Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-2
5
DAU58242
Starten van de motor
Door het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-42 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de startschake-
laar/noodstopschakelaar op “ ” is
gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje tractieregeling
Controlelampjes cruise control
Waarschuwingslampje vering
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet gaat bran den wanneer d e
sleutel naar “ON” wor dt ged raai d, of
wanneer een waarschuwin gs- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pag ina 3-3
voor een controle van het circuit van het
b etreffen de waarschuwin gs- of contro-
lelampje.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
g aat bran den en weer uit gaat zoals hier-
b oven beschreven, zie dan pa gina 3-3
voor een controle van het circuit van het
waarschuwin gslampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door te drukken op de “ ”-zijde van de startschake-
laar/noodstopschakelaar.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar/noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere
startpoging moet zo kort mogelijk du-
ren om de accu te sparen. Laat de
startmotor nooit langer dan 10 secon-
den achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levensd uur van de
motor!
UBP9D1D0.book Page 2 Friday, September 7, 2018 3:39 PM
Periodiek on derhou d en afstelling
6-32
6
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU58963
Zekerin gen vervan gen
De zekeringenkastjes en de zekering van
de ABS-motor bevinden zich achter
stroomlijnpaneel A, en de hoofdzekering,
de cruise-controlzekering en de remlichtze-
kering bevinden zich achter stroomlijnpa-
neel B. (Zie pagina 6-8.)
1. Zekering ABS-motor
2. Reservezekering ABS-pompmotor
3. Hoofdzekering
4. Reservezekering
5. Cruise control zekering
6. Zekering remlicht
7. Zekeringenkastje
1
2
35
6
7
4
UBP9D1D0.book Page 32 Friday, September 7, 2018 3:39 PM
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-33
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Koplampzekering
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Zekering ontstekingssysteem
8. Zekering signaleringssysteem
9. Zekering ABS-regeleenheid
10.Aansluitzekering 1 (voor gelijkstroom aan- sluitcontact voor accessoires)
11.Zekering parkeerlichten
12.O/P (optie) zekering
13.Zekering vering
14.Reservezekering
1
3
4
5
6
2789
10
14
13
11
1214
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Aansluitzekering 1: 3.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 20.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering vering: 15.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
O/P (optie) zekering:
20.0 A
UBP9D1D0.book Page 33 Friday, September 7, 2018 3:39 PM
10-1
10
Index
A
ABS ....................................................... 3-26
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accu ...................................................... 6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-29
B
Bagagebandhouders ............................ 3-40
Bagagedragers ..................................... 3-39
Banden ................................................. 6-20
Bestuurderszadel .................................. 3-31
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-29
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4
C
Cardanolie............................................. 6-15
Claxonschakelaar ................................. 3-22
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes cruise control ............... 3-4
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-5
Controlelampje tractieregeling................ 3-5
Cruise control ......................................... 3-6
Cruise control-schakelaars ................... 3-23
D
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ........................ 3-22
D-mode (rijmodus) ................................ 3-21
F
Filterbus ................................................ 6-11
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-27
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires......................................... 3-40
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen ........................................... 6-38
H
Hoogte van het bestuurderszadel, afstellen .............................................. 3-32
I
Identificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-5
K
Klepspeling ........................................... 6-19 Koelvloeistof ......................................... 6-16
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-34
Koppelingshendel........................ 3-23, 6-23
Kuipruit ................................................. 3-34
L
Luchtfilterelement ................................. 6-18
M
Matkleur, let op ...................................... 7-1
Menuschakelaar ................................... 3-23
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-28
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie .............................................. 6-11
Multifunctionele meter ............................ 3-9
O
Onderhoud ............................................. 7-1
Onderhoud en smering, periodiek.......... 6-4
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Overloopslang brandstoftank ............... 3-30
P
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-35
Parkeren ................................................. 5-5
Plaats van de onderdelen....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-39
R
Registratie van gegevens, voertuig ........ 9-2
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-28
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen............................................ 6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren .......................................... 6-27
Remhendel ........................................... 3-24
Remlichtschakelaars ............................ 6-24
Rempedaal ........................................... 3-25
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-25
Richtingaanwijzer en remlicht/achterlicht ............................ 6-38
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-22
S
Schakelaar alarmverlichting ................. 3-22
Schakelen ............................................... 5-3
Schakelpedaal ...................................... 3-24
Selectieschakelaar ............................... 3-23
Serienummer motorblok......................... 9-1
Specificaties ........................................... 8-1
Stallen..................................................... 7-4
Startblokkeersysteem ............................ 3-1
Startblokkeringssysteem ...................... 3-42
Starten van de motor ............................. 5-2
UBP9D1D0.book Page 1 Friday, September 7, 2018 3:39 PM