Page 110 of 202

DrivingAcceleration: Pas de acceleratie aan. Chill beperkt de acceleratie voor nog
ontspannender en comfortabeler rijden, terwijl Standard het normale
acceleratieniveau biedt.
Opmerking: Als de modus Chill is geselecteerd, wordt Chill weergegeven op
het touchscreen boven de rijsnelheid.
Steering Mode : Voor het instellen van de kracht waarmee het stuur gedraaid
moet worden. Sport geeft een betere respons terwijl Comfort zorgt voor
een lichtere besturing en extra gemak bij het inparkeren (zie
Stuurbekrachtiging instellen op pagina 52).
Regenerative Braking : Als het gaspedaal wordt losgelaten, zal de Model 3
snelheid verliezen door regeneratief remmen. De energie die daarbij wordt opgewekt, wordt gebruikt om de batterij weer op te laden. Indien ingesteld
op LOW zal de Model 3 minder snel vertragen, maar hierdoor wordt ook
minder energie aan de batterij teruggeleverd (zie Regeneratief remmen op
pagina 66).
Opmerking: Ongeacht de geselecteerde instelling is de hoeveelheid energie
die met regeneratief remmen wordt herwonnen kleiner als de batterij vol is, of als het heel warm of koud is (de extra energie wordt dan gebruikt om de
batterij te koelen of te verwarmen).
Traction Control : Slip Start inschakelen om de wielen te laten doorslippen
(zie Traction Control op pagina 69).
Creep : Indien ingeschakeld brengt de Model 3 voorwaarts koppel in de
stand D (Drive) en achterwaarts koppel in de stand R (Reverse) over
wanneer u het rempedaal loslaat (net als bij een conventionele
automatische transmissie). Het koppel zorgt ervoor dat de auto langzaam
rijdt op vlakke wegen, maar het kan zijn dat u in sommige situaties het
gaspedaal moet bedienen (bijvoorbeeld op een steile helling of oprit).
Indien uitgeschakeld, rolt de Model 3 vrij wanneer u uw voet van hetrempedaal laat en brengt de motor geen koppel over totdat het gaspedaalwordt ingetrapt. U kunt deze instelling alleen veranderen wanneer de Model
3 in de stand P (Parkeren) staat.Attentie: Vertrouw nooit op Creep voor voldoende koppel om te
voorkomen dat uw auto een helling afrolt. Bedien altijd het rempedaal om stil te blijven staan op een helling of het gaspedaal om een helling
op te rijden. Anders kan schade en/of een aanrijding het gevolg zijn.
Bediening
Touchscreen gebruiken109
Page 158 of 202

echter zichzelf na een korte tijd bij normaal
rijden echter opnieuw kalibreren om het
regeneratieve remvermogen te herstellen.
Rijden bij lage temperaturen. Banden presteren minder goed bij koudetemperaturen. Dit betekent minder grip en een
grotere kans op ongelukken. Performance- banden kunnen tijdelijk stug worden als ze erg
koud worden, daardoor kunnen ze de eerste
mijlen (kilometers) tijdens het opwarmen
rumoerig zijn.
Gebruik van sneeuwkettingen Tesla heeft de volgende kettingen getest en
goedgekeurd voor betere grip bij sneeuw. Kettingen mogen alleen op de achterbanden
worden gelegd.BandenmaatAanbevolen ketting18"PEWAG SERVO
SPORT RSS 7619"PEWAG SERVO RS
7720"MAGGI TRAK SP214Let op!: Als uw Model 3 is voorzien van
aero-doppen, moet u deze verwijderen
voordat u de kettingen monteert (zie
Aero-doppen verwijderen en monteren
op pagina 154). Anders kan dit tot schade
leiden die niet onder de garantie valt.
Volg voor het monteren van de
sneeuwkettingen de aanwijzingen van de
fabrikant. Span de kettingen zo strak mogelijk.
Als u sneeuwkettingen gebruikt:
Page 180 of 202
Aanwijzingen voor sleepdiensten
Bij transport Model 3
Transporteer de Model 3 altijd met alle vier de
wielen van de grond. Een autoambulance of een vergelijkbaar transportvoertuig wordt
aanbevolen. Een wiellift en dolly
Page 201 of 202

Tire Pressure Monitoring System (Bandenspanningscontrolesysteem) (Vervolg)FCC-certificering 192
overzicht van 155
toegang zonder sleutel 14
touchscreenopnieuw starten 51
overzicht 4
reinigen 159
reinigingsmodus 159
software-updates 139TPMSFCC-certificering 192
overzicht van 155
Track Mode 73
Tracking uitgeschakeld 120
traction control 69
Traffic-aware cruise control 81
transporteren 179
Transportmodus 179
Trip Planner 124
TuneIn-radio 127
U ultrasone sensoren 78
USB-apparatenaansluiting 23
audiobestanden afspelen van 128
USB-poorten 23
V
Valet Mode 49
van rijstrook wisselen, automatisch 89
Vehicle Hold 72
veiligheidsgordelsbij een aanrijding 31
gordelspanners 31
overzicht van 30
reinigen 159
veiligheidsgordels en zwangerschap 31veiligheidsinformatieairbags 47
veiligheidsgordels 32
ventilatie 117
ventilatieroosters 117
verbruiksgrafiek 74
vergrendelen 14
verlichtingalarmknipperlichten 60
headlights after exit 60
richtingaanwijzers 60
verlichting laadcontact 146
verschuiving van maximumsnelheid 104
Versnelling 56
versnellingen 56
verwarming 114
vierseizoenenbanden
156
VIN (Voertuigidentificatienummer) 168vloeisto