211
4Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 212
Lading en bagage .............. 221
Rijden met een aanhangwagen ................ 223
4-2. Rijprocedures Startknop ........................... 224
EV-modus .......................... 231
Hybridetransmissie ............ 233
Richtingaanwijzer-schakelaar ....................... 239
Parkeerrem ........................ 240 4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar .................. 241
Automatic High Beam- systeem ........................... 244
Schakelaar mistlampen ..... 250
Ruitenwissers en -sproeiers......................... 251
Achterruitenwisser en -sproeier .......................... 255
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 256
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 259
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .......................... 271
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)............ 284
RSA (Road Sign Assist)..... 294
Dynamic Radar Cruise Control ............................. 299
Cruise control..................... 313
Rijmodusselectie- schakelaar ....................... 317
Ondersteunende systemen ......................... 318
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ...................... 324
Rijden in de winter ............. 327
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 211 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
259
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Toyota Safety Sense
◆PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 271
◆LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
Blz. 284
◆Automatic High Beam-systeem
Blz. 244
◆RSA (Road Sign Assist)
Blz. 294
◆Dynamic Radar Cruise Control-systeem
Blz. 299
: Indien aanwezig
Toyota Safety Sense bestaat uit de volgende ondersteunende
systemen en draagt bij aan een veilige en comfortabele rijerva-
ring:
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te werken met als uitgangsp unt dat
de bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen de gevolgen van een aanrijding
voor de inzittenden en de auto te beperken of de bestuurder te assisteren
onder normale rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem, aangezien er een gren s is aan de
mate van nauwkeurigheid bij de herkenning en de ondersteunende moge-
lijkheden die dit systeem kan bieden. Het is altijd de verantwo ordelijkheid
van de bestuurder om de omgeving van de auto in de gaten te houden en
veilig te rijden.
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 259 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
299
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Dynamic Radar Cruise Control
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en
decelereert de auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in
snelheid van de voorligger, zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt
ingetrapt. In de constante-snel heidsregelmodus rijdt de auto me t een
constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwe-
gen.
● Afstandsregelmodus ( Blz. 302)
● Constante-snelheidsregelmodus ( Blz. 308)
Afstandsschakelaar
Indicatoren
Ingestelde snelheid
Display
Cruise contro l-schakelaar
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 299 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dy namic Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Ve rtrouw niet
alleen op het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op d e omgeving te
letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bi j het rij-
den om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan d e geboden
ondersteuning.
Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bes tuurder is
verantwoordelijk voor het controleren van de ingestelde snelhei d.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem ge signa-
leerde status van de voorligger afwijken van de door de bestuur der waarge-
nomen status. Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar
van elke situatie inschatten en veilig rijden. Volledig afgaan op het systeem
of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
■ Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen
zijn aan de door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor e rnstig letsel
kan ontstaan.
● De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient alleen ter ondersteuning van de
bestuurder bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen a uto en
een bepaalde voorligger. Het systeem is niet bedoeld om zorgelo os of roe-
keloos rijgedrag te rechtvaardigen en kan de bestuurder ook nie t helpen
tijdens het rijden bij slecht zicht. Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in de gaten houdt.
● De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tussen de
eigen auto en een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd ber eik ligt.
Het systeem kan geen andere beoordelingen maken. Het is daarom strikt
noodzakelijk dat u zelf alert blijft en inschat of een situatie mogelijk gevaar-
lijk is.
● De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem kan geen aanrijdingen met
een voorligger voorkomen. Daarom dient u wanneer er gevaar drei gt
direct de controle over de auto te nemen en juist te handelen om de veilig-
heid van alle betrokkenen te garanderen.
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 300 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise
Control
Schakel het Dynamic Radar Cruise Control-systeem uit met de toe ts ON-
OFF als het niet wordt gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de Dynamic Ra dar
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control niet in de volgende sit uaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende
wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogram meerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste sig nalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de
camerasensor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
● Tijdens het slepen in een noodgeval
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 301 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( Blz. 308)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Instellen van de rijsnelh eid (afstandsregelmodus)
1
2
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 304 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uit-
geschakeld.
De snelheidsregeling wordt even-
eens uitgeschakeld als het rempe-
daal wordt ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat
en wordt de ingestelde snelheid
hervat.
De cruise control wordt echter niet hervat wanneer de rijsnelheid ongeveer
40 km/h of lager is.
Wanneer uw auto een voorligger
te dicht nadert en automatisch
decelereren door middel van de
cruise control niet mogelijk is, zal
het scherm gaan knipperen en
een zoemer klinken om de
bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als
een andere bestuurder vóór u
invoegt terwijl u een voorligger
volgt. Trap het rempedaal in om
voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen
gegeven als de tusse nafstand klein is.
● Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
● Als de voorligger ex treem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van d e cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 307 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmo -
dus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF
is gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-
snelheidsregelmodus is alleen
mogelijk als de hendel wordt
bediend terwijl de cruise control uit
staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: Blz. 305
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: Blz. 307
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 308 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM