10Inleidingof volgende / voorgaande
vermelding selecteren in
zenderlijst, medialijst,
gesprekslijst /
contactenlijst indien
geactiveerd via stuurbe‐
dieningsknoppen
Selectie bevestigen met G
3 G
Geselecteerd item bevestigen
of zenderlijst, medialijst openen
4 x
Stiltefunctie activeren /
deactiveren ........................... 10
5 À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 v
Kort indrukken: oproep
aannemen
Lang indrukken: oproep
weigeren, gesprek
beëindigen ............................ 50of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............50
Indien telefoongesprek
actief: menu actief
gesprek openen
7 w
Kort indrukken:
geïntegreerde
spraakherkenning activeren
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren van Apple
CarPlay™ of Android™
Auto bij telefoonverbinding met USB-poort ......................45Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, een aanraak‐
scherm en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 8
● het aanraakscherm 3 14
● audioknoppen op het stuurwiel 3 8
● de spraakherkenning 3 44
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op X. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
Inleiding13Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 50.
Apps
Maak verbinding met uw smartphone
op het display voor het Infotainment‐
systeem om specifieke apps van uw
smartphone weer te geven.
Druk op d om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde appmodus te
openen.
Op Apple CarPlay of Android Auto
tikken. Er verschijnt een menu met de
verschillende apps die u kunt kiezen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 31.
Instellingen
Druk op : en selecteer dan Audio-
instellingen om het desbetreffende
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 14.
Druk op : gevolgd door OPTIES om
een menu te zien voor diverse systeemspecifieke instellingen.Voor een gedetailleerde beschrijving
3 14.
Auto-instellingen
Selecteer _ om een menu te
openen voor autospecifieke instellin‐
gen.
De Auto-instellingen worden in de
gebruikershandleiding beschreven.
28Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................28
Audio afspelen ............................. 29
Afbeeldingen weergeven .............30
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 31Algemene informatie
Er bevindt zich een USB-poort op het bedieningspaneel. Er bevindt zich
mogelijk een andere USB-poort in het
opbergvak naast het Info-Display.Voorzichtig
Gebruik ter bescherming van het
systeem geen USB-hub.
Let op
Houd de USB-poorten altijd schoon
en droog.
USB-poorten
Op elk van de USB-poorten kunt ueen mp3-speler, USB-apparaat, SD-
kaart (via USB-stekker / adapter) of
smartphone aansluiten.
Het Infotainmentsysteem kan audio‐
bestanden of afbeeldingsbestanden
op USB-apparaten afspelen of weer‐ geven.
Na aansluiting op een USB-poort
werken diverse functies van het
bovenvermelde apparaat via de
knoppen en menu's van het Infotain‐
mentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Let op
Als er twee USB-poorten beschik‐
baar zijn: Voor gebruik van de func‐
tie telefoonweergave 3 31 van het
Infotainmentsysteem moet de
smartphone zijn aangesloten op de
USB-poort op het bedieningspaneel. De USB-poort in het opbergvak is
niet geschikt voor Apple CarPlay.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit een van bovenstaande appara‐
ten aan op een USB-poort. Gebruik
indien nodig de daartoe bestemde
aansluitkabel. De muziekfunctie start
automatisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Externe apparaten31
Tik op het scherm om de menubalk
weer te geven.
Vorige of volgende afbeelding
weergeven
Tik op l of m .
Diavoorstelling starten of stoppen
Selecteer l om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling
te bekijken.
Tik op / om de diavoorstelling te
beëindigen.
Smartphone-applicaties
gebruiken
Telefoonweergave
De smartphone-applicaties Apple
CarPlay en Android Auto geven de
geselecteerde apps van uw smart‐
phone weer op het Info-Display. U
kunt ze bedienen met de bedienings‐
elementen van het Infotainmentsys‐
teem.
Controleer bij de fabrikant van het apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
De smartphone voorbereiden
iPhone ®
: Controleer of Siri ®
op uw
telefoon is geactiveerd.
Android-telefoon: Download op
Google Play™ de Android Auto-app
naar uw telefoon.
De smartphone verbindeniPhone
Sluit de telefoon aan op de USB-poort 3 28.Als de telefoon al via Bluetooth is
verbonden, wordt de Bluetooth-
verbinding bij aansluiting van de tele‐
foon op de USB-poort en activering
van de Apple CarPlay verbroken.Android-telefoon
Verbind de telefoon via Bluetooth
3 48 en sluit de telefoon vervolgens
aan op de USB-poort 3 28.
Telefoonweergave starten
Druk op d en tik vervolgens op
Apple CarPlay of Android Auto .
Het getoonde telefoonweergave‐
scherm is afhankelijk van uw smart‐
phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het
Infotainmentscherm
Druk op de knop b op het bedienings‐
paneel.
Spraakherkenning45Adresinvoer van bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infodisplay in de taal van het
desbetreffende land wijzigen.
Bv. als het display op dit moment op
Engels staat en u de naam van een
stad in Frankrijk wilt invoeren, moet u
de displaytaal naar Frans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 18.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Als de spraakherkenning het door u ingevoerde adres niet herkent, kunt u het commando herhalen met de
delen van het adres in een andere
volgorde.Spraakdoorschakeling
Via de spraakdoorschakeling van het
Infotainmentsysteem hebt u toegang
tot de spraakherkenningscomman‐
do's op uw smartphone.
Spraakdoorschakeling is beschik‐ baar bij telefoonprojectie via Apple
CarPlay en Android Auto 3 31.
Gebruik
Geïntegreerde spraakherkenning Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
geven en op het display verschijnen
hulpmenu's met de belangrijkste
commando's die beschikbaar zijn.De spraakherkenning is klaar voor
spraakcommando's, nadat er een pieptoon klinkt.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie te star‐ ten (bijvoorbeeld een vooraf inge‐
stelde radiozender afspelen).
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk de volumeknop op het stuurwiel
omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op w op het stuurwiel te drukken.
U kunt ook "Dialoogmodus instellen
op ervaren".
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Druk op v op het stuurwiel om een
dialoog te annuleren en de spraak‐
herkenning te deactiveren.