3.Rol de riem half uit en trek dan de gesp
snel naar voren. De oprolautomaat moet
de riem nu blokkeren.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als
een veiligheidsgordel niet werkt zoals hierboven is beschreven.
Zie Veiligheidsgordels op pagina 203 voor
informatie over het reinigen van
veiligheidsgordels.
Waarschuwingen veiligheidsgordelsAttentie: Alle inzittenden moeten op elk
moment hun veiligheidsgordel dragen,
zelfs bij een bijzonder korte afstand. Het
negeren van deze aanwijzing kan bij een
aanrijding leiden tot ernstig letsel, in
sommige gevallen zelfs met dodelijke
a
Opmerking: Gebruik de rechterknoppen op het stuur om te kiezen wat er rechts op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven (zie Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina
59).
7. Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt u
aanvullende informatie opvragen door het pictogram (uitroepteken) op de statusbalk aan de
bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
8. Gebruik de rechterknoppen op het stuur om te wijzigen wat er rechts op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven op het moment dat geen telefoongesprek actief is
(zie Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 59).
9. Beschikbare, geschatte actieradius (of energie). In plaats van de rijafstand kan hier ook de
resterende hoeveelheid energie van de batterij worden weergegeven. Dit doet u door te tikken
op Bediening > Scherm > Energieweergave .
Opmerking: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te
vinden wanneer u de Model S moet opladen.
Opmerking: Bij koud weer is bepaalde energie in de batterij mogelijk niet beschikbaar tijdens
de rit omdat de batterij te koud is. Wanneer dit gebeurt, is een deel van de batterijmeter
blauw en verschijnt er een sneeuwvlokje naast de rijafstand. Als de Model X is aangesloten,
kunt u uw batterij opwarmen via de netvoeding door Climate control in te schakelen met de
mobiele app. Wanneer de batterij opgewarmd is, worden het blauwe deel van de meter en het sneeuwvlokje niet meer weergegeven.
10. De maximumsnelheid (indien beschikbaar) die momenteel wordt gedetecteerd door
Snelheidshulp (zie Snelheidshulp op pagina 136).
11. De auto voor u (indien van toepassing).
12. Let goed op belangrijke mededelingen over het rijden die in het midden onder op het
instrumentenpaneel worden weergegeven.
13. Uw Model X.
14. Wanneer Stuurautomaat actief is en de rijstrook detecteert, wordt de rijstrook blauw
gemarkeerd (zie Stuurautomaat op pagina 116).
Opmerking: Als Navigeren met Autopilot actief is, wordt op het instrumentenpaneel de rijbaan
weergegeven als een enkele blauwe lijn v
De actieradius vergroten
Rijtips om actieradius te vergroten U kunt uw actieradius vergroten door op
dezelfde manier zuinig te rijden als u deed om benzine te besparen. Het energieverbruik is
naast de rijstijl afhankelijk van externe omstandigheden (zoals extreem lage of hogetemperaturen en het beklimmen van steilehellingen). U kunt als volgt de maximale
actieradius uit een lading halen:
Duw de hendel omhoog of omlaag naar de
eerste stand en laat deze dan los om de
snelheid resp. met 1 km/h te verhogen/
verlagen. Duw de hendel omhoog of omlaag
naar de tweede stand en laat deze dan los om
de snelheid resp. te verhogen/verlagen tot de eerstvolgende door 5 km/h) deelbare
snelheid. Als u bijvoorbeeld 83 km/h rijdt en
de hendel naar de tweede stand omhoog
duwt en dan loslaat, neemt de snelheid van de
auto toe tot 85 km/h. U kunt de snelheid ook
verhogen/verlagen door de hendel resp. in de
hoogste/laagste stand te houden en los te
laten wanneer de gewenste snelheid onder het
pictogram van de cruise control wordt
weergegeven.
Opmerking: Het kan enkele seconden duren
voordat de Model X de nieuwe cruisesnelheid
heeft bereikt, aangenomen dat de Model X
geen voorligger detecteert die langzamer rijdt
dan de door u ingestelde snelheid.
VASTGEZET-status
Wanneer u achter een voertuig rijdt, blijft Verkeersbewuste cruise control actief bij lage
snelheden, zelfs als de Model Xvolledig tot stilstand komt. Als het voertuig weer rijdt,hervat Verkeersbewuste cruise control het
rijden bij de ingestelde snelheid. In de
volgende omstandigheden schakelt
Verkeersbewuste cruise control echter naar de
VASTGEZET -status. In dat geval moet u kort
het gaspedaal intrappen of de cruise control-
hendel naar u toe trekken (zie Onderbreken en
hervatten op pagina 114) om de cruise control
te hervatten. Wanneer de VASTGEZET-status
actief is, wordt op het instrumentenpaneel het
VASTGEZET -pictogram weergegeven en een
bericht dat u cruise control moet hervatten. In
de volgende omstandigheden kan
Verkeersbewuste cruise control in de
VASTGEZET -status worden geschakeld:
NavigatieHet volume van de gesproken navigatie-aanwijzingen verhogen of verlagen
door respectievelijk op - of + te tikken. Als het volume maximaal wordt
verlaagd (naar links), worden de gesproken aanwijzingen uitgeschakeld. U
kunt de gesproken navigatie-aanwijzingen ook tijdens een actieve
navigatieroute uitschakelen door op het volumepictogram en dan op de lijst met aanwijzingen te tikken.
Opmerking: Deze volume-instelling geldt alleen voor de gesproken
instructies van het navigatiesysteem. Het volume voor mediaspeler en
telefoon blijft ongewijzigd.
Wijzig de werking van het navigatiesysteem door deze instellingen aan te passen:
Climate control
Overzicht Climate control De bedieningselementen van de climate control worden permanent weergegeven aan de
onderzijde van het touchscreen. Om de climate control in te schakelen, tikt u op het
aanjagerpictogram of past u de temperatuur in het interieur aan. Om de climate control uit te
schakelen, tikt u eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de uitschakelknop dicht bij het midden van het pop-upvenster.
Standaard is de climate control ingesteld op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort onder alle
normale weersomstandigheden. Als u de temperatuur in het interieur in de instelling Auto aanpast,
past het systeem automatisch de verwarming, de airconditioning, de luchtverdeling en de
aanjagersnelheid aan om de door u gekozen temperatuur in het interieur te handhaven. Om de
instelling Auto uit te schakelen, tikt u op het aanjagerpictogram, schakelt u de instelling Auto uit
en past u de instellingen handmatig aan (zie De climate control-instellingen aanpassen op pagina
151). Als u de individuele instellingen handmatig hebt aangepast, kunt u ook te allen tijde
teruggaan naar Auto door op AUTO op het pop-upvenster van de climate control te tikken.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1. De stoelverwarming heeft drie instellingsniveaus, van 3 (hoogste) tot 1 (laagste). Wanneer de
stoelverwarming is ingeschakeld, toont het bijbehorende stoelpictogram draaiende lijnen die rood worden om het instellingsniveau aan te geven. Als er geventileerde stoelen aanwezig zijn,
verschijnt er een pop-upvenster dat u in staat stelt tussen verwarming en koeling te schakelen.
Bij koeling worden de draaiende lijnen blauw.
Opmerking: Indien de Model X is voorzien van achterstoelen met stoelverwarming en/of het
optionele koudweerpakket, kunt u de stoelverwarming, de verwarmde ruitenwissers en het
verwarmde stuur ook bedienen door eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de tab
voor de stoelen te tikken.
Opmerking: Om energie te besparen, wordt een stoelverwarming op een zitplaats voor
passagiers automatisch uitgeschakeld wanneer geen inzittende op die zitplaats wordt gedetecteerd als naar Drive wordt geschakeld.
2. Tik op de pijl omhoog of omlaag om de temperatuur in het interieur te wijzigen. Tik op SYNC
in het pop-upvenster dat verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de
temperatuur voor bestuurder en passagier instellen. Als u dezelfde temperatuur aan beide
zijden toepast, wordt er slechts
De climate control-instellingen aanpassen
Om individuele instellingen aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren, tikt u op het
aanjagerpictogram onder in het touchscreen om toegang te krijgen tot de individuele climate
control-instellingen.
Als de Model X is voorzien van zes of zeven stoelen, verschijnt er ook onmiddellijk onder het
bovenstaande venster een balk met bedieningselementen voor climate control achterin. Zie Bedieningselementen voor control achterin (alleen modellen met 6 of 7 zitplaatsen) op pagina
152.
Als de Model X in stand P (Parkeren) staat, wordt naast de weergegeven instellingen ook de
instelling Climate control aan houden en Dog-modus getoond als u op het aanjagerpictogram tikt
(zie Climate control aan houden en Dog-modus op pagina 153).
1. De snelheid van de aanjager wijzigen.
Opmerking: Als de aanjagersnelheid wordt gewijzigd, kan de instelling van de manier waarop
lucht wordt aangezogen in de Model X veranderen om de luchtstroom te verlagen of te
verhogen. Als u bijvoorbeeld de aanjagersnelheid op de hoogste waarde instelt terwijl de
luchtcirculatie is ingesteld om buitenlucht aan te zuigen, schakelt de instelling mogelijk naar recirculatie om de luchtstroom te verhogen.
2. Tik hier om de climate control uit te schakelen en het pop-upvenster van de climate control te
sluiten.
Opmerking: Het pop-upvenster wordt ook gesloten als u op de kaart tikt, de mediaspeler of
een app kiest of een bedieningsvenster opent, zelfs indien de climate control is ingeschakeld.
3. Schakel de airconditioning in of uit. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af,
maar bespaart u energie.
4. Regel de luchtstroom in het interieur (voorruit, ventilatieroosters in het dashboard,
ventilatieroosters in de voetenruimte). U kunt meer dan
Het volume van de gesproken
navigatie-aanwijzingen verhogen of verlagen door respectievelijk op -
of + te tikken. Als het volume
maximaal wordt verlaagd (naar
links), worden de gesproken
aanwijzingen uitgeschakeld. U kunt
de gesproken navigatie-
aanwijzingen ook tijdens een
actieve navigatieroute uitschakelen
door op het volumepictogram en
dan op de lijst met aanwijzingen te
tikken.
Wijzig de werking van het
navigatiesysteem door deze
instellingen aan te passen: