196
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en ver
grendelen van de portieren
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbe-
diening (die radiogolven uitzenden) in
de buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u
draagt samen met de volgende appara-
ten die radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto
die radiogolven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen
voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektroni-
sche apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radio-
golven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen wor-
den met het Smart entry-systeem met
startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij
een van de voorportiergrepen en acti-
veer de instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de
portieren niet kunnen worden vergren-
deld/ontgrendeld met de bovenstaande
methoden. ( →Blz. 637)
Raadpleeg Blz. 637 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-sys-
teem met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektr onische sleutel zich
binnen het detectiegebied bevindt, werkt
het systeem in de volgende gevallen
mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer,
of in een portiervak of het dashboard-
kastje als de motor wordt gestart of de
stand van de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven
op het dashboard of in de buurt van de
portiervakken liggen wanneer u de auto
verlaat. Afhankelijk van de ontvangst
van de radiogolven wordt door de
antenne mogelijk waargenomen dat de
sleutel zich buiten de auto bevindt en
kunnen de portieren worden vergren-
deld vanaf de buitenzijde, waardoor de
elektronische sleutel mogelijk in de auto
wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen
de portieren door een willekeurige per-
soon worden vergrendeld en ontgren-
deld. De auto kan echter alleen worden
ontgrendeld via de portieren die de elek-
tronische sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich
buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektroni-
sche sleutel zich in de buurt van de ruit
bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangst-
gebied bevindt en er een grote hoeveel-
heid water op de portiergreep
terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de
auto), kunnen de portieren worden ont-
grendeld of vergrendeld. (Als de portie-
ren niet worden geopend en gesloten,
worden deze na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl
de elektronische sleutel zich in de nabij-
heid van de auto bevindt, bestaat de
mogelijkheid dat de portieren niet ont-
grendeld worden door de instapfunctie.
(Gebruik de afstandsbediening om de
portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 196 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
256
COROLLA_TMUK_EE4-1. Voordat u gaat rijden
OPMERKING
●Het kan moeilijk zijn om de auto
onder controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden
maken of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( →Blz. 610,
621)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regen-
val e.d. zijn overstroomd. Indien u dat
toch doet, kan de auto hierdoor ernstig
beschadigd raken:
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componen-
ten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg
of als de auto vast is komen te zitten in
modder of zand, moet het volgende
worden nagekeken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwali-
teit van de motorolie, transmissie-
vloeistof, koppelingsvloeistof,
differentieelolie, enz.
●Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de wer-
king van alle koppelingen, lagers,
enz.
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen,
laadvermogen en belading zorg-
vuldig door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand ver-
oorzaken als ze in de bagageruimte ver-
voerd worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden
ingetrapt, dat het zicht van de bestuur-
der wordt gehinderd of dat de bestuur-
der of passagiers door voorwerpen
geraakt worden, wat een ongeval kan
veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien
mogelijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte
nooit hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de achterstoelen neer-
klapt geen lange voorwerpen direct
achter de voorstoelen.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de ach- terstoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 256 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
283
4
COROLLA_TMUK_EE 4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De koplampen, de dagrijver-
lichting ( →Blz. 283) en alle ver-
lichting die hieronder genoemd is,
worden automatisch in- en uitge-
schakeld.
2 De parkeerlichten voor, ach-
terlichten, kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan bran-
den.
3 De koplampen en alle hier-
boven genoemde lichten gaan
branden.
■De AUTO-modus kan worden
gebruikt als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt
de dagrijverlichting automatisch ingescha-
keld als de motor wordt gestart en de par-
keerrem wordt gedeactiveerd met de
lichtschakelaar in de stand . (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor
gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waardoor
de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht sig-
naleren, waardoor het automatische kop-
lampsysteem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen en
mistlampen voor (indien aanwezig) wor-
den automatisch uitgeschakeld als het
contact in stand ACC of UIT wordt gezet
en het bestuurdersportier wordt
geopend.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle ove-
rige verlichting worden automatisch uit-
geschakeld als het contact in stand ACC
of UIT staat en het bestuurdersportier
geopend wordt.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handma-
tig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 283 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
491
5
COROLLA_TMUK_EE 5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
5-10.Bluetooth®
■
Bij gebruik van
Bluetooth
®-audio/telefoon
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk niet.
• De draagbare speler ondersteunt
Bluetooth® niet
• De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een mobiel netwerk
• Het Bluetooth
®-apparaat is uitgescha-
keld
• De batterij van het Bluetooth
®-apparaat
is onvoldoende geladen.
• Het Bluetooth
®-apparaat heeft geen
verbinding met het systeem
• Het Bluetooth
®-apparaat bevindt zich
achter de stoel of in het dashboard-
kastje of de opbergmogelijkheid in de
middenconsole, of het apparaat wordt
afgedekt door of staat in contact met
metaal
Het kan enige tijd duren voordat
verbinding is gemaakt met de
mobiele telefoon als tegelijkertijd
via Bluetooth
®-audio wordt afge-
speeld.
Afhankelijk van het type draagbare
audiospeler dat is verbonden met
het systeem kunnen er verschillen
in de bediening zijn of kunnen
bepaalde functies niet beschikbaar
zijn.
Er kan niet worden gegarandeerd
dat dit systeem werkt met alle
Bluetooth
®-apparaten. ■
Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initiali-
seert, om misbruik van persoonlijke
gegevens te voorkomen. ( →Blz. 481)
■ Over Bluetooth
®
Bluetooth is een geregistreerd han-
delsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
■Compatibele modellen
Het Bluetooth
®-audiosysteem onder-
steunt draagbare audiosystemen met
de volgende specificaties:
Bluetooth
®-specificaties:
Versie 1.1 of hoger
(aanbevolen: versie 4.1)
Profielen:
• A2DP (Advanced Audio Distribution
Profile) versie 1.0 of hoger (aanbevo-
len: versie 1.3)
Dit is een profiel voor het versturen van
stereo-audiogeluid of geluid met een
hoge kwaliteit naar het audiosysteem.
• AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) versie 1.0 of hoger (aanbevo-
len: versie 1.6)
Dit is een profiel voor de afstandsbedie-
ning van de A/V-apparatuur.
Maar vergeet niet dat sommige func-
ties beperkt beschikbaar zijn, afhan-
kelijk van het type draagbare speler
dat is aangesloten.
Bluetooth®
Overzicht
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 491 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
519
6
COROLLA_TMUK_EE 6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
6-3.Gebruik van de opbergmogelijkheden
Fleshouders (wagon) ( →Blz. 520)
Fleshouders (hatchback) ( →Blz. 520)
Fleshouders/portiervakken ( →Blz. 520)
Open opbergvak (indien aanwezig) ( →Blz. 522)
Dashboardkastje ( →Blz. 520)
Bekerhouders ( →Blz. 520)
Consolevak ( →Blz. 521)
Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de opbergvakken
moeten worden achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of spuit-
bussen in de opbergvakken liggen. Als
u dat wel doet, kan dat bij hoge tempe-
raturen leiden tot het volgende:
●Brillen kunnen vervormen als de tem-
peratuur in de auto te hoog oploopt of
barsten als ze in contact komen met
andere voorwerpen.
●Aanstekers en spuitbussen kunnen
exploderen. Als ze in contact komen
met andere voorwerpen, kunnen aan-
stekers vlam vatten en kunnen spuit-
bussen gas gaan lekken, waardoor
brand kan ontstaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 519 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
520
COROLLA_TMUK_EE6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Trek de hendel omhoog om het dash-
boardkastje te openen.
■Verlichting dashboardkastje (indien
aanwezig)
De verlichting van het dashboardkastje
gaat branden als de achterlichten bran-
den.
Voor
Achter (indien aanwezig)
Trek de armsteun naar beneden.
Voor
Dashboardkastje
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het dashboardkastje gesloten. Bij
plotseling remmen of uitwijken kan let-
sel ontstaan doordat een inzittende
wordt geraakt door het open dashboard-
kastje of door items in het dashboard-
kastje.
Bekerhouders
WAARSCHUWING
■Voorwerpen die n iet in de beker-
houder mogen worden geplaatst
Zet niets anders in de bekerhouders
dan bekers of blikjes.
Andere voorwerpen kunnen bij een
ongeval of plotseling remmen uit de
bekerhouders worden geslingerd en let-
sel veroorzaken. Dek indien mogelijk
warme dranken af om verbranding te
voorkomen.
Fleshouders/portiervakken
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 520 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
543
7
COROLLA_TMUK_EE 7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwij-
derd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met onge-
veer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
■Schoonmaken van d e vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar
overlappende cirkels. Gebruik geen water.
Veeg vuile oppervlakken schoon en laat ze
drogen. Het beste resul taat wordt verkre-
gen als de vloerbedekking zo droog moge-
lijk wordt gehouden.
■Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met
een mild sop, lauw water en een doek of
spons. Controleer ook de gordels regelma-
tig op overmatige slijtage, rafels en scheu-
ren.
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materi-
alen op de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interi-
eur
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in het interieur
van de auto.
Anders kunnen de elektrische onder-
delen en dergelijke defect raken of
vlam vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het SRS in het interieur nat
worden. ( →Blz. 37)
Een elektrische storing kan ervoor
zorgen dat de airbags worden geacti-
veerd of niet op de juiste wijze wer-
ken, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader ( →Blz. 532)
niet nat worden. Als dat wel gebeurt,
kan de lader oververhit raken, wat
kan leiden tot brandwonden of een
elektrische schok, waarbij ernstig let-
sel kan ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met
name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard kan in de voorruit wor-
den weerkaatst; hierdoor kan het
gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een ernstig ongeval tot
gevolg kan hebben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmid-
delen niet, omdat ze verkleuring van
het interieur of strepen en beschadi-
gingen van gelakte oppervlakken
kunnen veroorzaken:
• Behalve de stoelen: Organische reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine en
terpentine, alkalische of zuurhou-
dende middelen, textielverf en bleek-
middel
• Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasbenzine
en alcohol
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 543 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
544
COROLLA_TMUK_EE7-1. Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil met een vochtige,
zachte doek of synthetische zeem.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek.
■Schoonmaken van de metaalaccen-
ten met satijnglans
De metalen delen hebben een oppervlak
van echt metaal. Deze moeten regelmatig
worden schoongemaakt. Als de vuile
delen gedurende langere tijd niet worden
schoongemaakt, zal het schoonmaken
moeilijker gaan.
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg
met een zachte doek die is
bevochtigd met een verdund reini-
gingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek. Laat de lederen
bekleding drogen in een geventi-
leerde ruimte in de schaduw.
OPMERKING
●Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte
delen van het interieur kunnen
beschadigd raken.
■Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om beschadiging en vroegtij-
dige slijtage van lederen bekleding te
voorkomen:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen
of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge
temperaturen in het interieur mogelijk
aan het leer vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water.
Water dat in contact komt met elektri-
sche onderdelen boven of onder de
vloerbedekking, kan schade aan de ver-
schillende systemen van de auto ver-
oorzaken, bijvoorbeeld aan het
audiosysteem. Water kan bovendien
roest aan de carrosserie veroorzaken.
■Bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op
de lens terechtkomt. Raak de lens ook
niet aan. ( →Blz. 301)
■Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de
achterruit schoon te maken. Hierdoor
kunnen de verwarmingsdraden en
antenne beschadigd raken. Veeg de
ruit voorzichtig schoon met een doek
en lauw water. Veeg de ruit schoon in
dezelfde richting als de verwarmings-
draden en antenne.
●Voorkom beschadiging van de ver-
warmingsdraden en de antenne.
Schoonmaken van de
metaalaccenten met
satijnglans
Schoonmaken van lederen
bekleding
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 544 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM