Page 145 of 251
SchermRegel handmatig de helderheid en de instelling voor DAG (lichte
achtergrond) of NACHT (donkere achtergrond) van het touchscreen en het
instrumentenpaneel. Als het scherm op AUTO staat, wisselt het touchscreen
automatisch tussen dag- en nachtweergave, waarbij de lichtsterkte
afhankelijk is van de hoeveelheid licht.
Helderheid : Sleep het schuifknopje om het helderheidsniveau van de
displays handmatig te regelen. Wanneer de optie Auto helderheid aan staat,
worden de schermen verder aangepast aan de hand van de omgeving en
uw voorkeuren (het systeem onthoudt de handmatige afstellingen die u
maakt).
SCHERMPOETSMODUS : Touchscreen tijdelijk uitschakelen voor
reinigingsdoeleinden.
U kunt ook instellen hoe eenheden moeten worden weergegeven:
Page 146 of 251
NavigatieHet volume van de gesproken navigatie-aanwijzingen verhogen of verlagen
door respectievelijk op - of + te tikken. Als het volume maximaal wordt
verlaagd (naar links), worden de gesproken aanwijzingen uitgeschakeld. U
kunt de gesproken navigatie-aanwijzingen ook tijdens een actieve
navigatieroute uitschakelen door op het volumepictogram en dan op de lijst met aanwijzingen te tikken.
Opmerking: Deze volume-instelling geldt alleen voor de gesproken
instructies van het navigatiesysteem. Het volume voor mediaspeler en
telefoon blijft ongewijzigd.
Wijzig de werking van het navigatiesysteem door deze instellingen aan te passen:
Page 147 of 251
Veiligheid en
beveiligingU kunt de PARKEERREM handmatig vastzetten en vrijgeven, zie Parkeerrem
op pagina 81), UITSCHAKELEN de auto (zie Uitschakelen op pagina 64), de
acceleratie en max. snelheid begrenzen (zie Snelheidslimietmodus op
pagina 147), en de volgende functies in- of uitschakelen:
Page 148 of 251
ServiceSleepmodus: De Model X op slepen voorbereiden door de auto in de stand
N (Neutraal) te houden, waardoor de parkeerrem wordt ontkoppeld. Zie
Aanwijzingen voor sleepdiensten op pagina 228.
Ruitenwissers Service Stand : Ervoor zorgen dat ruitenwisserbladen
gemakkelijk toegankelijk zijn (zie Ruitenwissers en -sproeiers op pagina
205).
INSTELLINGEN WISSEN : Wissen van alle persoonlijke gegevens
(opgeslagen adressen, muziekfavorieten, ge
Page 149 of 251

5.Voer uw 4-cijferige pincode in u wilt gebruiken om de Snelheidslimietmodus uit en in te
schakelen.
Opmerking: Als u de pincode bent vergeten, kunt u de Snelheidslimietmodus uitschakelen door de
inloggegevens van uw Tesla-account in te voeren.
Opmerking: Als de snelheidslimietmodus is ingeschakeld, wordt de acceleratie ( Bediening >
Rijden > Acceleratie ) automatisch ingesteld op Chill (zie Acceleratiemodi op pagina 87).Attentie: Tijdens afdalingen kan de snelheid toenemen, waardoor de auto de door u
geselecteerde maximumsnelheid overschrijdt.Attentie: De Snelheidslimietmodus is geen vervanging voor een goede beoordeling van de
verkeerssituatie, rijvaardigheid en de noodzaak van het letten op maximumsnelheden en
verkeersomstandigheden. Ongelukken kunnen zich bij iedere snelheid voordoen.
Persoonlijke gegevens wissen
U kunt alle persoonlijke gegevens (opgeslagen adressen, muziekfavorieten, HomeLink-
programmering, enz.) wissen en alle aangepaste instellingen terugzetten op de fabrieksinstellingen. Dit is nuttig wanneer u het eigendom van de Model X overdraagt. Tik opBediening > Service > INSTELLINGEN WISSEN . Voordat de wisbewerking wordt uitgevoerd,
vraagt de Model X u om de gebruikersnaam en het wachtwoord die aan uw Tesla-account zijn
gekoppeld, zodat uw persoonlijke gegevens kunnen worden geveri
Page 150 of 251

Climate control
Overzicht Climate control De bedieningselementen van de climate control worden permanent weergegeven aan de
onderzijde van het touchscreen. Om de climate control in te schakelen, tikt u op het
aanjagerpictogram of past u de temperatuur in het interieur aan. Om de climate control uit te
schakelen, tikt u eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de uitschakelknop dicht bij het midden van het pop-upvenster.
Standaard is de climate control ingesteld op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort onder alle
normale weersomstandigheden. Als u de temperatuur in het interieur in de instelling Auto aanpast,
past het systeem automatisch de verwarming, de airconditioning, de luchtverdeling en de
aanjagersnelheid aan om de door u gekozen temperatuur in het interieur te handhaven. Om de
instelling Auto uit te schakelen, tikt u op het aanjagerpictogram, schakelt u de instelling Auto uit
en past u de instellingen handmatig aan (zie De climate control-instellingen aanpassen op pagina
151). Als u de individuele instellingen handmatig hebt aangepast, kunt u ook te allen tijde
teruggaan naar Auto door op AUTO op het pop-upvenster van de climate control te tikken.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1. De stoelverwarming heeft drie instellingsniveaus, van 3 (hoogste) tot 1 (laagste). Wanneer de
stoelverwarming is ingeschakeld, toont het bijbehorende stoelpictogram draaiende lijnen die rood worden om het instellingsniveau aan te geven. Als er geventileerde stoelen aanwezig zijn,
verschijnt er een pop-upvenster dat u in staat stelt tussen verwarming en koeling te schakelen.
Bij koeling worden de draaiende lijnen blauw.
Opmerking: Indien de Model X is voorzien van achterstoelen met stoelverwarming en/of het
optionele koudweerpakket, kunt u de stoelverwarming, de verwarmde ruitenwissers en het
verwarmde stuur ook bedienen door eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de tab
voor de stoelen te tikken.
Opmerking: Om energie te besparen, wordt een stoelverwarming op een zitplaats voor
passagiers automatisch uitgeschakeld wanneer geen inzittende op die zitplaats wordt gedetecteerd als naar Drive wordt geschakeld.
2. Tik op de pijl omhoog of omlaag om de temperatuur in het interieur te wijzigen. Tik op SYNC
in het pop-upvenster dat verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de
temperatuur voor bestuurder en passagier instellen. Als u dezelfde temperatuur aan beide
zijden toepast, wordt er slechts
Page 151 of 251

4.De voorruitverwarming leidt een luchtstroom naar de voorruit. Tik een keer om de voorruit te
ontwasemen (het pictogram wordt blauw). Tik een tweede keer om de voorruit te ontdooien (het pictogram wordt rood en de verwarming en aanjager werken op de maximale stand). Tikeen derde keer om uit te schakelen en de luchtverdeling, verwarming en aanjager terug te
zetten op de vorige instellingen.
5. Tik hier om de achterruitverwarming in te schakelen. Als de climate control is ingeschakeld,
wordt het pictogram rood. Na 15 minuten wordt de achterruitverwarming automatisch
uitgeschakeld. De buitenspiegels worden ook verwarmd wanneer de achterruitverwarming is
ingeschakeld.Attentie: Om verbranding bij langdurig gebruik te voorkomen, moeten mensen met
aandoeningen aan het zenuwstelsel of een verminderde gevoeligheid voor pijn vanwege diabetes, leeftijd, neurologische problemen enz. extra voorzichtig zijn bij het gebruik van de
climate control en de stoelverwarming.
Opmerking: De climate control wordt gevoed door de hoogspanningsbatterij. Dat betekent dat
langdurig gebruik van deze systemen de actieradius kan verminderen.
Climate control
150Handleiding Model X
Page 152 of 251

De climate control-instellingen aanpassen
Om individuele instellingen aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren, tikt u op het
aanjagerpictogram onder in het touchscreen om toegang te krijgen tot de individuele climate
control-instellingen.
Als de Model X is voorzien van zes of zeven stoelen, verschijnt er ook onmiddellijk onder het
bovenstaande venster een balk met bedieningselementen voor climate control achterin. Zie Bedieningselementen voor control achterin (alleen modellen met 6 of 7 zitplaatsen) op pagina
152.
Als de Model X in stand P (Parkeren) staat, wordt naast de weergegeven instellingen ook de
instelling Climate control aan houden en Dog-modus getoond als u op het aanjagerpictogram tikt
(zie Climate control aan houden en Dog-modus op pagina 153).
1. De snelheid van de aanjager wijzigen.
Opmerking: Als de aanjagersnelheid wordt gewijzigd, kan de instelling van de manier waarop
lucht wordt aangezogen in de Model X veranderen om de luchtstroom te verlagen of te
verhogen. Als u bijvoorbeeld de aanjagersnelheid op de hoogste waarde instelt terwijl de
luchtcirculatie is ingesteld om buitenlucht aan te zuigen, schakelt de instelling mogelijk naar recirculatie om de luchtstroom te verhogen.
2. Tik hier om de climate control uit te schakelen en het pop-upvenster van de climate control te
sluiten.
Opmerking: Het pop-upvenster wordt ook gesloten als u op de kaart tikt, de mediaspeler of
een app kiest of een bedieningsvenster opent, zelfs indien de climate control is ingeschakeld.
3. Schakel de airconditioning in of uit. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af,
maar bespaart u energie.
4. Regel de luchtstroom in het interieur (voorruit, ventilatieroosters in het dashboard,
ventilatieroosters in de voetenruimte). U kunt meer dan