Page 155 of 269

Rijden en bediening153Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor
selectieve katalysatorreductie
beschadigd raken.
Let op
Gebruik wanneer er op een pomp‐ station geen pomp met een vulpis‐
tool voor personenauto's beschik‐
baar is alleen AdBlue-flessen of -
jerrycans met een afgedichte tank‐
adapter om bij te tanken, om terug‐
spatten en morsen te voorkomen en
om ervoor te zorgen dat de dampen
uit de tank worden opgenomen en
niet eruit stromen. AdBlue in flessen of jerrycans is verkrijgbaar bij veel
pompstations en is te koop bij bijv.
Opel dealers en andere detailhan‐
delaars.
Controleer vóór het bijtanken van AdBlue de houdbaarheidsdatumervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Tank de AdBlue-tank helemaal vol.
Doe dit als het waarschuwingsbericht over het voorkomen van opnieuwstarten van de motor al is versche‐
nen.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulopening voor AdBlue zit achter
de tankvulklep, rechtsachter op de
auto.
De tankvulklep kan alleen bij een
ontgrendelde auto worden geopend.
1. Sleutel uit contactslot verwijde‐ ren.
2. Sluit alle portieren om ammonia‐ dampen in het interieur te voorko‐
men.
3. Ontgrendel de tankvulklep door tegen de klep te duwen 3 181.
4. Schroef de tankdop van de
vulpijp.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef hetandere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is of totdat er niets meer uit de
jerrycan stroomt. Dit kan zo'n
5 minuten duren.
8. Zet de jerrycan op de grond om de
slang te laten leeglopen, wacht
15 seconden.
9. Schroef de slang van de vulpijp.
10. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Page 156 of 269
154Rijden en bedieningLet op
Voer de AdBlue-jerrycan volgens de
lokale milieuregels af. Om de slang
opnieuw te kunnen gebruiken moet
u deze na het gebruik met schoon
water afspoelen.Automatische
versnellingsbak
Met de automatische versnellingsbak
kunt u zowel automatisch (automati‐
sche modus) als handmatig schake‐
len (handmatige modus).
Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center.
In de automatische modus wordt het
rijprogramma aangegeven door D.
In de handgeschakelde modus
worden M en het nummer van de
geselecteerde versnelling aange‐
duid.
R geeft de achteruitversnelling aan.
N duidt de neutrale stand aan.
P duidt de parkeerstand aan.
KeuzehendelP:parkeerstand, de wielen zijn
geblokkeerd, alleen inschakelen
wanneer de auto stilstaat en de
handrem is aangetrokkenR:achteruitversnelling, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaat
Page 249 of 269
Technische gegevens247BrandstoftankBenzine, tankinhoud [l]53Diesel, tankinhoud [l]52
AdBlue-tank
AdBlue, tankinhoud [l]9,8
Page 259 of 269

Klantinformatie257iPhone®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.EnGIS Technologies, Inc.
BringGo ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van EnGIS Technolo‐
gies, Inc.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Stitcher Inc.
Stitcher™ is een handelsmerk van
Stitcher, Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (bestuurdersondersteu‐
ningssystemen) of verzorgen
comfort- of infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de betref‐
fende functionele eigenschappen inde betreffende gebruikershandleiding of in de algemene verkoopvoorwaar‐
den. U kunt deze ook online inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, vertraging, dwars‐
versnelling, wielsnelheid,
schermpje "veiligheidsgordels
omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens
van vluchtige aard. Ze blijven niet
langer dan een bedrijfscyclus opge‐
slagen en worden alleen aan boord
van de auto zelf verwerkt. Regeleen‐
heden maken vaak gebruik van gege‐
vensopslag (zo ook de autosleutel).
Dit om tijdelijke of permanente opslag
mogelijk te maken met betrekking tot
de autoconditie, de belasting van
Page 264 of 269

262TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 143
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............234, 239
Aanduidingen op banden ..........210
Aanhanger trekken ....................186
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 191
Accu ........................................... 196
Achterlichten .............................. 201
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................171
Achteruitrijlichten .......................128
Adaptief rijlicht (AFL) .................124
Adaptive Forward Lighting ...........98
AdBlue .................................. 97, 151
Afmetingen auto ........................246
Airbag deactiveren ....................... 52
Airbag-deactivering ...................... 95
Airbag en gordelspanners ...........94
Airbaglabel.................................... 47
Airbagsysteem ............................. 47
Airconditioning ........................... 133
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 138
Alarmknipperlichten ...................127
Algemene informatie .................. 186
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 141
Andere auto slepen ...................228Antiblokkeersysteem .................159
Antiblokkeersysteem (ABS) .........96
Autogegevens ............................ 239
Autokrik....................................... 209 Automatische dimfunctie .............35
Automatische verlichting ............ 121
Automatische versnellingsbak ...154
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 227
Auto stallen ................................. 191
Autostop ..................................... 146
B Bagageruimte ........................ 30, 71
Bagageruimte-afdekking .............73
Bandenreparatieset ...................218
Bandenspanning .......................211
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 97, 212
Bandenspanningswaarden ........248
Batterijspanning .........................108
Bedieningsorganen ......................78
Bekerhouders .............................. 59
Bekleding .................................... 231
Beladingsinformatie .....................75
Beslagen lampglazen ................128
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 163
Beveiliging van de auto ................31