56RadioVoordelen van RDS● De programmanaam van de gekozen zender verschijnt op het
displayscherm in plaats van de
frequentie ervan.
● Tijdens het automatisch zoeken naar een zender stemt het info‐
tainmentsysteem uitsluitend af
op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de beste ontvangst van de gekozen
zender.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
RDS-functies
RDS configureren
Druk op SETUP en draai aan OK om
het menu RDS te openen. Druk op de
knop om te selecteren.
Draai aan de draaiknop om RDS
SETUP te selecteren.RDS in-/uitschakelen
Druk op Opties op het displayscherm.
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
Schakel RDS-AF in/uit door op OK te
drukken. AF verschijnt op het display‐
scherm wanneer RDS actief is.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Druk op SETUP en draai aan OK om
het menu Radiotekst te openen.
Draai aan de draaiknop om Radio te
selecteren en druk op de knop om
deze informatie te bekijken.NAVI 50 IntelliLink - RDS-functies
RDS configureren
Selecteer Opties. U kunt de volgende
instellingen wijzigen:
● RDS (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
● TA (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● Regio /AF (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● Nieuws (Aan/Uit)
Zie hieronder.
● AM (Aan/Uit)
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
● Lijst bijwerken (start)
Zie (NAVI 50 IntelliLink) "Auto‐
store-lijsten" 3 54.
Navigatie81NavigatieAlgemene aanwijzingen...............81
Gebruik ........................................ 84
Invoer van de bestemming ..........98
Begeleiding ................................ 105
Symbolenoverzicht ....................113Algemene aanwijzingen9Waarschuwing
Het navigatiesysteem is een hulp‐
middel voor uw navigatievermo‐
gen en komt niet daarvoor in de
plaats. Rijd voorzichtig en veilig en
let goed op.
Wanneer het navigatiesysteem tegen de verkeersregels ingaat, moet u altijd de verkeersregels
volgen.
Het navigatiesysteem zal u op
betrouwbare wijze naar uw gekozen bestemming begeleiden zonder dat u wegenkaarten nodig hebt.
Als de Verkeersinfo -dienst in uw land
of regio beschikbaar is, wordt de
huidige verkeerssituatie ook in de
routeberekeningen in acht genomen.
Het systeem ontvangt verkeersbe‐ richten in het huidige ontvangstge‐bied.
Om de meest actuele realtime
verkeersinformatie te ontvangen,
neemt u een abonnement op de Live
diensten.
Let op
Alleen beschikbaar bij
NAVI 80 IntelliLink.
Werking van navigatiesysteem
De positie en beweging van de auto
worden door het navigatiesysteem
met behulp van sensors gedetec‐
teerd.
De afgelegde afstand wordt bepaald
door het signaal van de snelheidsme‐ ter van de auto en richtingveranderin‐
gen bij bochten worden door een
gyrosensor bepaald. De positie wordt
bepaald door GPS-satellieten (Global Positioning System).
Door deze sensorsignalen te vergelij‐ ken met de digitale kaarten van het
navigatiesysteem, is het mogelijk om
nauwkeurig de positie van de auto te
bepalen.
Wanneer de auto voor het eerst wordt
gebruikt of na een tocht op een veer‐
boot enz., zal het systeem zichzelf
kalibreren. Het is daarom normaal dat
het niet de exacte locatie aangeeft tot
de auto een bepaalde afstand heeft
afgelegd.
96NavigatieDaarnaast kunt u het kompas op de
kaart aantikken om te wisselen
tussen de kaartweergavemodi.
Gezichtspunt : Selecteer
Gezichtspunt om het gezichtspunt
van de kaart te verhogen of te verla‐
gen.
Daarnaast kunt u, wanneer de kaart
wordt weergegeven (de routebegelei‐
ding is niet actief), ⇧ of ⇩ aantikken
om het gezichtspunt van de kaart te
verhogen of te verlagen. Ze worden
grijs weergegeven wanneer de maxi‐
mumstand wordt bereikt.
Weergave snelweg : Selecteer
Weergave snelweg om de weergave
van verkeersknooppunten in of uit te
schakelen voor routebegeleiding.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Displayweergave", "Kaartscherm"
hierboven voor meer informatie.
POI-markeringen : Selecteer l naast
POI-markeringen om een lijst van de
typen nuttige plaatsen (POI) weer te
geven.Gebruik dit scherm om markeringen
voor bepaalde POI-typen op de kaart
in of uit te schakelen (tonen of verber‐
gen op de kaart), zoals verblijf, lucht‐
haven, café of bar.
Selecteer een POI-type om een lijst
met subcategorieën ervan te openen
en afzonderlijke subcategorieën in of uit te schakelen.
Let op
Afhankelijk van het zoomniveau
zullen de nuttige plaatsen op de
kaart zichtbaar zijn.Steminstellingen
Selecteer Steminstellingen om de
taal van de stembegeleiding te wijzi‐
gen.
Blader door de lijst met talen door R/
S aan te tikken, selecteer vervolgens
een taal en tik OK aan om de selectie
te bevestigen.Notatie coördinaten
Selecteer Notatie coördinaten om de
notatie van coördinateninvoer te wijzi‐ gen in een van de volgende opties:
● DD.DDDDD
● DD MM.MMM
● DD MM SS.SGPS
Selecteer GPS om de GPS-informa‐
tie te bekijken, bijv. beschikbare
satellieten, hun locatie en signaal‐
sterkte.Kaartupdate
Selecteer Kaartupdate om de
volgende digitale kaartinhoud en de
nieuwste update-informatie weer te
geven:
● Aandachtspunten
● Weergave kruispunten
● Kaarten
● Plaatsen
● Verkeersinformatie
● Adrespunten
Het is mogelijk om specifieke content
of alle content voor kaarten bij te
werken. Selecteer eerst een van de
110NavigatieNAVI 80 IntelliLink - Bekijk kaart
Om vanuit de startpagina zonder
navigatie naar het kaartscherm te
gaan, raakt u MENU aan, gevolgd
door Navigatie en Bekijk kaart .
Raak ergens de kaart aan. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, raakt u < aan om een pop-
upmenu met de volgende opties te
openen:
● Gebruik deze locatie om...
● Zoeken
● Kaartgegevens wijzigen
● Toevoegen aan opgeslagen
locatiesGebruik deze locatie om...
Selecteer deze optie om een van de
volgende acties uit te voeren:
● de kaart op de locatie van de auto
centreren
● naar een punt op de kaart te navi‐
geren● naar een punt op de kaart te zoeken
● een punt op de kaart toe te voegen aan de favorieten
● een punt op de kaart toevoegen aan de NP-lijst
● de locatie van uw auto corrigerenZoeken
Selecteer deze optie om de kaart te
centreren op:
● uw thuisadres
● een opgeslagen adres
● een adres
● een recente bestemming
● een lokale zoekactie
● een nuttige plaats
● huidige positie van auto
● een coördinaat (lengte-/breedte‐ graad)Kaartgegevens wijzigen
Selecteer deze optie om de volgende
kaartinstellingen in en uit te schake‐
len:
● verkeer
● namen● nuttige plaatsen (NP)
● satellietbeeld als achtergrond van de kaart
● GPS-coördinatenToevoegen aan opgeslagen locaties
Selecteer deze optie om de huidige
positie als een opgeslagen bestem‐
ming toe te voegen aan de kaart.
Gebruik het toetsenbord om een
naam in te voeren of bevestig de
voorgestelde naam.
Ga voor bediening van het toet‐
senbord naar (NAVI 80 IntelliLink)
" Toetsenborden op het display
bedienen " in het hoofdstuk " Gebruik"
3 84.
Help!
NAVI 50 IntelliLink - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, raakt u Opties aan, gevolgd door
Waar ben ik? om nuttige informatie
over de huidige locatie te raadplegen
of om naar nuttige plaatsen (NP) in de buurt te zoeken.
Om te allen tijde naar het kaart‐
scherm gaan, raakt u 7 aan, gevolgd
door sKAART .
Stemherkenning115de smartphone moet een 3G-,
4G- of wifi-verbinding hebben (zie de bedieningsinstructies van
de smartphone).
● Afhankelijk van de smartphone kan het nodig zijn om het appa‐
raat op "zichtbaar" in te stellen
(zie de bedieningsinstructies van de smartphone).
● De smartphone moet aan/op het Infotainmentsysteem gekoppeld
en aangesloten zijn.
Help
Voor informatie over en hulp bij het
activeren en gebruiken van de stem‐
bediening tikt u 7 aan, gevolgd door
ÿ Instelling(en) en daarna
Connectiviteit .
Selecteer Smartphone uit de lijst
(gebruik S/R om in de lijst te zoeken)
en selecteer dan l om hulp op te
roepen.
Een serie schermen wordt weergege‐
ven die het gebruik van de stemher‐
kenningsfunctie en informatie over
het volgende uitleggen:● in-/uitschakelen met knoppen op stuurwiel/stuurkolom
● compatibele telefoons
● bedieningsmethoden
● beschikbare functies en beschrij‐
vingen
● gebruiksvoorwaarden
NAVI 80 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen, zoals:
● Navigatie
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐ ning navigatie" in dit hoofdstuk
3 115.
● Telefoon
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" in dit hoofdstuk 3 116.
Druk op 5 op het stuurwiel/de stuur‐
kolom om het hoofdmenu
Stembediening te openen. Zeg na de
toon de naam van het menu dat u wilt openen.Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu
Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechter
bovenhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is
gereed voor een
gesproken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevens
Bediening navigatie
NAVI 50 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie activeren
tijdens navigatie:
122TelefoonSelecteer de gewenste telefoon uit delijst en bevestig door op OK te druk‐
ken. Een displaybericht bevestigt de
telefoonaansluiting.
NAVI 50 IntelliLink - Handmatige
verbinding
Om te wisselen tussen de telefoons
die op het handsfree-telefoonsys‐
teem zijn aangesloten tikt u 7 aan,
gevolgd door ÿINSTELLING(EN) en
dan Connectiviteit (of selecteer
Telefoon op de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . De appara‐
tenlijst toont de telefoons die al
gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door OK aan te
tikken. Afhankelijk van de versie
verschijnt J naast de geselecteerde
telefoon om de verbinding aan te
geven.NAVI 80 IntelliLink - Handmatige
verbinding
Om vanuit de startpagina de telefoon te wijzigen die met het handsfree-
telefoonsysteem is verbonden, tikt u
MENU aan, gevolgd door gTelefoon
en Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn. Kies
de gewenste telefoon uit de lijst.
Telefoonkoppeling verbreken
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de koppeling
tussen de telefoon en het handsfree-
telefoonsysteem verbroken.
Als tijdens het verbreken van de
koppeling een gesprek reeds aan de
gang is, wordt de conversatie auto‐
matisch naar de mobiele telefoon
geschakeld.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoonkoppeling verbreken
Voor het verbreken van de koppeling
van een telefoon van het Infotain‐ mentsysteem drukt u op TEL (ofSETUP ) en selecteert u Bluetooth-
verbinding . Selecteer het gewenste
apparaat uit de apparatenlijst en
selecteer vervolgens Apparaat
loskoppelen door aan OK te draaien
en deze in te drukken. Een display‐
bericht bevestigt het verbreken van
de koppeling van de telefoon.
NAVI 50 IntelliLink -
Telefoonkoppeling verbreken
Om de koppeling tussen een telefoon en het Infotainmentsysteem te
verbreken tikt u, afhankelijk van de
versie, 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) en dan
Connectiviteit (of selecteer
y Telefoon op de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . Selecteer in
de weergegeven lijst de telefoon
waarvan u de koppeling wilt verbre‐
ken; I verschijnt naast de telefoon
ter indicatie dat de koppeling ervan
wordt verbroken.
137Bluetooth-functie activeren.........123
Bluetooth-functie deactiveren .....123
Bluetooth-muziek ..........................71
Bluetooth-verbinding ............71, 123
Boordcomputer ............................. 32
Brandstofverbruikmeter Rijstijllampje .............................. 32
Breedte- en lengtegraad ...............98
C CD-display .................................... 61
CD-speler ............................... 60, 61
CD-tekst........................................ 61
CD verwijderen ............................. 61
CD-weergave................................ 61
Contacten toevoegen aan telefoonboek ........................... 127
Contourfunctie .............................. 41
Coördinaten ............................ 84, 98
D DAB .............................................. 58
De cd-speler gebruiken ................61
Deel van de route vermijden ......105
Diavoorstelling .............................. 84
Digital Audio Broadcasting ...........58
Displayinformatie ..........................61
Displayscherm gebruiken .............32
Displayweergave ....................41, 84
Draagbare cd-spelers ...................65E
Easy access ................................. 32
Eco-coaching ................................ 32
Eco rijden...................................... 32
Een album selecteren ...................61
Een mobiele telefoon koppelen ..123
Een opgeslagen zender oproepen 52
Extern apparaat goedkeuren ......123
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...44
Fader ............................................ 41
Favoriete bestemmingen ..............98
Favoriete bestemming opslaan ....98
Favoriete bestemming toevoegen 98
Favoriete bestemming verwijderen ................................ 98
Favorieten..................................... 32 Media ........................................ 32
Navigatie ................................... 32
Services .................................... 32
Telefoon .................................... 32
Films afspelen .............................. 78
Flitscamera's ................................ 84
FM-lijst bijwerken ..........................54
Foto's ............................................ 78
Frequentiebereik selecteren .........50
Functies tijdens een telefoongesprek ......................127G
Gebruik ................. 32, 50, 61, 65, 84
Gebruik AUX-ingang..................... 65
Gebruik van deze handleiding ........4
Geluidsinstellingen .......................41
Geluidsoptimalisatie .....................41
Gesprek in wachtstand ...............127
Gesprekken ontvangen ..............127
Gesprekslijsten ........................... 127
GPS (Global Positioning System). 81
H
Handmatig een nummer invoeren .................................. 127
Handmatige telefoonverbinding ..120
Handmatige zenderopslag ...........54
Handmatig zender zoeken ...........52
Handsfree-telefoonsysteem .......127
HD Traffic ..................................... 84
Help! ................................... 105, 114
Het weer ....................................... 84
I
i-Announcement ........................... 55
Id3-tags......................................... 61
In-/uitschakelen ............................ 32
i-News service .............................. 55
Infotainment-systeem In-/uitschakelen ......................... 32
Infotainmentsysteem gebruiken ...32
Instelling achterruitwisser .............32