Page 8 of 261
6Kort en bondigKort en bondigBasisinformatieAuto ontgrendelen Ontgrendelen met sleutel
Sleutel in het slot van de bestuurders‐deur omdraaien. De deuren openen
door aan de handgrepen te trekken.
Ontgrendelen met handzender
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
c indrukken om de voorportieren te
ontgrendelen. Nogmaals indrukken
om auto volledig te ontgrendelen.
De deuren openen door aan de hand‐ grepen te trekken.
Druk bij de afstandsbediening met
3 knoppen op G. Alleen de baga‐
geruimte wordt ontgrendeld.
Handzender 3 22.
Centrale vergrendeling 3 25.
Diefstalalarmsysteem 3 39.
Page 16 of 261
14Kort en bondigLichtsignaal, grootlicht en dimlicht
Trek de hendel naar u toe.
Groot licht 3 115.
Lichtsignaal 3 116.
Richtingaanwijzershendel omhoog:richtingaanwijzer
rechtshendel omlaag:richtingaanwijzer
links
Richtingaanwijzers 3 117.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 117.
Page 21 of 261

Kort en bondig19Geautomatiseerde versnellingsbak
Als de auto stilstaat en er bepaalde
voorwaarden zijn vervuld, activeer dan een Autostop zoals hieronder
beschreven:
● keuzehendel in stand N (of A/M )
● rempedaal krachtig intrappen
● gaspedaal niet intrappen
Laat om de motor weer te starten met
de keuzehendel in stand N (of A/M )
en losgezette handrem het rempe‐
daal los.
Stop-startsysteem 3 143.Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Handrem altijd zonder indruk‐ ken van de ontgrendelingsknopstevig aantrekken. Op een aflo‐
pende of oplopende helling zo
stevig mogelijk. Trap tegelijker‐
tijd het rempedaal in om minder
kracht nodig te hebben.
● Zet de motor af.
● Schakel de eerste versnelling in als de auto op een effen
ondergrond of een oplopende
helling. Op een oplopende
helling bovendien de voorwie‐
len van de stoeprand
wegdraaien.
Schakel de achteruitversnelling in als de auto op een aflopende
helling staat. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ruiten.
● Trek de contactsleutel uit het contactslot. Stuurwiel
verdraaien totdat het stuurslot
merkbaar vergrendelt.
● Vergrendel de auto door e op de
handzender in te drukken
3 25.
● Activeer het alarmsysteem 3 39.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 188.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Page 23 of 261

Sleutels, deuren en ruiten21Sleutels, deuren en
ruitenSleutels, sloten ............................ 21
Sleutels ...................................... 21
Car Pass .................................... 22
Handzender ............................... 22
Elektronisch sleutelsysteem ......23
Portiersloten .............................. 24
Portiervergrendelknoppen .........25
Centrale vergrendeling ..............25
Elektrisch bediende portiersloten .............................. 30
Automatisch vergrendelen .........31
Kindersloten .............................. 31
Deuren ......................................... 32
Schuifdeur ................................. 32
Achterdeuren ............................. 36
Antidiefstalbeveiliging ..................38
Vergrendelingssysteem .............38
Diefstalalarmsysteem ................39
Startbeveiliging .......................... 40
Buitenspiegels ............................. 41
Bolle vorm ................................. 41
Handmatig verstellen .................41
Elektrische verstelling ................41Inklapbare spiegels ...................42
Verwarmde spiegels ..................42
Binnenspiegel .............................. 43
Handmatige dimfunctie ..............43
Ruiten .......................................... 43
Voorruit ...................................... 43
Handbediende ruiten .................44
Elektrisch bediende ruiten .........44
Achterste zijruiten ......................44
Achterruitverwarming ................46
Zonnekleppen ............................ 46
Dak .............................................. 46
Panoramadak ............................ 46Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat op de CarPass of op een afneembaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startblokkering.
Ga als de elektronische sleutel moet
worden vervangen met de auto naar
een werkplaats.
Sloten 3 229.
Handzender 3 22.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Centrale vergrendeling 3 25.
Motor starten 3 142.
Page 24 of 261

22Sleutels, deuren en ruitenCar Pass
Op de Car Pass staan veiligheids‐
technische autogegevens. Daarom
moet deze goed worden bewaard.
Een eventueel ingeschakelde werk‐
plaats heeft voor het verrichten van
bepaalde werkzaamheden deze
autogegevens nodig.
Handzender
Wordt gebruikt voor: ● centrale vergrendeling
● vergrendelingssysteem
● diefstalalarmsysteem
Afhankelijk van het model is de auto voorzien van een handzender met 2
of 3 toetsen.
De afstandsbediening heeft een
bereik van ca. 5 m. Dit kan worden
beïnvloed door externe factoren.
Brandende alarmknipperlichten
dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor het systeem
opnieuw moet worden gepro‐
grammeerd in een werkplaats.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activeringvan de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 25.
Batterij van de handzender
vervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 28 of 261

26Sleutels, deuren en ruitenMet de handzender met 3 knoppen
kunnen de voorportieren en de baga‐
geruimte (en, afhankelijk van de voer‐
tuigconfiguratie, de zijschuifdeuren)
afzonderlijk worden ontgrendeld en
vergrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld.
Auto ontgrendelen
De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt
bevestigd door de alarmknipperlich‐
ten. De alarmknipperlichten knippe‐
ren één keer ter indicatie dat de auto
ontgrendeld is en twee keer ter indi‐
catie dat de auto vergrendeld is.Ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
c indrukken om de voorportieren te
ontgrendelen. Nogmaals indrukken om auto volledig te ontgrendelen.
Ontgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
● Druk op c om: Voordeuren en
zijschuifdeuren worden ontgren‐
deld.
Toets c nogmaals indrukken:
Bagageruimte wordt ook
ontgrendeld.
● Druk op c om: Voordeuren
worden ontgrendeld.
Toets c nogmaals indrukken:
Ook de zijschuifdeuren en de
Page 30 of 261

28Sleutels, deuren en ruitenBagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
● Druk op G om: Bagageruimte
wordt vergrendeld of ontgren‐
deld.
● Druk op G om: Bagageruimte
en zijschuifdeuren worden
vergrendeld of ontgrendeld.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
Voor handenvrije bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
1 m van de voorportieren of de baga‐
geruimte.
Let op
Er zit geen knop voor handenvrije
bediening in de buitenkruk van de
zijschuifdeur.
Er mag geen elektronische sleutel in
de auto blijven liggen en niet nog een extra elektronische sleutel in de
detectiezones zijn, omdat anders de
handenvrije bediening van de
centrale vergrendeling niet werkt.
De werking van de centrale vergren‐
deling met de elektronische sleutel
wordt bevestigd door de alarmknip‐
perlichten. De alarmknipperlichten knipperen één keer ter indicatie dat
de auto ontgrendeld is en één keer
gedurende 4 seconden ter indicatie
dat de auto vergrendeld is.
Als bij het vergrendelen een portier
open of onjuist gesloten is, vergren‐
delt en ontgrendelt de centrale
vergrendeling snel achter elkaar
zonder dat de alarmknipperlichten
knipperen.
Page 40 of 261

38Sleutels, deuren en ruitenAntidiefstalbeveiliging
Vergrendelingssysteem9 Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐ delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
De portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle deuren gesloten
zijn.
Let op
Het vergrendelingssysteem kan niet
worden geactiveerd als de alarm‐
knipperlichten of stadslichten zijn
ingeschakeld.
Vergrendelen en ontgrendelen is niet mogelijk met de centrale vergrende‐
lingstoets.
Bediening met handzender met
2 toetsen en 3 toetsen
Activering
Binnen 3 seconden e tweemaal
indrukken.
Alarmknipperlichten knipperen
vijf keer ter bevestiging.
Deactivering
Ontgrendel de portieren door op de
handzender op c te drukken.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
De werking wordt bevestigd door de
alarmknipperlichten.
Activering
Voor handenvrije bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
1 m van de voorportieren of de baga‐
geruimte.
Druk tweemaal op de knop op een
van de buitenkrukken.