320
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het
LTA-systeem. Het LTA-systeem is
geen systeem dat de auto automatisch
bestuurt of de hoeveelheid aandacht
die moet worden besteed aan het
gebied vóór de auto beperkt. De
bestuurder dient altijd volledige verant-
woordelijkheid te nemen voor een vei-
lig rijgedrag door de omgeving steeds
goed in de gaten te houden en het
stuurwiel te bedienen om de rijrichting
van de auto te corrigeren. De bestuur-
der moet ook zorgen voor voldoende
pauzes als hij moe is, bijvoorbeeld als
hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en
niet goed oplet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als
u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer,
sneeuwval, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door
wegwerkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwket-
tingen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of
als de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen
dan autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LTA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de kop-
lampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wiel-
ophanging, enz. aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten wor-
den vervangen, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voor-
zijde van de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Omstandigheden waaronder de
functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de
functies mogelijk niet goed, waardoor
de auto zijn rijstrook zou kunnen verla-
ten. Houd om veilig te rijden de omge-
ving steeds goed in de gaten, bedien
het stuurwiel om de rijrichting van de
auto te corrigeren en vertrouw niet uit-
sluitend op de werking van het systeem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 320 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
322
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk
of niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen
van tunnels.
●Licht van de koplampen van een
tegenligger, de zon, enz. dringt de
camera binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die
naar links of rechts helt of op een
bochtige weg.
●Er wordt gereden op een onverharde
of ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het ver-
voeren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is
extreem kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of
naden in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde kop-
lampen in een tunnel of in het donker
rijdt of wanneer een koplamp gedimd
wordt doordat het lampglas vuil of niet
goed uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
●De auto is net van rijstrook gewisseld
of een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of
van verschillende fabrikanten of mer-
ken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemon-
teerd.
●Er wordt gereden met extreem hoge
snelheden
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 322 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
330
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen
dan autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de kop-
lampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wiel-
ophanging, enz. aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten wor-
den vervangen, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voor-
zijde van de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Omstandigheden waaronder de
functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de
functies mogelijk niet goed, waardoor
de auto zijn rijstrook zou kunnen verla-
ten. Houd om veilig te rijden de omge-
ving steeds goed in de gaten, bedien
het stuurwiel om de rijrichting van de
auto te corrigeren en vertrouw niet uit-
sluitend op de werking van het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe
bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objec-
ten die onterecht kunnen worden
aangezien voor witte (gele) lijnen
(vangrails, stoepranden, reflecte-
rende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst,
wegen samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die
parallel lopen aan de witte (gele) lij-
nen of deze bedekken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 330 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
331
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen,
zoals voor een tolboom of kaartauto-
maat of op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken
of er zijn verhoogde rijstrookmarkerin-
gen of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moei-
lijk te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plas-
sen, enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor
ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk
of niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen
van tunnels.
●Licht van de koplampen van een
tegenligger, de zon, enz. dringt de
camera binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die
naar links of rechts helt of op een
bochtige weg.
●Er wordt gereden op een onverharde
of ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het ver-
voeren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is
extreem kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of
naden in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde kop-
lampen in een tunnel of in het donker
rijdt of wanneer een koplamp gedimd
wordt doordat het lampglas vuil of niet
goed uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto is net van rijstrook gewisseld
of een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of
van verschillende fabrikanten of mer-
ken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemon-
teerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 331 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
542
COROLLA_TMUK_EE7-1. Onderhoud en verzorging
OPMERKING
●Verwijder vuil van de velgen en berg
ze op een droge plaats op om te voor-
komen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting
aan de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af
met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Voorkomen van beschadiging van
de ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun oor-
spronkelijke stand te rugzet, aan de pas-
sagierszijde.
■Wassen in een wasstraat (auto's
met ruitenwissers met regensen-
sor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in werking treden waardoor de rui-
tenwisserbladen beschadigd kunnen
raken.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Auto's met Rear View Monitor-sys-
teem: Stel de camera of de omgeving
ervan tijdens het wassen van de auto
niet bloot aan sterke waterstralen uit
een hogedrukreiniger. Door de kracht
van de waterstralen werkt het appa-
raat mogelijk niet goed meer.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdek-
kingen), stekkers of de volgende
onderdelen. Wanneer onderdelen in
aanraking komen met sterke water-
stralen, kunnen ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
●Houd de sproeierkop op ten minste
30 cm van de carrosserie. Anders
kunnen kunststof delen, zoals lijsten
en bumpers, vervormd of beschadigd
raken. Houd de sproeierkop ook niet
de hele tijd op dezelfde plek.
●Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit.
Daar bevindt zich de luchtinlaatope-
ning voor de airconditioning en als
daar water doorheen komt, werkt de
airconditioning mogelijk niet goed.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 542 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
585
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wagon
Kentekenplaatverlichting
■ Lampen die vervangen moeten
worden door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Koplampen
Parkeerlichten voor
Dagrijverlichting
Richtingaanwijzers
Mistlampen voor (indien aanwezig)
Achterlichten
Remlichten
Achteruitrijlicht
Mistachterlicht
Derde remlicht
■LED-lampen
De verlichting, behalve de kentekenplaat-
verlichting, bestaat uit een aantal leds.
Laat een defecte led vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde
van het koplampglas is normaal. Neem in
de volgende gevallen contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie:
●Als er erg veel condens aan de binnen-
zijde van het koplampglas zit.
●Als de binnenzijde van de koplamp nat
is en blijft.
■Bij het vervangen van lampen
→ Blz. 583
■ Kentekenplaatverlichting
Hatchback
1 Verwijder de lichtmodule.
Steek een platte schroevendraaier of een
dergelijk gereedschap in de opening
naast de lamp en verwijder deze zoals
aangegeven in de afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier met tape
om te voorkomen dat de auto wordt
beschadigd.
Lampen vervangen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 585 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
586
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
2
Draai de lamphouder linksom en
verwijder hem.
3 Verwijder de lamp.
4 Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Wagon
1 Verwijder het deksel.
Steek een sleufkopschroeven-
draaier of iets dergelijks in de
opening aan de rechterzijde en
maak de klauw los. Steek een sleufkopschroeven-
draaier of iets dergelijks in de
opening aan de linkerzijde, maak
de klauw los en verwijder vervol-
gens het deksel.
Omwikkel het uiteinde van de schroeven-
draaier met tape om te voorkomen dat de
auto wordt beschadigd.
2
Steek een kleine sleufkopschroe-
vendraaier of iets dergelijks in een
van de gaten links of rechts in het
lampglas.
Lampglas
3 Verwijder het lampglas.
Duw de schroevendraaier gekanteld in de
richting van de pijl, zoals aangegeven in
de afbeelding, om de haak los te maken
en verwijder het lampglas.
Haak
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 586 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
587
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
4
Verwijder de lamp.
5 Plaats een nieuwe lamp.
6 Plaats het lampglas.
1 Plaats het lampglas in de haak
links of rechts. 2
Druk het lampglas op zijn plaats.
7 Controleer na het plaatsen of het
lampglas goed geplaatst is door
er voorzichtig aan te trekken.
8 Plaats de afdekkap.
1 Steek het borglipje (aangegeven
met de stippellijn) op zijn plek,
waarbij de pijl naar de binnenzijde
van het deksel is gericht.
2 Duw het onderste deel van het
deksel in de richting van de pijl,
zoals aangegeven in de afbeel-
ding, om de twee klauwen vast te
maken.
WAARSCHUWING
■Lampen vervangen
●Schakel de verlichting uit. Wacht na
het uitschakelen van de verlichting tot
de lampen zijn afgekoeld. De lampen
kunnen erg heet worden en brand-
wonden veroorzaken.
●Raak het glas van de lamp niet aan
met blote handen. Als u het glas van
de lamp toch moet vastpakken,
gebruik daarvoor dan een schone
droge doek, om te voorkomen dat er
vocht of olie op de lamp komt. Als de
lamp een kras heeft of is gevallen,
kan deze defect raken of breken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 587 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM