Telefoon123NAVI 80 IntelliLink -
Telefoonkoppeling verbreken
Om vanuit de startpagina de koppe‐
ling van een telefoon met het Infotain‐
mentsysteem te verbreken, tikt u
MENU aan, gevolgd door gTelefoon
en Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . Selecteer in de getoonde
lijst de telefoon waarvan de koppeling verbroken moet worden.
Telefoon met voorrang definiëren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon met voorrang definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,
hangt af van het model telefoon.
Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem te regelen:
● De Bluetooth-functie van het Infotainmentsysteem moet geac‐tiveerd zijn.
● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele mobiele
telefoon moet worden geacti‐
veerd (zie gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon).● Afhankelijk van de mobiele tele‐ foon kan het nodig zijn om het
apparaat op "zichtbaar" in te stel‐
len (zie de bedieningsinstructies
van de mobiele telefoon).
● De mobiele telefoon moet aan/op
het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.
Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bluetooth activeren
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐
foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst geac‐ tiveerd zijn. Deactiveer de functie als
deze niet nodig is.
Druk op TEL en selecteer Bluetooth
door aan OK te draaien en deze in te
drukken.
Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
Telefoon125Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bericht met de naam van
de gekoppelde telefoon op het
displayscherm van het Infotainment‐
systeem getoond en wordt de tele‐
foon automatisch met het handsfree-
telefoonsysteem verbonden. De
mobiele telefoon kan dan via de
bedieningselementen van het Info‐
tainmentsysteem worden bediend.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de
batterij van de mobiele telefoon
sneller ontladen.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Een
mobiele telefoon koppelen
Koppel een telefoon aan het hands‐
free-telefoonsysteem door op TEL te
drukken en selecteer Apparaat
koppelen door aan OK te draaien en
deze in te drukken. Het scherm
Gereed voor koppelen verschijnt.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.Selecteer My Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de
mobiele telefoon de koppelingscode
in die op het displayscherm van het
Infotainmentsysteem staat weerge‐
geven.
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu
en verschijnt er een dienovereenkom‐
stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
NAVI 50 IntelliLink - Een mobiele
telefoon koppelen
Tik 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer Connectiviteit , gevolgd
door Bluetooth-apparaat zoeken of
Extern apparaat goedkeuren .
Eventueel kunt u op het menuscherm Telefoon de optie y aantikken.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer de naam van het hands‐
free-telefoonsysteem (bijv.
MEDIA-NAV ) uit de lijst op de mobieletelefoon en voer dan (zo nodig) via
het toetsenbord van de mobiele tele‐
foon de koppelingscode in die op het
displayscherm van het Infotainment‐
systeem staat weergegeven.
Let op
De koppelingscode wordt wellicht
alleen korte tijd op het display van
het Infotainmentsysteem weergege‐ ven.
De standaard koppelingscode is
0000 . Selecteer Wachtwoord
wijzigen om deze koppelingscode te
wijzigen voordat de koppelingsproce‐
dure wordt gestart.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
NAVI 80 IntelliLink - Een mobiele
telefoon koppelen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Telefooninstellingen te gaan,
tikt u MENU aan, gevolgd door
g Telefoon en Instellingen .
Selecteer Apparaten beheren uit de
lijst met opties. Op het display
verschijnt een bericht waarin u wordt
gevraagd om een Bluetooth-verbin‐
ding tussen uw apparaat en het
126TelefoonInfotainmentsysteem tot stand te
brengen. Selecteer Ja om door te
gaan. Het Infotainmentsysteem gaat zoeken naar Bluetooth-apparatuur in
de buurt en toont vervolgens een lijst
met apparaten.
Selecteer uw apparaat uit de
getoonde lijst. Afhankelijk van het
telefoonmodel bevestigt u het koppe‐ lingsverzoek of voert u de koppelings‐ code in op het toetsenblok van de
mobiele telefoon om de koppeling
met het Infotainmentsysteem tot
stand te brengen.
Om andere apparaten te koppelen,
tikt u op het scherm Apparaten
beheren de optie < aan om een pop-
upmenu te openen. Hier selecteert u
Toevoegen om andere apparaten op
dezelfde wijze te koppelen.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.Koppeling tussen mobiele
telefoon en het handsfree-
telefoonsysteem verbreken
Wanneer de lijst met gekoppelde tele‐
foons vol is, kan een nieuwe telefoon alleen gekoppeld worden wanneer de bestaande koppeling van een tele‐
foon wordt verbroken.
Let op
Bij het ontkoppelen van een telefoon
worden alle gedownloade contacten
en de belgeschiedenis in het tele‐
foonboek van het handsfree tele‐
foonsysteem gewist.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Mobiele telefoonkoppeling verbreken
Voor het verbreken van de koppeling,
d.w.z. een telefoon uit het geheugen
van het handsfree-telefoonsysteem
te verwijderen, drukt u op TEL en
selecteert u Apparaat verwijderen .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op OK om het
verwijderen te bevestigen wanneer
daarom wordt gevraagd.NAVI 50 IntelliLink - Mobiele
telefoonkoppeling verbreken
Voor het verbreken van de koppeling, d.w.z. een telefoon uit het geheugen
van het handsfree-telefoonsysteem
te verwijderen, tikt u 7 aan, gevolgd
door ÿINSTELLING(EN) .
Selecteer Connectiviteit en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en tik ë aan om het
apparaat te verwijderen. Verwijder zo
nodig alle apparaten door Opties te
selecteren, gevolgd door Alles
verwijderen . Bevestig de keuze door
OK aan te tikken.
NAVI 80 IntelliLink - Mobiele
telefoonkoppeling verbreken
Voor het verbreken van de koppeling,
d.w.z. dat een telefoon uit het geheu‐
gen van het handsfree-telefoonsys‐
teem wordt verwijderd, gaat u naar
het scherm Apparaten beheren .
Tik op de startpagina MENU daarna
g Telefoon aan, gevolgd door
Instellingen .
128Telefoonfuncties van uw mobiele telefoon via
de bedieningselementen van het Info‐ tainmentsysteem of het display
worden bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Let op
Het geheugen van het Infotainment‐
systeem is beperkt en sommige
contacten worden mogelijk niet
gedownload van uw mobiele tele‐
foon.
De contacten die op de simkaart in
uw mobiele telefoon zijn opgesla‐
gen, zijn niet zichtbaar. Alleen op de
telefoon opgeslagen contacten zijn
zichtbaar.
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, worden de gegevens van
de mobiele telefoon naar het hands‐
free-telefoonsysteem gezonden.
Afhankelijk van het model telefoon
kan dit enige tijd duren. Tijdens de gegevensoverdracht is het bedienenvan de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt
mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.
Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
● druk op 6TEL
- of -
● druk op TEL
- of -
● raak 7 aan, gevolgd door
y Telefoon (NAVI 50 IntelliLink)
raak op de startpagina
MENU aan, gevolgd door
g Telefoon (NAVI 80 IntelliLink)Volumeregeling
R15 BT, R16 BT USB, CD16 BT,
CD18 BT USB - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan m of
druk op ! of # (op de knoppen op de
stuurkolom) om het volume van de
oproep te wijzigen.
NAVI 50 IntelliLink - Volumeregeling
Druk tijdens een gesprek op ] of <
van het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.
NAVI 80 IntelliLink - Volumeregeling Draai tijdens een gesprek aan X op
het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.
Telefoon129Telefoonnummer bellenEr zijn verschillende opties beschik‐baar voor het bellen van telefoon‐
nummers, waaronder het bellen van
een contact in het telefoonboek of
vanuit een gesprekkenlijst. Nummers
kunnen natuurlijk ook handmatig
worden gekozen.
Handmatig een nummer invoeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig een nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Kiezen uit
de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 118)
en selecteer 7 om het kiezen te star‐
ten.
Kies het laatste nummer opnieuw
door TEL ingedrukt te houden.
NAVI 50 IntelliLink - Handmatig een
nummer invoeren
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Kiezen uit de lijst.Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en selec‐
teer y om het kiezen te starten.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Toetsenborden op het display bedie‐ nen" in het hoofdstuk "Algemeneinformatie" 3 118.
Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k. Raak k aan en
houd deze ingedrukt om alle
nummers tegelijk te wissen.
NAVI 80 IntelliLink - Handmatig een
nummer invoeren
Raak op de startpagina MENU
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Een nummer kiezen .
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en raak
Bellen aan om het kiezen te starten.
Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k.Telefoonboek
Het telefoonboek telefoon bevat
contactlijsten die alleen beschikbaar
zijn voor de huidige autogebruiker. Vanwege vertrouwelijkheidsredenen
kan elke gedownloade contactenlijst
alleen worden bekeken wanneer de
bijbehorende telefoon is aangesloten.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Om een nummer uit het telefoonboek
van de telefoon te kiezen terwijl het
menu Telefoon wordt weergegeven,
selecteert u Telefoonboek en het
gewenste contact uit de alfabetische
lijst. Druk op OK om het kiesproces te
starten.
130TelefoonNAVI 50 IntelliLink - Contacten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Contacten uit de lijst.
Om een nummer uit het telefoonboek te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst.
In plaats daarvan kunt u Zoeken op
naam selecteren vervolgens de naam
van het contact invoeren met behulp
van het toetsenbord.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Toetsenborden op het display bedie‐ nen" in het hoofdstuk "Algemene
informatie" 3 118.
NAVI 80 IntelliLink - Contacten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.Let op
Het delen van gegevens moet
worden toegestaan op uw telefoon. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Telefooninstel‐ lingen" hieronder.
Raak op de startpagina eerst MENU,
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Contacten .
Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst. Als een
contactpersoon meer dan één opge‐
slagen nummer heeft, selecteer dan
het gewenste nummer wanneer daar
om wordt gevraagd. Het bellen start
automatisch na het selecteren van het nummer van het contact.
In plaats daarvan kunt u Zoeken
naar selecteren vervolgens de naam
van het contact invoeren met behulp
van het toetsenbord.Na de eerste koppeling van de tele‐
foon met het Infotainmentsysteem,
kan het systeem worden bijgewerkt
met de nieuwste contacten op uw
mobiele telefoon. Raak < aan om een
pop-upmenu te openen en selecteer
Telefoongegevens bijwerken . Selec‐
teer zo nodig Help in het pop-upmenu
voor ondersteuning.
Om een contactpersoon aan uw
favorietenlijst toe te voegen, drukt u
op < en selecteert u Contact aan de
favorietenpagina toevoegen .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de favorieten door op de startpagina opf te drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Favorieten" in
het hoofdstuk "Inleiding" 3 32.
Gesprekslijsten
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen (bijv. gekozen
nummers, ontvangen oproepen,
132TelefoonLet op
Raak indien nodig < aan (om een
pop-upmenu te openen) en selec‐ teer Telefoongegevens bijwerken
om de gesprekkenlijsten bij te
werken.
Voicemailbox
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Voicemailbox
Wanneer de mobiele telefoon is
verbonden, kunt u voicemailberichten
van de telefoon beluisteren via het
Infotainmentsysteem. Selecteer hier‐
voor het menu Voicemailbox.
NAVI 80 IntelliLink - Voicemailbox
Om voicemailberichten van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem te beluisteren als de telefoon is verbonden, selecteert u op de start‐
pagina MENU, gevolgd door
g Telefoon en Voicemail . Het systeem
belt de geconfigureerde voicemail‐
box.Het configuratiescherm verschijnt als
de voicemailbox nog niet is geconfi‐
gureerd. Voer het nummer in op het
numerieke toetsenbord en bevestig
de invoer.
Gesprekken ontvangen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Inkomende oproepen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram 7 op het
display (door aan OK te draaien
en deze in te drukken).
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram } op
het display (door aan OK te
draaien en deze in te drukken).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, wordt het bericht Privénummer getoond.
NAVI 50 IntelliLink - Inkomende
oproepen
De oproep aannemen:
● Raak Accepteren /Aanvaarden
aan.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Het gesprek niet aannemen: ● Raak Weigeren /Afwijzen aan.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
Telefoon133worden weergegeven, wordt het
bericht Onbekend /Onbekend
nummer getoond.
NAVI 80 IntelliLink - Inkomende
oproepen
De oproep aannemen:
● Raak Opnemen aan.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Het gesprek niet aannemen: ● Raak Afwijzen aan.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, verschijnt het
bericht Geen beller-id .Functies tijdens een
telefoongesprek
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Functies tijdens een telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een
gesprek, waaronder:
● Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon.
● Naar het toetsenbord gaan.
● Oproep beëindigen.
Draai aan en druk op OK om te selec‐
teren en te bevestigen.
Schakel het gesprek door van het
handsfree-telefoonsysteem naar de
mobiele telefoon door het weergave- item op de mobiele telefoon te selec‐
teren. Sommige mobiele telefoons
kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens
het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 118) bijv. om een gespreksserver,
zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het #123 weergave-itemom het numerieke toetsenbord op te
roepen. Raadpleeg " Voicemailbox"
voor meer informatie.
Het gesprek beëindigen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
● Druk kort op 8.
● Druk op TEL.
● Selecteer het pictogram } op
het display.
NAVI 50 IntelliLink - Functies tijdens
een telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een gesprek, waaronder:
● }: Oproep beëindigen.
● n: Automicrofoon uitschakelen.
● é: Automicrofoon inschakelen.
● m/m 3 : Gesprek doorschakelen
naar mobiele telefoon.
● J3: Gesprek doorschakelen
naar de microfoon en luidspre‐
kers van de auto.
● 7: Teruggaan naar vorige
scherm (bijv. Navigatie of Start‐
pagina).