Rijden en bediening191Het systeem wordt automatisch
gedeactiveerd bij aansluiting van een
aanhanger op het elektrische
systeem van de auto.
Bij slecht weer zoals zware regenval
kan het systeem onterecht reageren.
Storing
Bij een storing knippert B even op het
instrumentenpaneel in combinatie
met R en een displaybericht. Neem
contact op met een dealer of een
erkende werkplaats voor een controle
van het systeem.
Panoramazichtsysteem
Met dit systeem ziet u de omgeving
van de auto als een afbeelding van
bijna 360°, als het ware van boven af.
Het systeem gebruikt: ● camera achter, in de achterklep
● ultrasone parkeersensoren in de achterbumper
● camera voor, in de voorgrille onder het embleem
● ultrasone parkeersensoren in de voorbumper
Het scherm van het Info-Display is in
tweeën gesplitst. Rechts staat een
bovenaanzicht van de auto en links
een achter- of vooraanzicht. De
parkeersensoren vormen een aanvul‐
ling op het panoramische bovenaan‐
zicht van de auto.
Inschakelen
Het panoramazichtsysteem wordt geactiveerd door:
● inschakelen van een versnelling of versnellingsbak in een
neutraalstand (vooraanzicht)
● inschakelen van de achteruitver‐ snelling (achteraanzicht)
● handmatig activeren op het Info- Display bij ritten op snelheden tot20 km/h
Werking
Links op het display kunt u de
verschillende weergaven kiezen.
Wijzig het soort weergave te allen
tijde tijdens een manoeuvre door het
aanraakveld onderin het display aan
te raken en een weergave uit het
weergaveselectiemenu te selecteren:
● Standaardweergave
● Auto-modus
● Ingezoomde weergave
● 180°-weergave
Bij het kiezen van een bepaalde
weergave wordt het display onmid‐
dellijk bijgewerkt.
192Rijden en bedieningAuto-modus is standaard geacti‐
veerd. In deze modus selecteert het
systeem op basis van de informatie
van de parkeersensoren de beste
weergave, de standaardweergave of
ingezoomde weergave.
De stand van het systeem blijft bij
uitschakeling van het contact niet in
het geheugen staan.
Standaardweergave
De standaardweergave bestaat uit
een achteraanzicht en een vooraan‐
zicht.Zicht naar achterenHet gebied achter de auto wordt
weergegeven op het scherm. De verticale lijnen geven de breedte vande auto aan met de spiegels uitge‐
klapt. De lijnen buigen met het stuur‐
wiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand
van de achterbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐
den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.Zicht voor
Het gebied vóór de auto wordt weer‐
gegeven op het scherm. De verticale
lijnen geven de breedte van de auto aan met de spiegels uitgeklapt. De
lijnen buigen met het stuurwiel mee.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand
van de voorbumper. De bovenste
horizontale lijnen staan voor afstan‐
den van zo'n 1 en 2 m.
Deze weergave is beschikbaar in de
Auto-modus of in het menu voor
Weergavekeuze.Auto-modus
Deze modus is standaard geacti‐
veerd. Als de auto tijdens een
parkeermanoeuvre een obstakel
nadert, wordt op basis van informatie van de parkeersensoren in de achter-
of de voorbumper automatisch over‐
geschakeld van een achteraanzicht
of een vooraanzicht naar een boven‐
aanzicht.
Ingezoomde weergave
De camera registreert de omgeving
van de auto tijdens het parkeren om
een bovenaanzicht van de achter- of
voorzijde van de auto en het omrin‐
gende gebied te creëren.Zo kunt u de
194Rijden en bedieningte houden. Spoel de lenzen met
water en veeg deze met een
zachte doek af.
Reinig de lenzen niet met een
stoomcleaner of hogedrukreini‐
ger.
Het panoramazichtsysteem werkt
mogelijk niet goed wanneer:
● De omgeving donker is.
● De zon of de lichtbundel van koplampen rechtstreeks in de
cameralenzen valt.
● Weeromstandigheden het zicht beperken, zoals bij mist, regen of
sneeuw.
● De cameralenzen bedekt zijn met
sneeuw, ijs, sneeuwbrij, modder,
vuil.
● De auto een aanhangwagen trekt.
● De auto een aanrijding heeft gehad.
● Sprake is van extreme tempera‐ tuurswisselingen.
Achteruitkijkcamera
De achteruitkijkcamera helpt de
bestuurder bij het achteruitrijden door het gebied achter de auto weer te
geven.
De camerabeelden verschijnen op
het Info-Display.9 Waarschuwing
De achteruitrijcamera kan nooit
het zicht van de bestuurder
vervangen. Let op: voorwerpen
die zich buiten het bereik van de
camera en de sensoren van de
parkeerhulp bevinden, bijv. onder
de bumper of onder de auto,
worden niet getoond.
Gebruik niet alleen de achteruit‐ kijkcamera om achteruit te rijden
of te parkeren.
Controleer vóór het wegrijden
altijd de omgeving van de auto.
Inschakelen
De achteruitkijkcamera wordt auto‐matisch ingeschakeld bij inschakeling
van de achteruitversnelling.
Werking
De camera is gemonteerd in de
achterklep.
De door de camera weergegeven
zone is beperkt. De afstand op de
beelden van de display verschilt van
de werkelijke afstand.
Hulplijnen
Dynamische hulplijnen zijn horizon‐
tale lijnen met een onderlinge afstand van 1 m die op de afbeelding zijn
geprojecteerd om de afstand tot de
getoonde objecten aan te geven.
196Rijden en bedieningInschakelen
Na het inschakelen van het contact
wordt het Lane Departure Warning- systeem geactiveerd. Als het
systeem is geactiveerd, brandt het
led-lampje in de toets ½ niet. Druk om
een gedeactiveerd systeem te active‐ ren op ½.
Het systeem werkt alleen bij snelhe‐
den boven 60 km/h en wanneer rijst‐ rookmarkeringen aanwezig zijn.
Wanneer het systeem een onbe‐
doelde rijstrookwissel detecteert, dan
knippert het controlelampje ) geel.
Tegelijkertijd hoort u een geluidssig‐
naal.
Uitschakelen
Om het systeem te deactiveren moet
u ½ ingedrukt houden. Het led-lampje
in de knop gaat branden en ½ brandt
geel op de instrumentengroep.
Bij snelheden lager dan 60 km/h
werkt het systeem niet.
Storing
Bij een storing verschijnt H op het
instrumentenpaneel in combinatie met een displaybericht en een
geluidssignaal. Neem contact op met
een dealer of een erkende werkplaats
voor een controle van het systeem.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed
in de volgende gevallen:
● De rijsnelheid is lager dan 60 km/h.
● Voorruit is niet schoon of is afge‐
dekt door vreemde voorwerpen,
bijv. stickers.
● Bij ritten op bochtige of heuvel‐ achtige wegen.
● U rijdt 's nachts.
● Omgevingsomstandigheden zijn ongunstig, zoals harde regen,sneeuw, direct zonlicht of scha‐
duwen.
● De sensor in de voorruit is afge‐ dekt door sneeuw, ijs, sneeuw‐
brij, modder, vuil, schade aan de
voorruit of werkt slechter door
vreemde voorwerpen, bijv. stic‐
kers.
● De zon valt rechtstreeks in de cameralens.
● Voorliggers vlakbij.
● Ritten op verhoogde wegen. ● Rijden aan de rand van de weg.
226Verzorging van de autoBij auto's met het stuurwiel links zit dezekeringenkast achter een afdekking
in het instrumentenpaneel aan de linkerzijde. Open de afdekking en
verwijder deze door de pal in te druk‐
ken.
Afhankelijk van de versie zijn er
verschillende uitvoeringen van de
zekeringenkast instrumentenpaneel:Nr.Stroomkring1Elektronisch sleutelsysteem /
diefstalalarmsysteem4Stop/Start-systeem5Geavanceerde parkeerhulp /
camera / regelmodule trans‐
missie7Versterker8Achterruitwisser10Centrale vergrendeling11Centrale vergrendeling13Diefstalalarmsysteem16Elektrische stuurbekrachtiging18OnStar21Interieurverlichting22Verlichting handschoenenkastje23Dodehoeksysteem / verstelling
buitenspiegels / inductief
opladen24Elektrische eenheid stuurkolom25Binnenspiegel26GordelverklikkerNr.Stroomkring27Camera / regensensor / automa‐
tische verlichting28USB / Infotainment31Airbag33Elektrische aansluiting voorin36Infotainment
Verzorging van de auto227Nr.Stroomkring1Binnenspiegel / elektrische
stuurbekrachtiging / Selective
Ride Control / radar / dieseluit‐
laatsysteem3Regelmodule aanhangerinrich‐
ting4Claxon5Voorruitsproeier6Voorruitsproeier7Elektrische aansluiting achterin10Portiervergrendeling / achter‐
klepvergrendeling11Portiervergrendeling / achter‐
klepvergrendeling12Stop/Start-systeem / diagnose-
aansluiting / remsysteem13Infotainment / klimaatregeling14Alarmsirene15Klimaatregeling16Stop/Start-systeem / remsys‐
teem17InstrumentengroepNr.Stroomkring19Elektrische eenheid stuurkolom / stuurbedieningsknoppen21Diefstalalarmsysteem22Camera / regensensor / automa‐
tische verlichting23Gordelverklikker24Automatische versnellingsbak /
geavanceerde parkeerhulp /
panoramazichtsysteem25Airbag26Elektronische stabiliteitsregeling27Alarm28OnStar29Infotainment32Aansteker / stroomaansluiting
voor34Achterruitverwarming / voorruit‐
verwarming / inductief opladen35Lichtschakelaar / diagnose-
aansluiting36VerlichtingBoordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel Open de vloerplaat van de bagage‐
ruimte 3 74.
Haal de afdekking van de gereed‐
schapskist.
De krik, het sleepoog, de stopblokken en de gereedschappen liggen in de
gereedschapskist.
274KlantinformatieDivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store zijn handelsmerken van Google Inc.Velcro Companies
Velcro ®
is een gedeponeerd handels‐
merk van Velcro Companies.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (bestuurdersondersteu‐
ningssystemen) of verzorgen
comfort- of infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, vertraging, dwars‐
versnelling, draaisnelheid
wielen, aanduiding "veiligheids‐ gordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens
van voorbijgaande aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van
de auto zelf verwerkt. Vaak maken
regeleenheden gebruik van gege‐
vensopslag (zo ook de autosleutel).
Dit om tijdelijke of permanente opslag
mogelijk te maken met betrekking tot
de autoconditie, de belasting van
280HHalogeenkoplampen .................217
Handgeschakelde versnellingsbak ......................154
Handmatige dimfunctie ................39
Handmatige modus ...................153
Handmatige stoelverstelling .........48
Handrem .................................... 156
Handschoenenkastje ...................70
Handzender ................................. 22
Hellingrem ................................. 158
Hoofdsteunen .............................. 46
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 135
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 66
Inductief opladen ..........................88
Info-Display................................. 104
Inhouden ................................... 264
Inklapbare spiegels .....................38
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 125 Instrumentengroep ......................89
Interieurverlichting ......................123
K
Katalysator ................................. 148
Kentekenverlichting ...................223
Keuzehendel ............................. 152Kilometerteller .............................. 92
Kindersloten ................................. 29 Kinderveiligheidssystemen ...........63
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................126
Klok............................................... 85
Koeling handschoenenkastje ....136
Koelvloeistof .............................. 213
Koelvloeistof en antivries ............252
Koelvloeistoftemperatuur .............99
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...93
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 118
Koplampverstelling ....................118
L
Laadsysteem ............................... 96
Lane Departure Warning ......98, 195
Lane keep assist ..................98, 197
LED-koplampen ..........101, 118, 219
Leeslampen ............................... 124
Lekke band ................................. 237
Lichtschakelaar .......................... 116
Lichtsignaal ................................ 117 Luchtinlaat ................................. 136
Luchtroosters .............................. 135
M
Meters........................................... 92
Mistachterlicht ...........101, 122, 219
Mistlampen voor ........101, 122, 219Motorgegevens .......................... 259
Motor-ID...................................... 255
Motorkap .................................... 212
Motorolie .................... 212, 252, 256
Motoroliedruk ............................. 100
Motor starten ............................. 142
N Nieuwe auto inrijden ..................139
O
Olie, motor .......................... 252, 256
OnStar ........................................ 111
Ontlaadbeveiliging accu ............125
Opbergruimte................................ 70
Opbergvakken .............................. 70
Opbergvak middenconsole ..........71
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 242
Panoramadak .............................. 44
Panoramazichtsysteem ..............191
Parkeerhulp ............................... 181
Parkeerlichten ............................ 123
Parkeren .............................. 19, 146
Partikelfilter ................................. 147
Peilsensor motorolie .....................93
Persoonlijke instellingen ............107
Portieren ....................................... 31
Portier open ............................... 102