Waarschuwingslampje Wat het betekent Wat te doen
BEVEILIGINGSALARM VOERTUIG
Het waarschuwingslampje gaat branden om
een storing van het beveiligingsalarm aan te
geven. Neem zo snel mogelijk contact op met
het Abarth Servicenetwerk.Neem zo snel mogelijk contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
64
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Groene waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje Wat het betekent Wat te doen
RICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet
of, samen met de rechter richtingaanwijzer,
wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt
verplaatst of, samen met de linker
richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
STADSLICHT EN DIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het
stadslicht of het dimlicht wordt ingeschakeld.
MISTLICHTEN (waar aanwezig)
Het lampje gaat branden wanneer de
mistlampen voor worden ingeschakeld.
CRUISE CONTROL (INDICATIELAMPJE
INSTELLING)
(indien aanwezig)
Het waarschuwingslampje gaat branden als er
een cruise-snelheid is ingesteld.
INDICATOR INSTELBARE
SNELHEIDSBEGRENZING (indien aanwezig)
Het waarschuwingslampje licht groen op als
een snelheid is ingesteld (zie de paragraaf
"Speed Limiter" in het hoofdstuk "Starten en
rijden").
72
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
BERICHT OP DISPLAY
Als er een bericht op het middelste
display wordt weergegeven, treft u de
benodigde maatregelen (op een kalme
manier) in overeenstemming met het
weergegeven bericht.
Als de volgende berichten op het
middelste display worden
weergegeven, kan er sprake zijn van
een storing in een van de systemen van
het voertuig:
Hoge temperatuur
motorkoelvloeistof: wordt
weergegeven als de motorkoelvloeistof
zeer hoog is geworden.
Storing oplaadsysteem: wordt
weergegeven als het laadsysteem een
storing heeft.
Temperatuurwaarschuwing: het
volgende bericht wordt weergegeven
als de temperatuur rond het middelste
display erg hoog is. Het wordt
aanbevolen de temperatuur in de auto
of de temperatuur rond het middelste
display te verlagen door rechtstreeks
zonlicht te vermijden.
Breng het voertuig tot stilstand op een
veilige plek en neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
WAARSCHUWINGSTOON
IS GEACTIVEERD
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingstoon geactiveerd:
lampen aan-herinnering;
Airbag/gordelspansysteem;
Actieve motorklep (indien aanwezig);
Contact niet uitgeschakeld (STOP);
Sleutel uit voertuig verwijderd;
Verzoekschakelaar inoperatief
(versies met geavanceerde keyless
functie);
Sleutel in bagageruimte
achtergelaten (versies met
geavanceerde keyless functie);
Sleutel in voertuig achtergelaten
(versies met geavanceerde keyless
functie);
Snelheidsalarm (indien aanwezig);
Waarschuwingstoon
bandenspanning (indien aanwezig);
Buitentemperatuur (indien aanwezig);
Elektronisch stuurslot;
Snelheidsbeperker (indien aanwezig);
Waarschuwing bij 120 km/u (indien
aanwezig).
BELANGRIJK
62)Manipuleer nooit de airbag/
gordelspansystemen en neem altijd
contact op met het Abarth Servicenetwerk
voor onderhoud en reparaties. Het zelf
onderhouden of manipuleren van de
systemen is gevaarlijk. Een airbag/
gordelspanner kan per ongeluk worden
geactiveerd of kapot gaan en resulteren in
ernstig letsel of overlijden.
63)Bestuur het voertuig niet als het
waarschuwingslampje van de actieve
motorkap brandt of knippert. Het is
gevaarlijk het voertuig te gebruiken terwijl
het waarschuwingslampje van de actieve
motorkap brandt of knippert, aangezien het
actieve motorkapmechanisme dan mogelijk
niet goed functioneert in het geval het
voertuig een voetganger zou raken.
76
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
IN GEVAL VAN NOOD
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen dat
in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis landelijke of
internationale universele
telefoonnummer bellen om het
dichtstbijzijnde Servicepunt te vinden.ALARMKNIPPERLICHTEN......148
EEN LAMP VERVANGEN.......149
ZEKERINGEN VERVANGEN.....159
BANDENREPARATIEKIT........166
STARTEN MET HULPACCU.....172
SLEPEN VAN HET VOERTUIG. . . .174
SLEPEN BIJ PECH...........176
147
ALARMKNIPPER
LICHTEN
BEDIENING
Druk op de knop fig. 109 om het licht
in/uit te schakelen.
Druk de knop van de
alarmknipperlichten in en alle
richtingaanwijzers zullen gaan
knipperen. Het alarmknipperlichten
indicatielampje
enzullen
tegelijkertijd op het instrumentencluster
gaan knipperen.
NOODSTOP
SIGNALERINGSSYSTEEM
Het systeem schakelt uit als het
vaststelt dat het rempedaal wordt
losgelaten of, op basis van de lagere
voertuigsnelheid, dat er niet langer
sprake van noodremmen is.
Als het systeem bepaalt dat een
dergelijke situatie zich voordoet, zullen
alle richtingaanwijzers snel gaan
knipperen om de bestuurder van het
voertuig achter u te waarschuwen dat
uw voertuig plotseling moet remmen.
Dit systeem is ontworpen om vast te
stellen wanneer u het rempedaal met
een grotere kracht dan normaal indrukt,
zoals wanneer noodremmen vereist is.
De snel knipperende richtingaanwijzers
zullen het normale knipperpatroon
hervatten als u het voertuig tot stilstand
brengt terwijl de richtingaanwijzers snel
knipperen.Het noodstop signaleringssignaal werkt
niet bij een voertuigsnelheid lager dan
circa 60 km/h.
Als het rempedaal bij rijden op een
gladde weg ingedrukt wordt, kan het
noodstop signaleringssysteem worden
ingeschakeld, waardoor alle
richtingaanwijzers gaan knipperen.
10905031100-L12-001AB
148
IN GEVAL VAN NOOD
BESCHRIJVINGSTROOMSTERKTE
ZEKERINGBESCHERMD COMPONENT
F03 HORN2 7,5 A Claxon
F06 — — —
F07 INTERIEUR 15 A Interieurverlichting
F09 AUDIO2 15 A Audiosysteem
F10 METER1 10 A Instrumentencluster
F11 SRS1 7,5 A Air bag
F12 — — —
F13 RADIO 7,5 A Audiosysteem
F17 AUDIO1 25 A Audiosysteem
F18 A/C MAG 7,5 A Klimaatregeling
F20 AT 15 A Versnellingsbakcontrolesysteem (indien aanwezig)
F21 D SLOT 25 A Voeding portiersloten
F22 H/L R 20 A Koplamp (R)
F24 ACHTER 20 A Achterlichten/Kentekenverlichting/Positielichten
F25 DRL 15 A Dagrijverlichting
F26 BINNEN 25 A Interieurverlichting
F27 MIST 15 A Mistlampen
F28 K/SPROEI 20 A Koplampsproeier (indien aanwezig)
F29 STOP 10 A Remlichten/Mistachterlicht (indien aanwezig)
F30 CLAXON 15 A Claxon
F31 H/L L 20 A Koplamp (L)
F33 ALARM 15 A Lampen alarmknipperlichten/richtingaanwijzers
162
IN GEVAL VAN NOOD
BANDENREPARATIEKIT
OPBERGRUIMTE
De bandenreparatiekit bevindt in de
achterbak fig. 134.
BELANGRIJK Uw voertuig heeft geen
reserveband. Repareer de band tijdelijk
met de bandenreparatiekit in het geval
van een lekke band. Raadpleeg tijdens
de reparatie de aanwijzingen van de
bandenreparatiekit. Neem contact met
het Abarth Servicenetwerk en repareer
of vervang de band zo snel mogelijk als
een lekke band in geval van nood met
een bandenreparatiekit is gerepareerd.
COMPONENTEN EN
WERKING
BANDENREPARATIEKIT
De bandenreparatiekit omvat de
volgende onderdelen:
afdichtmiddel;
compressor;
bandventielgereedschap;
opblaasslang;
reservebandventiel;
sticker lagere snelheid;
handboek.
VOORZORGSMAAT
REGELEN EN GEBRUIK
BANDENREPARATIEKIT
OpmerkingHet afdichtmiddel mag niet worden
hergebruikt. Koop nieuw afdichtmiddel
bij een Abarth Servicenetwerk.
In de volgende gevallen mag de
bandenreparatiekit niet worden
gebruikt. Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk:
– de houdbaarheid van het
afdichtmiddel is verstreken (de
periode is aangegeven op het label
van het busje);
– de scheur of het gat groter dan
4mmis;
– de schade betreft een ander deel
van de band dan het loopvlak;
– het voertuig heeft met bijna geen
lucht in de band gereden;
– de band is van de velg gelopen;
– de velg is beschadigd geraakt;
– de band vertoont twee of meer
gaten.
EEN BAND MET DE
BANDENREPARATIEKIT
AFDICHTEN
Ga als volgt te werk:
verplaats het voertuig van de weg
naar een veilige plek met een harde en
vlakke ondergrond, daar waar het
voertuig het verkeer niet hindert;
verplaatst de versnellingspook naar
1 of achteruit (R) (handgeschakelde
versnellingsbak) of verplaats de
selectiehendel naar P (automatische
versnellingsbak);
activeer de parkeerrem met
ingedrukt rempedaal en schakel de
motor uit;
schakel, wanneer nodig, de
alarmknipperlichten in en breng een
gevarendriehoek langs de weg aan;
laat passagiers uitstappen, laad de
bagage uit en verwijder de
bandenreparatiekit;
schud het busje met afdichtmiddel
goed.
BELANGRIJK Het afdichtmiddel kan uit
de opblaasslang spuiten als het busje
wordt geschud nadat de opblaasslang
eraan is bevestigd. Afdichtmiddel dat
op kleding of andere voorwerpen
terechtkomt, kan moeilijk worden
verwijderd. Schud het busje goed
voordat u de opblaasslang aanbrengt.
13408020202-121-003AB
167
Zoals is uitgelegd in de paragraaf
“Inleiding”, zijn er diverse procedures
die alleen met speciaal gereedschap
kunnen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
Verkeerd doe-het-zelf onderhoud
tijdens de garantieperiode kan gevolgen
hebben voor de garantie. Zie voor
nadere bijzonderheden de aparte
garantieverklaring die met het voertuig
wordt meegeleverd. Laat bij twijfel over
een service- of onderhoudsprocedure
de werkzaamheden uitvoeren door het
Abarth Servicenetwerk.
De verwijdering van afgewerkte olie en
afvalvloeistoffen is onderworpen aan
strenge wettelijke milieuvoorschriften.
Zorg daarom voor een correcte
verwijdering van uw afval, met
inachtneming van het milieu.
We bevelen u aan het verversen van
oliën en vloeistoffen voor uw voertuig te
laten uitvoeren door het Abarth
Servicenetwerk.PERIODIEKE
CONTROLES
Elke1.000 kmof vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en spanning banden;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking van ruitensproeier/
wissersysteem en positie/slijtage van
ruitenwisserbladen van voorruit.
Elke 3.000 kmcontroleren en
eventueel bijvullen: motoroliepeil.
GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG ONDER
ZWARE
OMSTANDIGHEDEN
Als het voertuig onder een van de
volgende omstandigheden wordt
gebruikt:
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;de volgende controles dienen vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
179