gaat het
lampje branden. Het lampje moet doven als de motor is
gestart. Het lampje gaat eerst branden om de juiste
werking ervan aan te geven. Als het lampje blijft branden
of tijdens het rijden gaat branden:
❒continu branden: duidt op een defect in het inspuit-
/ontstekingssysteem. Dit kan tot gevolg hebben dat
schadelijke uitlaatgasemissie toeneemt, de prestaties
verminderen, de auto slechter gaat rijden en het
brandstofverbruik toeneemt.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder
te veel van de motor te eisen of met hoge snelheid te
rijden. Als lang met een brandend waarschuwingslampje
wordt doorgereden, kunnen beschadigingen ontstaan.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt. De storing
wordt door het systeem in het geheugen opgeslagen.
❒knipperend: duidt op een mogelijke beschadiging van
de katalysator (zie „EOBD-systeem” in het
hoofdstuk „Wegwijs in uw auto”).
U
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 144