Inhoudsopgave
Overzicht............................................................ 2
Interieur...........................................................................................2 Exterieur......................................................................................... 3Overzicht touchscreen..............................................................4
Openen en sluiten........................................... 9 Portieren......................................................................................... 9 Ruiten............................................................................................. 15Achterbak..................................................................................... 16Bagageruimte voor................................................................... 19Opbergruimte en elektronica in het interieur................. 21 Zonnedak.....................................................................................24
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen..... 25 Voorstoelen en achterbank...................................................25 Veiligheidsgordels.................................................................... 28Kinderzitjes.................................................................................. 31 Ingebouwde naar achteren gerichte
kinderzitjes van Tesla.............................................................. 38Airbags......................................................................................... 42
Rijden................................................................ 46 Bestuurderspro
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
Voorstoelen en achterbank
Correcte houding De stoel, de vaste hoofdsteun, de gordel en deairbag vormen een combinatie die zorgt voor
een optimale veiligheid. Een juist gebruik geeft een maximale bescherming.
Stel de stoel zo in dat u de veiligheidsgordel
goed kunt dragen en u zo ver mogelijk van de
airbag zit:
1. Ga rechtop zitten met beide voeten op de
vloer en met de rugleuning niet meer dan
30 graden achterover.
2. Zorg dat u goed bij de pedalen kunt en
dat uw armen iets gebogen zijn als u het stuur vastpakt. De afstand tussen borst en
het midden van de airbag moet minstens
25 cm bedragen.
3. Leg de schoudergordel midden over uw
schouder, zorg dat uw nek vrij blijft. Leg
de heupgordel strak over de heupen, niet
over uw buik.
Bestuurdersstoel verstellen
1. Lendensteun verstellen.
Opmerking: Als uw Model S is uitgerust
met verstelbare hoofdsteunen, wordt deze
knop ook gebruikt om de hoofdsteunen
omhoog of omlaag te zetten (zie
Hoofdsteunen op pagina 26). Op het
touchscreen wordt een pop-upvenster
met een afbeelding van de stoel
weergeven wanneer u op deze knop tikt.
Als het lendensteungedeelte niet met de kleur blauw wordt gemarkeerd in de
afbeelding, tik dan op het
lendensteungedeelte in de afbeelding om
aan te geven dat u de lendensteun wilt
verstellen. Uw selectie wordt bewaard tot u deze handmatig wijzigt.
2. Rugleuning verstellen.
3. Zitting naar voren/achteren verstellen.
4. Hoogte en hellingshoek verstellen.
Attentie:
Voordat u een voorstoel verstelt,
dient u te controleren of de omgeving van de stoel vrij is van obstakels (personen envoorwerpen).
Voorstoelen en achterbank
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen25
Attentie: Plaats niets tussen de riem en
uw lichaam om de klap van een aanrijding
op te vangen.
Gordelspanners
De veiligheidsgordels voorin zijn voorzien van
gordelspanners die bij een zware frontale aanrijding tegelijk met de airbags geactiveerd
worden. De gordelspanner trekt het heup- en schoudergedeelte van de gordel automatisch
strak tegen het lichaam zodat de inzittende
niet naar voren schiet.
De buitenste zitplaatsen achter zijn uitgerust
met gordelspanners om de gordel naar binnen te trekken en voorwaartse beweging van de
inzittende te beperken.
Als de gordelspanners en airbags bij een aanrijding niet geactiveerd werden, wil dat
nog niet zeggen dat het systeem defect is. In de meeste gevallen betekent het dat de kracht
of de aard van de aanrijding geen aanleiding gaf om deze systemen te activeren.
Attentie: Een gordelspanner die eenmaal
is geactiveerd, moet daarna vervangen
worden. Laat na een aanrijding de
airbags, de gordelspanners en alle
bijbehorende onderdelen controleren en
zo nodig vervangen.
Veiligheidsgordels testen
U kunt op eenvoudige wijze controleren of de
veiligheidsgordels hun werk goed doen.
1. Maak de gordel vast en geef ter hoogte
van de sluiting een korte, felle ruk aan de
riem. De gordel moet netjes vast blijven
zitten.
2. Neem de losse gordel en trek de riem
helemaal uit. Controleer of het afrollen
soepel en zonder haperingen verloopt en
controleer de riem op sporen van slijtage.
Laat de gordel oprollen, controleer of de
riem soepel en zonder haperingen
helemaal oprolt.
3. Rol de riem half uit en trek dan de gesp
snel naar voren. De oprolautomaat moet
de riem nu blokkeren.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als
een veiligheidsgordel niet werkt zoals hierboven is beschreven.
Zie Veiligheidsgordels op pagina 184 voor
informatie over het reinigen van
veiligheidsgordels.
Waarschuwingen veiligheidsgordels
Attentie: Alle inzittenden moeten op elk
moment hun veiligheidsgordel dragen,
zelfs bij een bijzonder korte afstand. Het
negeren van deze aanwijzing kan bij een
aanrijding leiden tot ernstig letsel, in
sommige gevallen zelfs met dodelijke
a
Breng enkelvoudige bevestigingsriemen altijd
zo aan dat zij over de hoofdsteun heen lopen.
Opmerking: Om te voorkomen dat de
enkelvoudige bevestigingsriem naar links of
naar rechts verschuift, vervormt de bovenkant
van de hoofdsteun.
Een kinderzitje testen
Controleer altijd of een kinderzitje goed
vastzit voordat u er een kind inzet:
1. Pak het zitje vast waar de riem door het
zitje loopt, en probeer het zitje heen en
weer en van voor naar achter te schuiven.
2. Als het zitje meer dan 2,5 cm speling
heeft, zit het te los. Trek de gordel
strakker of klik het ISOFIX-kinderzitje
opnieuw vast.
3. Plaats het zitje op een andere zitplaats of
gebruik een ander kinderzitje als het niet
lukt om het zitje goed vast te zetten.
Waarschuwingen kinderzitjesAttentie: Plaats nooit een kind in een
kinderzitje of op een zitverhoging op de passagiersstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of
de dood leiden.Attentie: Gebruik nooit een naar achteren
gericht zitje op een stoel met een actieve
airbag. Dit kan tot ernstig letsel of de
dood leiden. Raadpleeg het
waarschuwingslabel op de zonneklep.Attentie: Systemen voor de bescherming
van kinderen in auto
Airbags
Plaats van airbags
In de afbeelding is aangegeven op welke plaatsen er airbags in de auto zitten. Op de zonneklep is
een waarschuwing over de airbags aangegeven.
Model S is uitgerust met een airbag en een driepuntsgordel op beide zitplaatsen voorin. Op die zitplaatsen maakt de airbag deel uit van een aanvullend veiligheidssysteem. Alle inzittenden van
de auto, waaronder de bestuurder, moeten altijd hun veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze
aanvullend beschermd worden door een airbag op de plaats waar ze zitten. Dit om het risico op
ernstige verwonding of overlijden te minimaliseren in geval van een botsing.
Opmerking: Op voertuigen met rechtse besturing zijn de locatie van de passagiers- en
bestuurdersairbags omgekeerd.
1. Frontairbag passagierszijde
2. Frontairbag bestuurder
3. Zijairbags
4. Gordijnairbags
Airbags
42Handleiding Model S
Werking van airbags
Airbags worden opgeblazen wanneer
sensoren een botsing detecteren die de
drempels voor activering overschrijdt. Deze
drempels bestaan om de ernst van een
botsing op tijd te voorspellen zodat de
airbags de inzittenden van de auto kunnen
beschermen.
Een airbag wordt met een luide knal in een fractie van een seconde opgeblazen. De
airbag zorgt er samen met de
veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet
naar voren schieten en beperken zo de kans
op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze
gewoonlijk niet afgaan bij aanrijdingen van
achteren, bij het over de kop slaan van de
auto, aanrijdingen van opzij en bij een
noodstop, noch bij het rijden over drempels of gaten. Op dezelfde wijze worden frontairbags
mogelijk niet altijd geactiveerd bij alle botsingen aan de voorzijde, aan de onderzijde,
of botsingen met smalle objecten (zoals palen
of bomen). Het kan voorkomen dat de auto ernstig beschadigd raakt terwijl de airbags
niet afgaan en omgekeerd, dat de schade
relatief beperkt blijft maar de airbags wel
geactiveerd worden. Daarom kan niet aan het
uiterlijk van de auto aan de buitenkant worden
vastgesteld of de frontairbags geactiveerd
hadden moeten worden.Attentie: Neem contact op met Tesla als u
de auto zodanig wilt aanpassen voor een
persoon met een handicap dat dit van
invloed zou kunnen zijn op de werking
van het airbagssysteem.Soorten airbags
Model S heeft de volgende typen airbags:
De frontairbag aan passagierszijdeuitschakelen
Als u een kind op de voorste passagiersstoel
laat zitten (zelfs in een kinderzitje of op een
zitverhoging) moet u altijd eerst de frontairbag aan passagierszijde uitschakelen
om te voorkomen dat de airbag het kind verwondt bij een botsing.
Tik op Bediening > Veiligheid en beveiliging >
Frontairbag passagierszijde om de frontairbag
aan de passagierszijde van de auto uit te
schakelen.De indicator Airbag passagier
wordt in de bovenhoek van het
touchscreen weergegeven om
aan te geven of de frontairbag
aan passagierszijde in- of
uitgeschakeld is.
Opmerking: U kunt dit
statuspictogram ook aanraken
om de frontairbag aan
passagierszijde handmatig in of
uit te schakelen.
Als de airbag is ingeschakeld ondanks dat u deze hebt uitgeschakeld (of vice versa), neem
dan onmiddellijk contact op met Tesla.
Opmerking: Model S heeft een capacitief
touchscreen dat mogelijk niet werkt als u
gewone handschoenen draagt. Als het scherm
bij aanraking niet reageert, doe dan uw
handschoenen uit of gebruik handschoenen
met speciale vingertoppen voor touchscreens.
Attentie: Plaats nooit een kind in een
kinderzitje of op een zitverhoging op de passagiersstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of
de dood leiden.Attentie: Zet niemand in de
passagiersstoel als de frontairbag aan
passagierszijde niet lijkt te werken. Neem
direct contact op met een Tesla Service
Center om dit zo snel mogelijk te laten
verhelpen.
E
Attentie: Gebruik geen stoelhoezen in de
Model S. Deze zouden bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags in de
stoelen kunnen verstoren. Bovendien
kunnen hoezen de werking van het
systeem voor het detecteren van
inzittenden verstoren, indien aanwezig.Attentie: Airbags worden snel en met veel
kracht opgeblazen en dit kan tot
verwondingen leiden. Zet de voorstoelen
op voldoende afstand van het dashboard,
zorg dat iedereen netjes rechtop zit en de
gordel op de juiste wijze draagt om de
kans op verwonding door de airbags tot een minimum te beperken.Attentie: Plaats kleine kinderen (al dan
niet in een kinderzitje) nooit op de
rechtervoorstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan ernstig letsel veroorzaken met de dood tot gevolg als
de airbag opblaast.Attentie: Zorg altijd voor voldoende
afstand tussen het lichaam en de zijkant
van de Model S, zodat de zijairbags hun
werk goed kunnen doen.Attentie: Leun niet met het hoofd tegen
een portier. Dit kan ernstig letsel veroorzaken als een gordijnairbag afgaat.Attentie: Plaats nooit voeten, knie