
81
Veiligheid
5
Claxon
► Druk op het middelste deel van het stuurwiel.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP)
Het elektronisch stabiliteitsprogramma omvat de volgende systemen:– Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische
remkrachtverdeling (EBFD).– Emergency Braking Assistance (EBA).– Antispinregeling (ASR).– Dynamic Stability Control (DSC).– Trailer Stability Assist (TSA).
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remkrachtverdeling (EBFD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en voor een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.De EBFD regelt de remdruk voor elk wiel afzonderlijk.Dit waarschuwingslampje gaat branden bij een storing in het ABS.De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig en matig uw snelheid.Neem zo snel mogelijk contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Als dit waarschuwingslampje samen met de waarschuwingslampjes STOP en ABS gaat branden, in combinatie met een melding en een geluidssignaal, duidt dit op een storing in de EBFD.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Tijdens de normale werking van het ABS kunt u lichte trillingen voelen in het rempedaal.
WARNI NG
Trap het rempedaal bij een noodstop zeer krachtig in en laat het niet los.
WARNI NG
Zorg er bij vervanging van de wielen (banden en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd die
voor uw auto zijn goedgekeurd.
WARNI NG
Laat deze systemen na een aanrijding controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Emergency Braking
Assistance (EBA)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen de optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt.Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal snel wordt ingetrapt. Het zorgt ervoor dat de benodigde bedieningskracht wordt verminderd en de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.

83
Veiligheid
5
Trailer Stability Assist (TSA)
Bij het trekken van een aanhangwagen vermindert dit systeem de kans op slingeren van de auto en de aanhangwagen.
Werking
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als het contact AAN wordt gezet.Het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) moet storingsvrij zijn.Zodra dit systeem, dat werkt tussen 60 km/h en 160 km/h, signaleert dat de aanhangwagen begint te slingeren, grijpt het in op de remmen om de aanhangwagen te stabiliseren, waarbij het systeem indien nodig het motorvermogen vermindert om de auto te vertragen.De ingreep wordt gesignaleerd door het knipperen van dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel en het branden van de remlichten.Raadpleeg voor de gewichten en aanhangwagengewichten het hoofdstuk
motorspecificaties en aanhangwagengewichten of het kentekenbewijs van uw auto.Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over veilig gebruik van de trekhaak.
Storing
In het geval van een storing in het systeem gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.Wanneer u in dat geval verder rijdt met de aanhangwagen, verminder dan uw snelheid en rijd voorzichtig!Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.
WARNI NG
De Trailer Stability Assist vergroot de veiligheid onder normale rijomstandigheden, mits de adviezen met betrekking tot het rijden met een aanhangwagen in acht worden genomen. Het systeem mag de bestuurder niet verleiden tot het nemen van extra risico's bij het trekken van een aanhangwagen (overbelading, onjuiste kogeldruk, versleten banden of een te lage bandenspanning, versleten remmen, enz.) of het rijden met een te hoge snelheid.In bepaalde gevallen signaleert het systeem het slingeren mogelijk niet, met name bij het trekken van een lichte aanhangwagen.Bij het rijden op een glad of slecht wegdek kan het systeem mogelijk niet voorkomen dat de aanhangwagen plotseling gaat slingeren.
Advanced Grip Control
Een speciale en gepatenteerde antispinregeling waarmee het rijgedrag wordt verbeterd op ondergronden met sneeuw, modder en zand.Dit systeem, dat onder een groot aantal omstandigheden zeer doeltreffend werkt, zorgt ervoor dat u ook bij weinig grip uw weg kunt vervolgen (bij normaal gebruik van de auto).In combinatie met geschikte banden biedt dit systeem een optimaal compromis tussen veiligheid, grip en rijgedrag.Het gaspedaal dient voldoende te worden ingetrapt om het systeem optimaal gebruik te laten maken van het motorvermogen. Tijdens de werking van het systeem draait de motor soms met hoge toerentallen; dit is normaal.Met een draaiknop met vijf standen kunt u de stand selecteren die het meest geschikt is voor de rijomstandigheden die u tegenkomt.Bij elke gekozen stand gaat een controlelampje branden, in combinatie met de weergave van een melding, om uw keuze te bevestigen.

270
T
Tankbeveiliging 163Technische gegevens 205–206Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 161–162Telefoon 53, 217, 219, 231–233, 256–259Teller 127Temperatuurregeling 60Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 181, 183Tijd instellen 234, 261TMC (verkeersinformatie) 246Toegang tot de 3e zitrij 47Toegang tot het reservewiel 184–185Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 60Top Rear Vision 154Trailer Stability Management (TSM) 83Trekhaak 83, 164–165, 165
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 131Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 90, 94–95Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 82USB 214, 228, 249, 254USB-aansluiting 52, 214, 228, 249, 254USB-poort 214, 228, 254
V
Veiligheidsgordels 86–88, 96Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 90, 92–95, 97, 100–101, 102Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 90, 92–95, 97, 100–101, 102Ventilatie 58–59, 64–66Ventilatieroosters 58Verbonden apps 251Vergrendelen 24, 26, 28Vergrendeling van binnenuit 32Verkeersinformatie (TA) 212Verkeersinformatie (TMC) 246Verklikkerlampjes 68Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 11Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 11Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 87–88Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje) 87–88
Verlichting 68Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 70, 189–190Verversen 170Vervuiling van het roetfilter (diesel) 173Verwarming 58–59, 62, 64–66Video 255Voorruitverwarming 62–63Voorstoelen 41–42
W
Waarschuwing kans op aanrijding 141–142Waarschuwing oplettendheid bestuurder 151Waarschuwingssignaal sleutel in contact 109Waarschuwing vergeten verlichting 69Wassen 127Wassen (adviezen) 178–179Webbrowser 247, 251Wiel demonteren 185, 187Wiel monteren 185, 187Wiel verwisselen 181, 184WiFi-netwerkverbinding 252Window-airbags 91–92
Z
Zekeringen 194–196Zekeringen vervangen 194–196Zekeringkast dashboard 194Zekeringkast motorruimte 194, 196
Zij-airbags 90, 92Zijknipperlicht 190Zonnesensor 58Zuinig rijden 7