38
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
■
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Side airbags
Curtain airbags
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Waarschuwingslampje SRS
Sensoren aanrijding opz ij (voorportier)
Bestuurdersairbag
Knie-airbag bestuurder
Controlelampje AIR BAG ON en AIR BAG OFF
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afge-
beeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-E CU. Bij het
activeren van de airbags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmecha-
nismen ervoor dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de
beweging van de inzittenden te helpen beperken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 38 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
477
5
COROLLA_TMUK_EE 5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Audiosysteem
Telefoontoets
• Als tijdens een gesprek op deze toets
wordt gedrukt, wordt het gesprek beëin-
digd.
• Als op deze toets wordt gedrukt wan- neer u een oproep ontvangt, wordt de
oproep beantwoord.
• Als op deze toets wordt gedrukt wan- neer een oproep in de wacht staat,
wordt overgeschakeld naar de andere
oproep.
Bedieningstoetsen volume
• Druk op de zijde + voor een hogere geluidssterkte.
• Druk op de zijde - voor een lagere
geluidssterkte.
Spraaktoets
Er wordt een bericht weergegeven.
1 Druk op de knop TUNE•SELECT
en selecteer “Bluetooth” met de
knop.
2 Druk op de knop en selecteer
“Pairing” (koppelen) met de knop.
Er wordt een toegangscode weergege-
ven.
3Niet SSP (Secure Simple Pairing)
compatibele Bluetooth
®-appara-
ten: Voer de toegangscode in in
het apparaat.
3 SSP (Secure Simple Pairing)
compatibele Bluetooth
®-appara-
ten: Selecteer “Yes” (ja) om het
apparaat te registreren. Afhanke-
lijk van het type apparaat wordt
het mogelijk automatisch geregis-
treerd.
Als een Bluetooth
®-apparaat zowel
muziek kan afspelen en als mobiele
telefoon kan worden gebruikt, worden
beide functies tegelijkertijd in het sys-
teem geregistreerd. Wanneer het
Gebruik van de toetsen
op het stuurwiel
U kunt de stuurwieltoetsen
gebruiken om een aangesloten
mobiele telefoon of draagbare
digitale audiospeler (draagbare
speler) te bedienen.
Bedienen van de
Bluetooth
®-telefoon met de
stuurwieltoetsen
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat
Alvorens Bluetooth®-audio/tele-
foon te gebruiken, moet een
Bluetooth
®-apparaat in het sys-
teem worden geregistreerd. U
kunt maximaal 5
Bluetooth
®-apparaten registre-
ren.
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 477 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
562
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
• Als er banden zonder bandenspan- ningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden-
spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspannings-
waarschuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de pres-
taties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem is
gebaseerd op de rijomstandigheden.
Daarom laat het systeem mogelijk zelfs
een waarschuwing zien wanneer de ban-
denspanning niet laag genoeg is of wan-
neer de druk hoger is dan de druk die was
ingesteld tijdens het initialiseren van het
systeem.
■Verklaring bandenspanni ngswaarschuwingssysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 562 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
569
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorgingBij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssen-
soren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van
deze componenten worden geregis-
treerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU en moet het
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de banden-
spanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige. (
→Blz. 571)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de banden-
spanningssensor en -zender niet is gere-
gistreerd, werkt het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
niet correct. Na ongeveer 10 minuten rij-
den gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders (auto's met
bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 569 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
640
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
4Start de motor van de tweede
auto. Verhoog het motortoerental
iets en laat de motor gedurende
ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de
accu van uw auto op te laden.
5 Auto's met Smart entry-systeem
en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact
UIT staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het con-
tact AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact
de omgekeerde volgorde van
aansluiten als de motor van uw
auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto
aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Starten van de motor als de accu leeg
is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem
uit als de motor is uitgeschakeld. (Auto's
met Stop & Start-systeem: Behalve wan-
neer de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem.)
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische
verbruikers uit als er gedurende langere
tijd met lage snelheden gereden wordt,
bijvoorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie
wordt gewist. Laat wanneer de accu volle- dig is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk
worden geïnitialiseerd. (
→Blz. 669)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontla-
ding en het effect van bepaalde elektrische
apparatuur. Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, kan de accu ontladen en
kan de auto mogelijk niet meer worden
gestart. (De accu laadt automatisch op tij-
dens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Wanneer de accu ontladen is,
is het in sommige gevallen niet mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met het
Smart entry-systee m met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Mogelijk start de motor niet bij
de eerste poging nadat de accu weer is
opgeladen, maar start hij wel normaal bij
de tweede poging. Dit wijst niet op een
storing.
●Auto's met Smart entry-systeem met
startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wan-
neer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem t erug naar de stand
die was geselecteerd voordat de accu
ontladen raakte. Zet vóór het losnemen
van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet
in welke stand het contact stond voordat
de accu ontladen raakte.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 640 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM