
37
Sleutel
Conventionele sleutel
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale 
vergrendeling via het slot te bedienen om de 
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Dezelfde sleutel dient ook voor het openen 
en sluiten van de tankdop en het starten of 
afzetten van de motor.
Sleutel met afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt 
de auto ontgrendelen of vergrendelen door 
de centrale vergrendeling te bedienen via het 
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens 
voor de lokalisatie van de auto, het openen 
en sluiten van de tankdop en het starten of 
afzetten van de motor, en maakt deel uit van de 
diefstalbeveiliging.De knoppen van de afstandsbediening 
werken niet meer als het contact aan 
staat.
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Wanneer u deze knop niet indrukt, kan de 
afstandsbediening beschadigd raken.
Keyless entry and start
F Druk op deze knop om de sleutel uit of in te klappen. te ontgrendelen of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor de 
lokalisatie en het starten van de auto en maakt 
deel uit van de diefstalbeveiliging.
Met de "Keyless entry and start"-
afstandsbediening op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen en 
vergrendelen en de motor starten ter wijl u de 
afstandsbediening op zak houdt.
De handsfree-functies werken niet en de 
portieren kunnen niet worden geopend als 
het contact A AN (stand Accessoires) is 
gezet met de knop "START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek 
voor meer informatie over het star ten 
en afzetten van de motor, en in het 
bijzonder de stand A AN van het contact.
Met de afstandsbediening kunt u de centrale 
vergrendeling bedienen om de auto op afstand 
2 
Toegang tot de auto  

38
De centrale vergrendeling/ontgrendeling 
en supervergrendeling werken niet:
- 
a
 ls het contact is aangezet,
-
 
a
 ls een van de te openen 
carrosseriedelen nog geopend is,
-
 
a
 ls een sleutel van het Keyless entry 
and start-systeem zich nog in de auto 
bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per 
ongeluk wordt ontgrendeld (met de 
afstandsbediening of via het Keyless 
entry and start-systeem), wordt de auto 
binnen 30
 
seconden automatisch weer 
vergrendeld tenzij binnen deze tijd een 
portier wordt geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt 
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief 
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze 
had uitgeschakeld).
Het in- en uitklappen van de 
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld 
door het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats. Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen 
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor 
een korte tijd, zonder de Keyless entry 
and start-afstandsbediening mee te 
nemen.
Wees bedacht op diefstal als de Keyless 
entry and start-afstandsbediening zich 
binnen het detectiebereik bevindt terwijl 
uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van de 
elektronische sleutel ontladen raakt, gaan 
de "Keyless entry"-functies over in de 
waakfase als de auto langer dan 21 dagen 
niet is gebruikt.
Om de functies weer te activeren, 
dient u op een van de knoppen van de 
afstandsbediening te drukken of de motor 
te starten ter wijl u de afstandsbediening 
tegen de noodlezer houdt.Volledige of selectieve 
ontgrendeling
De selectieve ontgrendeling van 
de cabine
 of de laadruimte  is een 
veiligheidsmaatregel.
Dit systeem wordt gebruikt om de toegang 
af te sluiten naar het deel van de auto 
waar u niet aanwezig bent.
De volledige ontgrendeling ontgrendelt alle
 te 
openen carrosseriedelen van de auto (voor, zij, 
achter).
De selectieve ontgrendeling ontgrendelt de 
portieren van de cabine  of de te openen 
carrosseriedelen van de laadruimte  (zij en 
achter). 
Toegang tot de auto  

39
Programmeren
Zonder audiosysteem
Met audiosysteem of touchscreen
Het activeren en deactiveren van 
de selectieve ontgrendeling vindt 
plaats via het configuratiemenu 
van de auto.
Volledig ontgrendelen
Met de sleutel
F Om de selectieve ontgrendeling van de cabine of de laadruimte 
te activeren, of om deze te 
deactiveren en de volledige 
ontgrendeling weer te activeren, 
moet u het contact aanzetten 
en deze toets langer dan twee 
seconden ingedrukt houden.
Ter bevestiging klinkt een geluidssignaal 
en wordt, afhankelijk van de uitvoering, een 
melding weergegeven. F
 
S
 teek om de auto volledig
 te ontgrendelen 
de sleutel in het slot en draai deze in de 
richting van de voorzijde van de auto.
F  
T
 rek ver volgens aan de portiergreep om het 
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt 
niet uitgeschakeld. Het alarm zal worden 
geactiveerd door het openen van een portier 
en kan worden uitgeschakeld door het contact 
aan te zetten.Met de afstandsbediening
F Druk op een van deze knoppen  om de auto te ontgrendelen.
Als u deze knop ingedrukt houdt, 
worden de ruiten geopend 
(afhankelijk van de uitvoering van 
uw auto). De ruit stopt zodra de 
knop wordt losgelaten.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door 
het gedurende ongeveer 2
 
seconden snel 
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw 
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels 
uitgeklapt.
Met de Keyless entry and start-
afstandsbediening op zak
F Leg, om de auto  te ontgrendelen, ter wijl u 
de afstandsbediening op zak hebt binnen de 
detectiezone A, uw hand op de achterzijde 
van een van de handgrepen (voorportier, 
handbediende schuifdeur of achterdeur).
F
 
T
 rek aan de handgreep om het portier of de 
deur te openen.
F
 
P
 laats, om de auto te ontgrendelen, met de 
afstandsbediening binnen de detectiezone 
A , uw hand achter de handgreep van de 
achterdeur.
Met achterdeuren
2 
Toegang tot de auto  

40
Selectief ontgrendelen
Met de afstandsbediening
F Druk één keer op deze knop om alleen de portieren van de 
cabine  te ontgrendelen.
F
 
D
 ruk voor de tweede keer  op 
deze knop om de deuren van 
de laadruimte (zij en achter) te 
ontgrendelen.
of F
 
D
 ruk op deze knop op de 
afstandsbediening om alleen de 
laadruimte  te ontgrendelen.
Als u deze knop ingedrukt houdt, 
worden de ruiten geopend 
(afhankelijk van de uitvoering van 
uw auto). De ruit stopt zodra de 
knop wordt losgelaten.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door 
het gedurende ongeveer 2
 
seconden snel 
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw 
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels 
uitgeklapt.
Met de Keyless entry and start-
afstandsbediening op zak
F Om alleen de cabine  te 
ontgrendelen, terwijl u de 
afstandsbediening op zak hebt 
binnen detectiezone A , moet 
u uw hand aan de achterkant 
van de portiergreep van het 
bestuurdersportier houden.
Met achterklep
F Druk, als de afstandsbediening zich  binnen het detectiegebied A bevindt, op de 
schakelaar voor het ontgrendelen van de 
achterklep om de auto te ontgrendelen.
F
 
O
 pen de achterklep.
F
 
T
 rek ver volgens aan de handgreep om de 
achterdeur te openen.
F  
O
 m alleen de cabine te 
ontgrendelen, terwijl u de 
afstandsbediening op zak hebt 
binnen detectiezone B , moet 
u uw hand aan de achterkant 
van de portiergreep van het 
bestuurdersportier houden.
F
 
T
 rek aan de handgreep om de cabine te 
openen.
De te openen carrosseriedelen van de 
laadruimte blijven vergrendeld. 
Toegang tot de auto  

41
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels alleen uitgeklapt wanneer 
de cabine wordt ontgrendeld en het 
alarmsysteem is uitgeschakeld.
Ontgrendelen
Met de sleutel
F Steek om de auto volledig te ontgrendelen 
de sleutel in het slot en draai deze in de 
richting van de voorzijde van de auto.
F
 
T
 rek ver volgens aan de portiergreep om het 
portier te openen.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te  ontgrendelen.
Als u deze knop ingedrukt houdt, 
worden de ruiten geopend 
(afhankelijk van de uitvoering). 
Als u de knop loslaat, stopt de 
beweging van de ruit.
Met de Keyless entry and 
start-afstandsbediening op zak
F Trek aan de handgreep om het portier of de  deur te openen.
Met achterklep
Met achterdeuren
F Plaats, om de auto te ontgrendelen, met de 
afstandsbediening binnen de detectiezone 
A, uw hand achter de handgreep van de 
achterdeur.
F
 
T
 rek ver volgens aan de handgreep om de 
achterdeur te openen.
F
 
O
m alleen de laadruimte
 te ontgrendelen, 
ter wijl u de afstandsbediening op zak hebt 
binnen detectiezone A , B of C, moet u uw 
hand aan de achterkant van de portiergreep 
van de linker of rechter schuifdeur, de linker 
achterdeur of de achterklep houden.
F
 
T
rek aan de handgreep om de laadruimte te 
openen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door 
het gedurende enkele seconden snel 
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het 
alarmsysteem uitgeschakeld. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt 
niet uitgeschakeld. Het alarm zal worden 
geactiveerd door het openen van een portier 
en kan worden uitgeschakeld door het contact 
aan te zetten.
F
 
L
eg, om de auto  te ontgrendelen, ter wijl u 
de afstandsbediening op zak hebt binnen de 
detectiezone A, uw hand op de achterzijde 
van een van de handgrepen (voorportier, 
handbediende schuifdeur of achterdeur).
2 
Toegang tot de auto  

42
Vergrendelen
Met de sleutel
F Steek de sleutel in het slot van het bestuurdersportier en draai hem richting de 
achterzijde van de auto om de auto te vergrendelen.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te  vergrendelen. Als u deze knop ingedrukt 
houdt, worden de ruiten gesloten 
(afhankelijk van de uitvoering). 
Als u de knop loslaat, stopt de 
beweging van de ruit.
Let erop dat niets of niemand het correcte 
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze 
zich tijdens het bedienen van de ruit niet 
kunnen bezeren.
Als uw auto niet is uitgerust met het 
alarmsysteem, wordt de vergrendeling/
supervergrendeling bevestigd door het 
gedurende ongeveer 2
 
 seconden blijven 
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto 
worden gelijktijdig de buitenspiegels 
ingeklapt.
Met de Keyless entry and 
start-afstandsbediening op zak
F Druk, als de afstandsbediening zich  binnen het detectiegebied A bevindt, op de 
schakelaar voor het ontgrendelen van de 
achterklep om de auto te ontgrendelen.
F
 
O
 pen de achterklep.
F
 
D
 ruk, als de afstandsbediening zich binnen 
het detectiegebied A bevindt, met uw 
vinger op de merktekens van een van de 
portiergrepen voor of achter om de auto te 
vergrendelen.Met achterdeuren/achterklep
Let erop dat niets of niemand het correcte 
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze 
zich tijdens het bedienen van de ruit niet 
kunnen bezeren.
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied  A bevindt, op de merktekens op de portiergreep van de linker 
achterdeur of op de schakelaar voor het vergrendelen van de 
achterklep om de auto te vergrendelen.
Als u op de merktekens of op de 
schakelaar blijft drukken, worden 
de ruiten gesloten (afhankelijk 
van de uitvoering). Wanneer u 
de merktekens of de schakelaar 
loslaat, stopt de beweging van 
de ruit. 
Toegang tot de auto  

43
Als een portier of deur, of de achterklep 
niet goed is gesloten (behalve de rechter 
achterdeur):
- 
b
 randt, bij stilstaande auto 
en draaiende motor, dit 
lampje in combinatie met een 
waarschuwingsmelding die enkele 
seconden wordt weergegeven,
-
 
b
 randt tijdens het rijden 
(wagensnelheid hoger dan 
10
  km/h) dit lampje in combinatie 
met een geluidssignaal en een 
waarschuwingsmelding die gedurende 
enkele seconden wordt weergegeven.
Supervergrendeling
Met de sleutel
F Steek om de super vergrendeling in te  schakelen de sleutel in het slot en draai de 
sleutel in de richting van de achterzijde van 
de auto.
F
  Draai  binnen vijf seconden  de sleutel 
nogmaals in de richting van de achterzijde.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, 
werken de binnen- en buitenportiergrepen 
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, 
is ook de toets van de centrale 
vergrendeling in het interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de 
supervergrendeling in als er zich iemand in 
de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk om de supervergrendeling 
in te schakelen op deze knop.
F
  Druk  binnen 5
  seconden na het 
vergrendelen  nogmaals op deze 
knop.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de 
uitvoering van de auto, de buitenspiegels 
elektrisch ingeklapt.
Met de Keyless entry and start-
afstandsbediening op zak
Met achterdeuren/achterklep
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen  het detectiegebied A bevindt, met uw 
vinger op de merktekens van een van de 
voor- of achterportiergrepen om de auto te 
vergrendelen.
F
  Druk  binnen vijf seconden  nogmaals op 
de merktekens om de supervergrendeling in 
te schakelen.
Als u de vergrendelknop 
ingedrukt houdt, worden de 
ruiten gesloten (afhankelijk van 
de uitvoering). Wanneer u de 
knop loslaat, stoppen de ruiten.
Het rijden met vergrendelde portieren 
kan in noodgevallen de toegang tot 
het interieur voor de hulpdiensten 
bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen 
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor 
een korte tijd, zonder de sleutel mee te 
nemen.
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het 
detectiegebied  A bevindt, op de merktekens 
van de portiergreep van de linker achterdeur of 
op de schakelaar voor het vergrendelen van de 
achterklep om de auto te vergrendelen.
2 
Toegang tot de auto  

44
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand 
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig 
licht. De auto dient hier voor wel gedurende ten 
minste 5
 
seconden vergrendeld te zijn.
Verlichting inschakelen met de afstandsbediening
Druk kort op deze knop om de 
verlichting via de afstandsbediening 
te activeren (inschakelen van het 
parkeerlicht, het dimlicht en de 
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer 
in te drukken ter wijl de verlichting 
nog brandt, wordt de verlichting 
via de afstandsbediening weer 
uitgeschakeld. F 
D
 ruk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien 
seconden de plafonniers gaan branden en de 
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip aangebracht die 
over een specifieke code beschikt. Om te kunnen 
starten, moet bij het aanzetten van het contact deze 
code worden herkend door de startblokkering.
F  Druk  binnen 5   seconden nogmaals op 
de de merktekens of de schakelaar de 
supervergrendeling in te schakelen.
Bij een storing in het systeem wordt 
u gewaarschuwd door dit lampje in 
combinatie met een geluidssignaal 
en een melding op het display.
De auto kan niet gestart worden. Raadpleeg zo 
snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Enkele seconden na het uitschakelen van het contact 
vergrendelt dit systeem de motorregelmodule om te 
voorkomen dat de motor na een eventuele inbraak in 
de auto gestart kan worden.
Noodbediening(en)
Als de accu leeg is, probeer dan de auto 
op de gebruikelijke wijze te vergrendelen/
ontgrendelen. Als dit niet werkt, gebruik dan de 
hieronder beschreven mechanische systemen.
Gebruik deze systemen ook om de portieren te 
vergrendelen/ontgrendelen in het geval van:
-
 s
toring van de centrale vergrendeling,
-
 b
atterij afstandsbediening leeg,
-
 s
toring van de afstandsbediening;
-
 
a
 uto is in een gebied met sterke 
elektromagnetische straling.
Waar bevindt zich de 
geïntegreerde sleutel van Keyless 
entry and start-afstandsbediening?
Vergrendelen van de auto
F Steek de geïntegreerde sleutel in het  bestuurdersportierslot en draai de sleutel 
richting de achterzijde van de auto.
F
 
T
 rek aan knop 1 om de geïntegreerde 
sleutel 2 te verwijderen.
Ontgrendelen van de auto
F Steek de geïntegreerde sleutel in het  bestuurdersportierslot en draai de sleutel 
richting de voorzijde van de auto. 
Toegang tot de auto