Verzorging van de auto193Remmen
Wanneer de remvoering een mini‐ male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt.
Verder rijden is mogelijk maar laat de
remvoeringen zo spoedig mogelijk
vervangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Bij het bijvullen schoon te werk gaan,
omdat verontreinigde remvloeistof
storingen in het remsysteem tot
gevolg kan hebben. Oorzaak van het
remvloeistofverlies door een werk‐
plaats laten verhelpen.
Alleen goedgekeurde remvloeistof
voor uw auto gebruiken.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 235.
Accu De starthulpaansluiting zit in de
motorruimte.
Starthulp gebruiken 3 225.
De accu van de auto is onderhouds‐
vrij mits uw rijstijl zo is dat de accu
voldoende wordt opgeladen. Bij korte
ritten en veelvuldig starten kan de
accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische
verbruikers.
Controlelampje p licht op als er een
storing in het laadsysteem is. Stop,
schakel de motor uit en roep de hulp
van een werkplaats in.
Laadsysteem 3 102.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan
vier weken achtereen stilstaat, kan de accu ontladen raken. Poolklem van
de minpool van de accu loskoppelen.
194Verzorging van de auto9Gevaar
Controleer of het contact geheel is
uitgeschakeld (de auto mag niet ineen Autostop staan) voordat u de
accu aansluit of loskoppelt.
Stop-startsysteem 3 143.
Accubeveiliging 3 121.
Accu blootleggen
De accu bevindt zich achter een plaat in de portierdrempel linksvoor. De
plaat verwijderen om toegang te krij‐
gen tot de accu.
Accu vervangen
Let erop dat de accu altijd door een
accu van dezelfde soort wordt
vervangen.
Roep de hulp van een werkplaats in
om de accu van de auto te laten
vervangen.
Stop-startsysteem 3 143.
Accu opladen9 Waarschuwing
Voorkom bij auto's met Stop/Start-
systeem dat het oplaadpotentieel
niet hoger wordt dan 14,6 V bij
gebruik van een acculader.
Anders kan de accu van de auto
beschadigd raken.
9 Gevaar
Voor voldoende ventilatie zorgen
bij het opladen van de accu. Er
bestaat gevaar voor ontploffing als gassen die tijdens het opladen
worden gevormd kunnen blijven hangen!
Starthulp gebruiken 3 225.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen: ● Geen vonken, open vuur en niet roken.
● Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen
aanleiding geven tot blindheid of
letsel.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
208Verzorging van de autoBepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.SymboolCircuitZInfotainmentsysteem/
stoelverwarming/Driver
Information Center/audio‐
aansluitingen/alarm?Elektrische aansluitingÌAanstekereInstrumentenpaneelUCentrale vergrendeling0InterieurverlichtingORichtingaanwijzers/
mistachterlichten/carros‐
serieregelmoduleDIAGDiagnosestekkeruABS / Elektronische stabi‐
liteitsregelingdInterieurverlichting/
remlichtenZCarrosserieregelmoduleSTOPRemlichtSymboolCircuitICarrosserieregelmodule/
elektrisch bediende ruiten/
verwarmings- en ventila‐
tiesysteem/airconditioningmVerwarmbare achterruit
linksnVerwarmbare achterruit
rechtsRVoorruitsproeiersMElektronische startbeveili‐
gingUVerwarmde stoelenFBLBochtverlichtinglHandsfree-aansluiting&TachograafPTOPTO (krachtafnemer)jClaxonÍVoorverwarming/diesel‐
brandstoffilterxAircoventilatordVerwarmbare buitenspie‐
gelsTStadslicht linksSymboolCircuitSStadslicht rechtsONavigatiesysteemADPExtra aanpassingen,Elektrisch bediende ruiten/
carrosserieregelmodule
Zekeringenkast in
bagageruimte
Combi
Achter het afwerkingspaneel aan de
rechterzijde van de bagageruimte,
naast de achterdeur.
210Verzorging van de autoNr.Circuit1Stop-start2Elektromagneet slot elektrische
schuifdeur3Signaal slot elektrische schuif‐
deur4Stand 2: ventilator verdamper
rechts5Stand 2: ventilator verdamper
links6Stand 1: ventilator verdamper
links7Verwarming links8Stand 3: ventilator verdamper
links9Ventilator condensor10Verwarming rechts11Stand 3: ventilator verdamper
rechts12Elektrische schuifdeur13Corridorverlichting14VoetpaneelNr.Circuit15Kinderwaarschuwingssignaal16Stand 1: ventilator verdamper
rechts
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.
Boordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
De krik, wielsleutel, adapters (om het reservewiel te verwijderen), wieldop‐
haak en het sleepoog zijn samen
opgeborgen onder de voorstoel.
Let op
Afhankelijk van de auto kunnen er
meerdere adapters voor het afne‐
men van het reservewiel zijn.
234Service en onderhoudInternationale service-intervallen
Albanië, Bosnië-Herzegovina,
Kosovo, Macedonië, Montenegro,
Servië, Roemenië, Bulgarije,
Moldavië, Cyprus:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 30.000 km of na twee jaar, afhan‐kelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij anders aangegeven op het
service-display.
Turkije, Marokko:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 20.000 km of na één jaar, afhan‐
kelijk van wat zich het eerst voordoet,
tenzij anders aangegeven op het
service-display.
Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland,
Kazachstan, Malta:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 15.000 km of na één jaar, afhan‐
kelijk van wat zich het eerst voordoet,
tenzij anders aangegeven op het
service-display.Algerije, Tunesië:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 10.000 km of na één jaar, afhan‐
kelijk van wat zich het eerst voordoet,
tenzij anders aangegeven op het
service-display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger, rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met het reguliere service-interval worden
verricht.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐ tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
ServicedisplayHet service-interval is gebaseerd opdiverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
De Service-display, in het Driver Information Center, geeft de
volgende onderhoudsbeurt aan. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Servicedisplay 3 97.
Peilsensor motorolie 3 97.
252TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............235, 239
Aanduidingen op banden ..........212
Aanhangerkoppeling ..................182
Aanhangerstabilisatie ................183
Aanhanger trekken ....................182
Aanraakscherm .......................... 108
Aansteker .................................... 94
Absorptive Glass Mat-accu......... 193
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 187
Accu ............... 22, 23, 130, 193, 225
Accu, starthulp gebruiken ...........225
Achteras met gedeeltelijke blokkering ................................ 167
Achterdeuren ............................... 36
Achterlichten .............................. 201
Achterruitverwarming ................... 46
Achterste zijruiten ........................44
Achteruitkijkcamera ...................176
Achteruitrijlens achter ...................44
Achteruitrijlichten .......................118
Actief noodstopsysteem .............106
Actieve noodrem......................... 172
AdBlue ........................ 104, 150, 235
AdBlue-meter................................ 96
AdBlue-tank ................................ 240
Afstandsbediening ........................22
Airbag deactiveren ....................... 67Airbag-deactivering .................... 101
Airbag en gordelspanners .........101
Airbaglabel.................................... 63
Airbagsysteem ............................. 63
Airconditioning ........................... 123
Airconditioning achterin .............129
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 138
Alarmknipperlichten ...................117
Algemene informatie .................. 182
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 140
Andere auto slepen ...................228
Antiblokkeersysteem .................162
Antiblokkeersysteem (ABS) .......103
Antidiefstalbouten .......................220
Antivries ...................................... 190
Armsteun ..................................... 55
Asbakken ..................................... 94
Autogegevens ............................ 239
Automatische verlichting ............ 114
Automatisch vergrendelen ......25, 31
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 229
Auto slepen ................................ 227
Auto stallen ......................... 187, 193
Autostop ....................... 18, 142, 143
Auto wassen ............................... 229
256Remvloeistof ...................... 193, 235
Reservewiel ............................... 222
Richtingaanwijzers ............101, 117
Richtingaanwijzers vooraan ......200
Ritverslag.................................... 110
Roetfilter .................................... 149
Ruitbescherming........................... 84
Ruiten ..................................... 43, 44
Rijgedrag en aanhangertips ......182
Rijhoogte .................................... 147
Rijregelsystemen ................165, 167
Rijverlichting ........................ 13, 106
S Schakelen ................................... 103
Schakel motor uit ........................103
Scheidingsrooster bagageruimte ..84
Schuifdeur ................................... 32
Selectieve katalysatorreductie ....150
Service ............................... 138, 233
Service-display ....................97, 102
Service-indicatie ........................102
Service-informatie ...................... 233
Sjorogen ...................................... 80
Sleepoog .................................... 227
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................217
Snelheidsbegrenzer .....95, 107, 170
Snelheidsmeter ............................ 95Spanbanden ................................. 80
Spiegels .................................. 41, 43
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................192
Stadslichten ................................ 114
Startbeveiliging ............................ 40
Starten en bedienen ...................141
Starthulp gebruiken ...................225
Stoelpositie .................................. 50
Stoelverstelling ........................7, 51
Stoelverwarming ........................... 55
Stop/Start-systeem ...............18, 143
Stop-startsysteem....................... 106
Storing ....................................... 162
Storingsindicatielamp ................102
Stroomonderbreking ..................162
Sturen ......................................... 140
Stuurbedieningsknoppen .............89
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......191
Stuurwiel instellen ........................ 10
Stuurwielverstelling ...................... 89
Symbolen ....................................... 4
T
Tachograaf ......................... 107, 112
Tanken ....................................... 181
Te laag brandstofpeil .................105
Toerenteller ................................. 96
Top-Tether .................................... 69
Traction Control .........................165Trekhaak .................................... 183
Trekken....................................... 182
Trekken van een aanhanger ......182
Trekstang.................................... 182
Tripcomputer ............................. 110
Typeplaatje ................................ 238
U Uitlaatgassen .............................. 149
Uitrol-brandstofafsluiter .............143
Uitstapverlichting .......................121
Uittrekbare handrem ...................163
USB-aansluiting ............................ 93
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 216
Vaste luchtroosters ....................137
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................59
Veiligheidsnet .............................. 84
Velgen en banden .....................211
Ventilatie ..................................... 122
Ventilatieopeningen ....................136
Verbanddoos ............................... 85
Vergrendelingssysteem ...............38
Verlichting ................................... 114
Verlichtingsfuncties..................... 121
Versnellingsbak ........................... 17
Versnellingsbakdisplay ........98, 158