Inleiding33Het Infotainmentsysteem schakelt
automatisch uit wanneer u het
contact uitschakelt en de bestuur‐
dersdeur opent. Of druk zo nodig op
X .
Automatisch uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
Infotainmentsysteem automatisch
korte tijd na de invoer van de laatste gebruiker uitgeschakeld, als het Info‐
tainmentsysteem met X ingescha‐
keld wordt. Afhankelijk van het Info‐
tainmentsysteem wordt het na 5 tot
20 minuten automatisch uitgescha‐
keld.
Als u X opnieuw indrukt, blijft het Info‐
tainmentsysteem nog eens 5 tot
20 minuten actief, afhankelijk van het
Infotainmentsysteem.
Volume instellen Draai aan de volumedraaiknop X of
druk op < of ].
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.NAVI 50 IntelliLink:
Afhankelijk van de versie is het moge‐ lijk om verschillende volumeniveaus
apart in te stellen (inclusief audiospe‐ lers, verkeersberichten, navigatie-
instructies, telefoongesprekken en
beltoon).
Tik op de startpagina ÿInstelling(en)
daarna Audio aan, gevolgd door
Geluid .
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Volume-instellingen" 3 43.NAVI 80 IntelliLink:
Om vanuit de startpagina de verschil‐
lende volumeniveaus (zoals voor
navigatieaanwijzingen, verkeersbe‐
richten en telefoongesprekken)
afzonderlijk in te stellen, tikt u MENU
aan, gevolgd door Systeem en
Geluid .
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.
Opgeslagen volume
Bij uitschakeling van het Infotain‐
mentsysteem wordt het huidige
volume opgeslagen.
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk
volume ( 3 44) wordt geactiveerd,
wordt het volume automatisch aange‐ past om weg- en windlawaai te
compenseren.
Mute
Om het geluid van de huidige bron (afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem) te onderdrukken drukt u kort op
X of draait u de knop helemaal
linksom.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op @ of 8 of druk tege‐
lijkertijd op ! en #.
Geluidsonderdrukking uitschakelen
Om de geluidsonderdrukking op te
heffen (afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem) drukt u weer kort op
X of draait u de knop rechtsom.
Eventueel (met de knoppen op de
stuurkolom): druk weer op de toets
@ of druk weer tegelijkertijd op ! en
# .
34InleidingLet op
Wanneer verkeersinformatie wordt
uitgezonden, wordt de geluidson‐
derdrukking van het systeem auto‐
matisch uitgeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie
"Radio Data System" 3 55.
Bediening van displayscherm
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bediening van displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai OK.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.NAVI 50 IntelliLink - Bediening van
displayscherm
Gebruik het touchscreen voor de
volgende menu's die in de afzonder‐
lijke hoofdstukken worden beschre‐
ven:
● è/ñ RADIO
Raadpleeg het hoofdstuk "Radio"
3 50.
● t/ü MEDIA
Raadpleeg het hoofdstuk "USB-
poort" 3 67.
● yTELEFOON
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" 3 118.
● sKAART / yKaart
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 81.
● yNAVI / ýNav
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 81.
● ÿINSTELLING(EN)
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Geluidsinstellingen" 3 41,
"Volume-instellingen" 3 43 en
"Systeeminstellingen" 3 44.Let op
Afhankelijk van de versie van de
software kunnen de beschikbare
menu's op het display afwijken van
de hierboven getoonde.
Wanneer de startpagina 7 wordt
weergegeven, kunt u deze menu's op het display verbergen door æ aan te
tikken (alleen de klok en informatie
over het audiosysteem worden dan
wellicht getoond). Tik een willekeu‐
rige plaats op het scherm aan om
deze menu's opnieuw te tonen.
NAVI 80 IntelliLink - Bediening van
displayscherm
Gebruik het touchscreen voor de
volgende menu's die in de afzonder‐ lijke hoofdstukken worden beschre‐ven.
Inleiding35
Tik op de startpagina MENU aan om
naar het hoofdmenu te gaan. De
volgende menu's en bedieningsfunc‐
ties verschijnen:
● ⇑ Navigatie
Raadpleeg "Navigatie" 3 81.
● ª Multimedia :
● Radio : Raadpleeg "Radio"
3 50.
● Media :
CD (alleen beschikbaar bij
type B en C): raadpleeg "Cd-
speler" 3 61.
USB : Raadpleeg "USB-
poort" 3 67.
SD : Bediening is identiek aan
die van de cd-speler 3 61.
AUX : Raadpleeg "AUX-
ingang" 3 65.
Bluetooth : Raadpleeg
"Streaming audio via Blue‐
tooth" 3 71.
● Afbeeldingen : Raadpleeg
"Afbeeldingen weergeven" in het hoofdstuk "Externe appa‐
raten" 3 78.
● Video : Raadpleeg "Films
afspelen" in het hoofdstuk
"Externe apparaten" 3 78.
● Instellingen : Raadpleeg
"Multimedia-instellingen" in het hoofdstuk
(NAVI 80 IntelliLink)
"Systeeminstellingen"
3 44.
● g Telefoon
Raadpleeg "Telefoon" 3 118.
● J Auto
Tik deze optie aan om naar de
menu's Eco rijden, Boordcompu‐
ter en Instellingen te gaan.Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Bedieningsstanden" hieronder.
● ¯ Services
Tik erop om de menu's Naviga‐
tieservices en Instellingen te openen.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Bedieningsstanden" hieronder.
● ±Systeem
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.
Let op
Afhankelijk van de versie van de
software kunnen de menu's op het
display afwijken van die op de
getoonde afbeeldingen.
● I/←: Naar vorige pagina
● j/→: Naar volgende pagina
● ↑: Lijsten weergeven; kaart omhoog
● ↓: Lijsten weergeven; kaart omlaag
● <: Pop-upmenu openen
● r: Terug naar vorige menu
36InleidingU kunt het displayscherm ook bedie‐
nen met de knoppen op het paneel
van het Infotainmentsysteem.
Let op
Afhankelijk van de versie werken
sommige knoppen op het paneel
van het Infotainmentsysteem niet
voor de functies op het display‐
scherm.
Let op
Afhankelijk van het voertuigmodel wordt de bediening van het aanraak‐ scherm mogelijk beperkt tijdens hetrijden.
Bedieningsstanden
Radio
Audiobron in radio veranderen: Druk, afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, op RADIO, RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE .NAVI 50 IntelliLink:
Om te allen tijde naar het radiomenu
te gaan, tikt u 7 aan, gevolgd door
è /ñ Radio .NAVI 80 IntelliLink:
Om vanuit de startpagina naar het
radiomenu te gaan, tikt u MENU aan,
gevolgd door Multimedia en Radio .
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 50.
Audiospelers
Om de audiobron over te schakelen
naar CD, USB , AUX , Bluetooth of
iPod (indien van toepassing): Tik,
afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, MEDIA , RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE aan.
NAVI 50 IntelliLink : U kunt op ieder
gewenst moment naar het menu voor
aangesloten randapparatuur gaan
( USB , iPod , BT (Bluetooth) of AUX)
door op 7 aan te tikken, gevolgd door
t /ü Media . Tik in de linker boven‐
hoek S aan en selecteer de externe
bron.
NAVI 80 IntelliLink : Om vanuit de
startpagina naar het menu voor rand‐
apparatuur te gaan (bijv. Audio-CD,
USB, SD-kaart, AUX-ingang, Blue‐ tooth), tikt u MENU aan, gevolgd door
Multimedia en Media . Selecteer de
externe bron in de getoonde lijst.R15 BT USB, R16 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71CD16 BT USB, CD18 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● Cd-spelerfuncties 3 61
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71NAVI 50 IntelliLink
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 65
● USB-poort (inclusief iPod-func‐ ties) 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71NAVI 80 IntelliLink
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-functies (alleen type B en C) 3 61
● AUX-ingangsfuncties 3 65
Inleiding37● USB-poortfuncties 3 67
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 71
Navigatie, Kaart (NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink)
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatiesysteem 3 81, Bekijk kaart
3 105.
Telefoon
Gebruik de displayopties in de onder‐ staande menu's om mobiele tele‐
foons te verbinden, telefoongesprek‐
ken te voeren, contactlijsten aan te
maken en diverse instellingen te wijzi‐
gen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 118.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Tele‐ foon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen: Druk op TEL en selecteer Telefoon‐
instellingen .NAVI 50 IntelliLink - Telefoon
Telefoonmenu op ieder gewenst
moment openen: Tik 7 aan, gevolgd
door yTelefoon .NAVI 80 IntelliLink - Telefoon
Om vanuit de startpagina naar het
menu Telefoon te gaan, tikt u MENU
aan, gevolgd door Telefoon.
Voertuiginformatie
Om vanuit de startpagina naar het
menu Auto te gaan, tikt u MENU aan,
gevolgd door Auto.
Afhankelijk van het specifieke voer‐
tuigmodel verschijnen de volgende
menu's:
● Eco rijden
● Boordcomputer
● Instellingen
Eco rijden
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende
gegevens van de laatste rit:
Gemiddeld brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, totaalbrandstofverbruik, totale afstand, etc.
Binnen de ritgegevens levert
Eco-score voor zuinig rijden een
algehele score van 100 op.
Hogere getallen geven zuiniger
rijden aan. Er worden ook scores
gegeven voor gemiddelde
milieu-/rijprestaties (accelere‐
ren), schakelefficiëntie (versnel‐
lingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Ritgegevens opslaan: Tik
'Opslaan' aan en selecteer
vervolgens het soort rit uit de
onderstaande lijst:
Woon-werk, vrijdag/vakantie,
weekend, rit/tour, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Tik 'Reset' aan. Bevestig of annuleer met
'Ja' of 'Nee'.
Tik < aan voor het openen van
een pop-upmenu voor het verge‐ lijken van ritgegevens of weerge‐ven/verbergen van gegevens na
een rit.
Inleiding41Ga voor meer informatie naar het
hoofdstuk "Achteruitkijkcamera" in de
gebruikershandleiding van de auto.
Overzicht bedieningaanraakschermen
Het display van het Infotainmentsys‐
teem (NAVI 50, NAVI 80 IntelliLink)
heeft een aanraakgevoelig oppervlak voor rechtstreekse interactie met de
getoonde menubedieningsorganen.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden of iets soortgelijks voor
het aanraakscherm.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
● Bij kort aanraken activeert u de geselecteerde optie.
● Aanraken en vasthouden om een
geselecteerde optie op te slaan.
De betreffende systeemfunctie wordtgeactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐
toets of een menuoptie via het
aanraakscherm beschreven als
"...selecteer
Door lijsten scrollen
Als er meer items zijn dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan moet u door de lijst bladeren.
Om te bladeren door een lijst met
menuopties, raakt u S of R boven- en
onderaan de schuifbalk aan.
U bladert snel door een lijst door S of
R aan te raken en vast te houden.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het blade‐
ren naar een optie uit de lijst via het
aanraakscherm beschreven als
"...blader naar
Raak ergens de kaart aan. De cursor
geeft de huidige positie aan. Om de
kaart te verschuiven, sleept u de kaart
in de gewenste richting.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Popupmenu's
Raak om pop-upmenu's met extra
opties te openen < aan.
Raak om een pop-upmenu af te slui‐
ten zonder naar een optie te gaan of wijzigingen aan te brengen het
scherm ergens buiten het pop-
upmenu aan.
Geluidsinstellingen R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Klankinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunnen
de toonkarakteristieken worden inge‐ steld.
42InleidingDruk op SETUP voor toegang tot het
instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen , vervol‐
gens Sound en draai aan OK totdat
de gewenste instelling is geselec‐
teerd uit:
● BASS (lage tonen)● TREBLE (hoge tonen)
● FADER (balans voor/achter) ● BALANCE (balans links/rechts)
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de selecties te bevestigen.
Om het audio-instellingenmenu af te
sluiten, drukt u op /.
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het
systeem het menu voor de audio-
instellingen automatisch af.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble .Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Afhankelijk van de versie is de instel‐
ling MEER LAGE TONEN ook
beschikbaar.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Selecteer Fader.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
NAVI 50 IntelliLink -
Geluidsinstellingen
Om te allen tijde naar het instellingen‐
menu te gaan, tikt u 7 aan, gevolgd
door ÿInstelling(en) .De volgende instellingensubmenu's
verschijnen onderaan het scherm:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.
● Connectiviteit
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Systeeminstellingen" 3 44.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende
opties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)
Snelheidsafhankelijke volumere‐
geling - zie (NAVI 50 IntelliLink)
"Volume-instellingen" 3 43.
● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het
niveau lage en hoge tonen te
verhogen.
Inleiding43●BAL/FAD
Tik afhankelijk van de versie l
aan om het submenu voor de
volumeverdeling en de geluidsin‐ stellingen te openen.
Aan de linkerkant van het display past u de balans links/rechts metk /l en de balans voor/achter
met R/S (mits aanwezig) aan.
Aan de rechterkant van het
display past u de toonregeling
van de Bass, Mid en Treble aan
(tussen -5 en +5) met k/l .
Tik OK aan om de wijzigingen te
bevestigen.
● Geluid
Tik afhankelijk van de versie l
aan om het submenu voor de
volumeverdeling en de geluidsin‐ stellingen te openen.
Aan de linkerkant van het display
past u de balans links/rechts met k /l en de balans voor/achter
met R/S (mits aanwezig) aan.
Aan de rechterkant van het
display past u de toonregelingvan de Bass, Mid en Treble aan
(tussen -5 en +5) met k/l .
Tik OK aan om de wijzigingen te
bevestigen.
Voor andere versies van het
geluidsubmenu (waar het volume
apart kan worden ingesteld voor
een lijst met audiotypen) kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Volume-
instellingen" raadplegen 3 43.
NAVI 80 IntelliLink -
Geluidsinstellingen
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.
Volume-instellingen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Volume-instellingen
Druk op SETUP voor toegang tot het
instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen , vervol‐
gens Snelh.-vol. en draai aan OK
totdat de gewenste instelling is gese‐
lecteerd.NAVI 50 IntelliLink - Volume-
instellingen
Om te allen tijde naar het instellingen‐
menu te gaan, tikt u 7 aan, gevolgd
door ÿInstelling(en) .
De volgende submenu's voor de
instellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Systeeminstellingen" 3 44.
● Connectiviteit
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 44.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende
opties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)