Page 113 of 271

Instrumenten en bedieningsorganen111Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service
wordt verzocht of getriggerd. Een
bericht op het Info-Display geeft aan
dat deze informatie is verzonden.
Als u het doorgeven van de voertuig‐
locatie wilt activeren of deactiveren,
drukt u op j tot u een audiobericht
hoort.
Het deactiveren wordt aangegeven door het controlelampje dat korte tijd
rood of groen knippert en iedere keer
wanneer de auto wordt gestart.
Let op
Als het verzenden van de voertuig‐
locatie wordt gedeactiveerd, zijn
sommige diensten niet meer
beschikbaar.
Let op
OnStar wordt in een noodsituatie
altijd geïnformeerd over de voertuig‐
locatie.
Ga naar het document met het priva‐
cybeleid in uw account.Software-updates
OnStar kan op afstand software-
updates uitvoeren, zonder dat zij u
daarover van tevoren inlichten of om
uw toestemming vragen. Deze upda‐
tes verbeteren of behouden de veilig‐
heid en beveiliging of de werking van uw voertuig.
Deze updates kunnen betrekking
hebben op privacykwesties. Ga naar
het document met het privacybeleid
in uw account.
Page 114 of 271

112VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 112
Lichtschakelaar .......................112
Automatische verlichting .........113
Groot licht ................................ 113
Lichtsignaal ............................. 113
Koplampverstelling ..................114
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 114
Dagrijlicht ................................. 114
Adaptief rijlicht (AFL) ...............114
Alarmknipperlichten .................115
Richtingaanwijzers ..................116
Mistlampen voor ......................116
Mistachterlicht ......................... 117
Parkeerlichten ......................... 117
Achteruitrijlichten .....................117
Beslagen lampglazen ..............117
Binnenverlichting .......................118
Regelbare instrumentenverlichting .........118
Interieurverlichting ...................118
Leeslampen ............................. 118
Verlichting zonneklep ..............119
Verlichtingsfuncties ....................119
Verlichting middenconsole ......119Instapverlichting ......................119
Uitstapverlichting .....................119
Ontlaadbeveiliging accu ..........120Rijverlichting
Lichtschakelaar
Draai aan de lichtschakelaar:
AUTO:automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of groot licht
Controlelampje 8 3 94.
Page 115 of 271

Verlichting113AchterlichtenDe achterlichten branden samen met
het dimlicht / groot licht en de zijmar‐
keringslichten.
Automatische verlichting
Wanneer de automatische verlichting
is ingeschakeld en de motor loopt,
wordt er automatisch gewisseld
tussen dagrijlicht en automatische
verlichting afhankelijk van het omge‐
vingslicht en de informatie afkomstig
van het regensensorsysteem.
Dagrijlicht 3 114.
Automatische
koplampinschakeling
Bij weinig licht worden de koplampen
ingeschakeld.
Bovendien worden de koplampen
ingeschakeld als de ruitenwissers
enkele slagen geactiveerd zijn.
Adaptief rijlicht (AFL) 3 114.
Tunneldetectie Bij het inrijden van een tunnel worden
de koplampen onmiddellijk ingescha‐
keld.
Groot lichtDuw tegen de hendel om van dimlicht
op grootlicht over te schakelen.
Trek aan de hendel om het grootlicht
uit te schakelen.
Grootlicht-assistent 3 114.
Lichtsignaal
Lichtsignaal activeren door de hendel naar u toe te trekken.
Als u aan de hendel trekt, schakelt u
het grootlicht uit.
Page 116 of 271

114VerlichtingKoplampverstellingHandmatige koplampverstelling
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwieltje
in ? de gewenste stand.
0:zitplaatsen voorin bezet1:alle zitplaatsen bezet2:alle zitplaatsen bezet en bagage
in de bagageruimte3:bestuurdersstoel bezet en
bagage in de bagageruimteKoplampinstelling in het
buitenland
Bij het rijden in landen waar het
verkeer in de andere richting rijdt
hoeven de koplampen niet te worden
afgesteld.
Dagrijlicht
Het dagrijlicht maakt de auto overdag
beter zichtbaar.
Het wordt bij daglicht automatisch
ingeschakeld wanneer de motor
draait.
Het systeem schakelt automatisch tussen dagrijlicht en dimlicht, afhan‐
kelijk van het lichtomstandigheden.
Adaptief rijlicht (AFL)De functies voor adaptief rijlicht (AFL)
zijn alleen beschikbaar in combinatie
met led-koplampen.
Led-koplampen voor dimlicht en groot licht zorgen voor een beter zicht
onder alle omstandigheden.
De bediening is gelijk aan die van
halogeenkoplampen.De functies van het adaptieve rijlicht
(AFL) zijn automatisch actief met de
lichtschakelaar in stand AUTO. Adap‐
tief rijlicht (AFL) bevat de volgende
functies:
● afslagverlichting
● grootlicht-assistent
● automatische koplampverstelling
Afslagverlichting
Bij het afslaan gaan, afhankelijk van
de stuurhoek en het richtingaanwij‐
zersignaal, bepaalde leds branden die het wegdek in de rijrichting
verlichten. Wordt geactiveerd tot een
snelheid van 40 km/u.
Grootlicht-assistent
Deze functie activeert 's nachts auto‐
matisch het groot licht bij een rijsnel‐ heid hoger dan 25 km/u.
Page 117 of 271

Verlichting115Het systeem schakelt automatisch
terug op dimlicht wanneer:
● De camera of een sensor in de voorruit de lampen van tegen- of
voorliggers detecteert.
● De rijsnelheid daalt tot onder 15 km/u.
● Het mistig is of sneeuwt.
● In stadsverkeer wordt gereden.
Zodra er geen beperkingen meer
worden herkend, schakelt het
systeem het groot licht weer in.
InschakelenActiveer deze functie door op de toets
op de hendel te drukken. Het ledje in
de knop gaat branden, als de groot‐ licht-assistent geactiveerd is. Het
groot licht wordt automatisch inge‐ schakeld bij snelheden hoger dan
25 km/u.
Het groene controlelampje f brandt
continu wanneer de assistentie actief
is; het blauwe lampje 7 brandt bij
ingeschakeld groot licht.
Controlelampje f 3 95.
Uitschakelen
Deactiveer deze functie door op een
toets op de hendel te drukken.
Als u bij een geactiveerde grootlicht-
assistent een lichtsignaal geeft terwijl
u het dimlicht voert, wordt de groot‐ licht-assistent gedeactiveerd. Het
systeem schakelt over op groot licht.
Als u bij een geactiveerde grootlicht-
assistent een lichtsignaal geeft terwijl u het groot licht voert, wordt de groot‐
licht-assistent gedeactiveerd. Het
systeem schakelt over op dimlicht.
Geef nogmaals grootlichtsignalen om de grootlicht-assistent weer te active‐
ren.Automatische koplampverstelling
De koplampverstelling wordt automa‐ tisch afgesteld op basis van de bela‐
ding van de auto om verblinding van
tegenliggers te voorkomen.
Storing in led-systeem adaptief
rijlicht (AFL)
Wanneer het systeem een storing in
het led-systeem van het adaptieve rijlicht (AFL) detecteert, verschijnt er
een waarschuwing op het Driver
Information Center.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Page 118 of 271

116VerlichtingDe alarmknipperlichten worden auto‐
matisch ingeschakeld in de volgende
situaties:
● Bij het remmen in een noodgeval
(afhankelijk van de vertragings‐
kracht).
● Bij een ongeluk.
Ze worden uitgeschakeld zodra u
weer accelereert of als u op ¨ drukt.
Richtingaanwijzershendel omhoog:richtingaanwijzer
rechtshendel omlaag:richtingaanwijzer
linksWanneer de hendel wordt verplaatst,
voelt u een weerstandspunt.
De richtingaanwijzer knippert onon‐
derbroken, wanneer de hendel voor‐
bij het weerstandspunt haalt. Het
knipperen stopt wanneer u het stuur‐
wiel in tegengestelde richting draait of
wanneer u de hendel met de hand
terugzet in de neutraalstand.
U kunt kortstondig knipperen door de hendel net voor het weerstandspunt
vast te houden. De richtingaanwijzers
knipperen dan totdat u de hendel
loslaat.
Om drie knippersignalen te geven,
moet u kort op de hendel drukken
zonder het weerstandspunt te passe‐
ren.
Als u bij een rijsnelheid hoger dan
60 km/h de richtingaanwijzers niet
binnen 20 seconden uitschakelt,
wordt het volume van het akoestische richtingaanwijzersignaal verhoogd.Mistlampen voor
Om in te schakelen > indrukken.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
het inschakelen van de mistlampen
worden de koplampen automatisch
ingeschakeld.
Page 119 of 271

Verlichting117Mistachterlicht
Om in te schakelen ø indrukken.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
inschakelen van het mistachterlicht
worden de koplampen automatisch ingeschakeld.
Lichtschakelaar in stand 8: mistach‐
terlicht kan alleen in combinatie met
voorste mistlampen worden inge‐
schakeld.
Het mistachterlicht is gedeactiveerd
wanneer er een aanhanger of een
stekker is aangesloten op het contact, bijv. wanneer een fietsdrager is
geplaatst.
Parkeerlichten
Bij het parkeren kunnen de parkeer‐
lichten aan één kant worden inge‐
schakeld:
1. Schakel het contact uit.
2. Beweeg de hendel helemaal omhoog (parkeerlichten rechts) of
omlaag (parkeerlichten links).
Bevestiging door een geluidssignaal
en het bijbehorende controlelampje
van de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt vanzelf. Om dit te bespoe‐
digen kunt u de koplampen inschake‐
len.
Page 120 of 271
118VerlichtingBinnenverlichtingRegelbare
instrumentenverlichting
De helderheid van onderstaande
verlichting kan in de stand AUTO
worden afgesteld wanneer de licht‐ sensor merkt dat het donker is, of in
de stand 8 of 9:
● instrumentenverlichting
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het stelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Interieurverlichting
De interieurverlichting voor- en
achterin wordt bij het in- en uitstappen
automatisch ingeschakeld en dooft
met enige vertraging.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.
Interieurverlichting voorinw:automatisch in- en
uitschakelendruk op u:aandruk op v:uit
Interieurverlichting achterin
Licht op in combinatie met de instap‐
verlichting voor.
Leeslampen
Werken door het indrukken van s en
t in de instapverlichting.