148InfotainmentsysteemVoorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 170.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 5000 muziekbe‐
standen, 5000 afbeeldingsbestan‐
den, 500 filmbestanden,
5000 mappen en 15 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16 / FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Infotainmentsysteem155routebegeleiding tegen de
verkeersregels ingaat, moet u
altijd de verkeersregels volgen.
Werking van het
navigatiesysteem
Het navigatiesysteem gebruikt
sensoren om de positie en beweging van de auto te bepalen. De afgelegde
afstand wordt bepaald door het
signaal van de snelheidsmeter van de auto, de draaibewegingen in de boch‐
ten door een sensor. De positie wordt
bepaald door de gps-satellieten
(Global Positioning System).
Door vergelijking van de sensorsig‐ nalen met de digitale kaarten is het
mogelijk om de positie met een nauw‐ keurigheid van ongeveer 10 meter tebepalen.
Het systeem werkt ook bij een slechte
GPS-ontvangst. Dit kan echter wel de nauwkeurigheid van de positiebepa‐
ling beïnvloeden.
Na het invoeren van het bestem‐
mingsadres of een nuttige plaats of
POI (dichtstbijzijnde tankstation,
hotel et cetera) wordt de route vanaf
de actuele locatie tot de geselec‐
teerde bestemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Opmerkingen
TMC- verkeersinformatiesysteem en dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem ontvangt van de TMC-radiozendersalle actuele verkeersinformatie. Deze
informatie wordt gebruikt bij het bere‐ kenen van de volledige route. Daarbij wordt de route zo gepland dat
volgens de vooraf ingestelde criteria
om verkeersproblemen heen wordt
gereden.
Is er een actueel verkeersprobleem
tijdens een actieve routebegeleiding,
vraagt het systeem - afhankelijk van
de vooraf gemaakte instelling - of de
route veranderd moet worden.
De TMC-verkeersinformatie wordt op
het kaartscherm met symbolen weer‐
gegeven of verschijnt als gedetail‐
leerde tekst in het TMC-meldingen‐
menu.Om de TMC-verkeersinformatie te
kunnen gebruiken, moet het systeem TMC-zenders in de relevante regioontvangen.
De TMC-stations kunnen in het navi‐
gatiemenu 3 156 worden geselec‐
teerd.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
Infotainmentsysteem opgeslagen.
Voor updaten van de navigatiekaart‐ gegevens koopt u nieuwe gegevens
bij de Opel Dealer of op onze website
http://opel.navigation.com/. U
ontvangt een USB-apparaat met
daarop de update.
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort en volg de instructies op
het scherm. Tijdens de update moet
de auto ingeschakeld zijn.
Let op
Tijdens de update blijft de auto
werken. Als de auto wordt uitge‐
schakeld, kan de update worden
onderbroken. De navigatietoepas‐
sing, Bluetooth en andere externe
apparaten werken niet totdat de
update voltooid is.
176InfotainmentsysteemSelecteer Oproephistorie in het tele‐
foonhoofdmenu.
Selecteer q voor uitgaande oproe‐
pen, r voor gemiste oproepen, s
voor binnenkomende oproepen en
p voor alle oproepen. De desbetref‐
fende oproeplijst wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste vermelding
om de oproep te starten.
Een nummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Selecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐ hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Houd het desbetreffende getal op het
toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van
de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
310KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 310
Conformiteitsverklaring ............310
REACH .................................... 315
Erkenning van software ...........315
Gedeponeerde handelsmerken .......................318
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 319
Event Data Recorders (EDR) ..319
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 322Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto is uitgevoerd met syste‐
men die radiogolven uitzenden en/of ontvangen conform
Richtlijn 2014/53/EU. De fabrikanten
van de onderstaande systemen
verklaren dat deze conform
Richtlijn 2014/53/EU zijn. De volle‐
dige tekst van de EU-conformiteits‐
verklaring vindt u op het volgende
webadres: www.opel.com/confor‐
mity.
Importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Infotainmentsysteem R 4.0 / Navi 4.0 LG Electronics
European Shared Service center
B.V., Krijgsman 1, 1186 DM Amstel‐
veen, The NetherlandsBedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)2400,0 - 2483,542400,0 - 2483,5135725,0 - 5850,0132400,0 - 2483,54
DAB+ module
Panasonic Automotive & Industrial
Systems Europe GmbH, Robert-
Bosch-Straße 27-29, 63225 Langen,
Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Laird antenne
Laird
Daimlerring 31, 31135 Hildesheim,
Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Kathrain antenne
Kathrein Automotive GmbH
Klantinformatie321U kunt uw eigen gegevens invoeren
in de Infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerde multimedia‐
systeem
● adressenboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en Info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. eensmartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij
het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐
raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en het geluid van de smartphone zijn inhet gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en
andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto
en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere aanbieders.
322KlantinformatieMerkgebonden servicesIn het geval van de online services
van de fabrikant, worden de relevante functies beschreven door de fabrikant
op een geëigende locatie (bijv.
gebruikershandleiding, internetsite
van de fabrikant) en de desbetref‐
fende informatie met betrekking tot
gegevensbescherming worden
verstrekt. Er worden mogelijk
persoonlijke gegevens gebruikt voor
het aanbieden van online services.
Uitwisseling van gegevens voor dit
doel vindt plaats via een beveiligde
verbinding, bijv. gebruikmakend van de specifieke IT-systemen van de
fabrikant. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonlijke gege‐
vens ter voorbereiding op het aanbie‐ den van services vindt uitsluitendplaats op basis van wettelijke
toestemming, bijv. in het geval van
een wettelijk voorgeschreven nood‐
oproepsysteem of een contractuele
verplichting of op basis van toestem‐
ming.
U kunt de services en functies (waar‐
voor tot op zekere hoogte kosten in
rekening worden gebracht) en, insommige gevallen, de complete auto‐
verbinding met het radionetwerk acti‐
veren of deactiveren. Dit geldt echter
niet voor wettelijk verplichte functies
en services zoals een noodoproep‐
systeem.
Services van derde partijen Indien u gebruikmaakt van online
services van andere aanbieders
(derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden
met betrekking tot aansprakelijkheid
en gegevensbescherming en gebruik van de desbetreffende aanbieder. De
fabrikant heeft wat dat betreft veelal
geen invloed op de uitgewisselde gegevens.
Let daarom op de aard van de
persoonlijke gegevens, de reikwijdte
ervan en het doel van de verzameling binnen het kader van de services diede desbetreffende derde partij
verstrekt.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
portieren en het starten. RFID-tech‐
nologie in Opel-auto's gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel-systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
325Automatische versnellingsbak ...200
Automatisch vergrendelen ...........23
Automatisch volume ...................138
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 289
Auto stallen ................................. 249
Autostop ..................................... 192
B Bagageruimte ........................ 24, 67
Bagageruimte-afdekking .............70
Bandenreparatieset ...................278
Bandenspanning .......................271
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 101, 273
Bandenspanningswaarden ........309
Basisbediening ........................... 135
Batterijspanning .........................110
Bediening.................................... 173 Externe apparaten ..................147
Menu ....................................... 135
Navigatiesysteem ....................156
Radio ....................................... 141
Telefoon .................................. 173
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............129
Stuurwiel ................................. 129
Bedieningsorganen ......................85
Bedieningspaneel Infotainment ..129
Begeleiding ................................ 166Beginmenu................................. 135
Bekerhouders .............................. 64
Bekleding .................................... 293
Bel Beltoon .................................... 173
Functies tijdens het gesprek ...173
Inkomend gesprek ..................173
Telefoongesprek initiëren ........173
Beladingsinformatie .....................82
Beltoon Beltoon wijzigen ......................173
Beltoonvolume ........................ 138
Beslagen lampglazen ................124
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............147
Audiobestanden ......................147
Filmbestanden......................... 147
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 211
Beveiliging van de auto ................25
Binnenspiegels ............................. 29
Binnenverlichting ...............124, 264
Blindehoeksysteem ....................230
BlueInjection ............................... 197
Bluetooth Algemene informatie ...............147
Apparaat aansluiten ................147
Bluetooth-verbinding ...............170
Koppelen ................................. 170Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 149
Telefoon .................................. 173
Bluetooth-verbinding ..................170
Bolle vorm .................................... 28
Boordgereedschap .....................270
Boordinformatie .........................109
Brandstof .................................... 239
Brandstofmeter ............................ 92
Brandstof voor benzinemotoren 239
Brandstof voor dieselmotoren ...240
BringGo ...................................... 153
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................88
Buitenverlichting .........................117
C Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 13, 86
Code ........................................... 109
Conformiteitsverklaring ...............310
Contacten ................................... 160
Contactslotstanden ....................189
Controlelampen ......................91, 94
Controle over de auto ................189
Controles .................................... 250
Cruise control ....................103, 211
D DAB ............................................ 145
Dagrijlicht ................................... 120
326Dagteller ...................................... 91
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 82
Dakconsole .................................. 65
Dakdrager .................................... 82
DEF ............................................ 197
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 256
Dieseluitlaatvloeistof ...................197
Digital Audio Broadcasting .........145
Dimlicht of grootlicht ...................117
Display-instellingen ............150, 152
Driepuntsgordel ........................... 46
Driver Information Center ...........104
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen .............89
Elektrische handrem .............99, 205
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 264
Elektronische rijprogramma's ....202
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...100
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 208
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............100Elektronisch
klimaatregelsysteem ..............181
Erkenning van software ..............315
Event Data Recorders (EDR) .....319
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................143
Zenders opslaan .....................143
Favorieten................................... 160
Favorietenlijst ............................. 143
Filmbestanden ............................ 147
Films afspelen ............................ 152
Film via USB activeren ...............152
FlexOrganizer .............................. 77
Frontaal airbagsysteem ...............52
Frontaanrijdingswaarschuwing ...221
G
Gebruik ............... 132, 141, 156, 169
Bluetooth ................................. 147
Menu ....................................... 135
Navigatiesysteem ....................156
Radio ....................................... 141
Telefoon .................................. 173
USB ......................................... 147
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..318
Geluidsinstellingen .....................137
Geluidssignalen .........................109
Gereedschap ............................. 270Gesproken begeleiding ..............156
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................81
Gloeilamp vervangen ................257
Gordelverklikker ........................... 97
Gordijnairbagsysteem .................. 53
Grootlicht ........................... 102, 118
Grootlichtassistentie ...........102, 118
H
Halogeenkoplampen .................257
Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde versnellingsbak ......................204
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................202
Handmatige stoelverstelling .........38
Handrem ............................. 204, 205
Handschoenenkastje ...................63
Handzender ................................. 20
Hellingrem ................................. 207
Het navigatiesysteem activeren. 156
Hoofdsteunen .............................. 35
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 185
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 59
Indicatie afstand tot voorligger ...225