Rijden en bediening2059Waarschuwing
De radareenheid is tijdens de
fabricage zorgvuldig uitgelijnd.
Gebruik het systeem daarom bij
een frontale botsing niet. De voor‐ bumper kan nog intact lijken, maar
de sensor die erachter ligt, kan verschoven zijn en onjuist reage‐
ren. Overleg na een ongeluk met
een werkplaats om de stand van
de radarmodule te controleren en
af te stellen.
Instellingen
Instellingen kunnen in het menu
Persoonlijke instellingen op het Info-
Display worden gewijzigd.
Selecteer de desbetreffende instel‐
ling in Instellingen , I Voertuig op het
Info-Display.
Info-Display 3 125.
Persoonlijke instellingen 3 129.
Storing
Als de adaptieve cruisecontrol door
tijdelijke omstandigheden (bijv. door
ijsafzetting, oververhitte remmen of
manoeuvres bij lage snelheden) niet
werkt, of als er een permanente
systeemfout is, dan verschijnt er een melding in het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 128.
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te vermijden of beperken.
Als de auto is uitgerust met conventi‐
onele cruise control, gebruikt de fron‐ taanrijdingswaarschuwing de frontca‐ mera in de voorruit om een voorligger
op uw rijstrook te detecteren.
Als de auto is uitgerust met adaptieve
cruise control, gebruikt de frontaanrij‐ dingswaarschuwing de radarsensor
om een voorligger op uw rijstrook te
detecteren.
Een voorligger wordt aangegeven
door controlelamp A.
Als een voorligger te snel nadert, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een waarschuwing in het
Driver Information Centre.
De bestuurder ziet tevens een knip‐
perend rode LED-streep die op de
voorruit in zijn gezichtsveld wordt
geprojecteerd.
Een voorwaarde is dat de frontaanrij‐
dingswaarschuwing met frontcame‐
rasysteem niet is gedeactiveerd door
op V op het stuurwiel te drukken of,
met radarsensor, dat deze niet is
gedeactiveerd in het menu Persoon‐
lijke instellingen 3 129.
Rijden en bediening207verder de waarschuwing wordt gege‐
ven. Houd bij het selecteren van de
timing van de waarschuwingen reke‐
ning met de verkeerssituatie en de
weersomstandigheden.
Let op: de instelling voor de gevoelig‐
heid van het alarm wordt gedeeld met de afstand tot voorligger van de adap‐
tieve cruise control. Door de gevoe‐
ligheid van de waarschuwing te wijzi‐
gen, wordt dus ook de afstand tot
voorligger van de adaptieve cruise
control gewijzigd.
Uitschakelen
Het systeem kan worden gedeacti‐
veerd.
Bij frontaanrijdingswaarschuwing met radarsensor kan het systeem worden uitgeschakeld in het menu Persoon‐
lijke instellingen, 3 129.
Druk bij frontaanrijdingswaarschu‐
wing met frontcamera op V totdat
Botswaarschuwing voor uit op het
Driver Information Center verschijnt.
Als de waarschuwing voor een fron‐
tale botsing werd gedeactiveerd,
wordt de gevoeligheid van het
systeem op "medium"ingesteld
wanneer het contact weer wordt
aangezet.
Bij het uitschakelen van het contact
wordt de laatst geselecteerde instel‐
ling opgeslagen.
Algemene informatie9 Waarschuwing
De frontaanrijdingswaarschuwing
is een waarschuwingssysteem dat
de remmen niet activeert. Bij het
met een te hoge snelheid naderen
van een voorligger, kan er onvol‐
doende tijd zijn om een aanrijding
te voorkomen.
De bestuurder aanvaardt de volle
verantwoordelijkheid voor het
bewaren van een veilige onder‐
linge afstand bij de betreffende
verkeers-, weers- en zichtomstan‐
digheden.
De bestuurder moet onder het
rijden altijd zijn of haar onver‐
deelde aandacht aan het verkeer
geven. De bestuurder moet altijd
gereed zijn om actie te onderne‐
men en te remmen.
Systeembeperkingen
De frontaanrijdingswaarschuwing is
bedoeld om alleen te waarschuwen
voor voertuigen, maar kan ook op
andere obstakels reageren.
In de volgende gevallen detecteert de
frontaanrijdingswaarschuwing
wellicht geen voorliggers of kunnen
de prestaties van de sensor beperkt
zijn:
208Rijden en bediening● op bochtige wegen
● als het zicht door weersomstan‐ digheden beperkt is, zoals bij
mist, regen of sneeuw
● wanneer de sensor geblokkeerd is door sneeuw, ijs, slijk, modder,
vuil, schade aan de voorruit of
slechter werkt door vreemde
voorwerpen, bijv. stickers
Indicatie afstand tot voorligger
De indicatie afstand tot voorligger
toont de afstand tot een bewegende
voorligger. De frontcamera in de voor‐
ruit wordt gebruikt voor het detecte‐
ren van de afstand van een voertuig
dat direct voorop in de baan van de
auto rijdt. Hij is actief bij snelheden
boven 40 km/u.
Als er een voorligger wordt gedetec‐
teerd, wordt de afstand in seconden
weergegeven op een pagina in het
Driver Information Centre.Kies op een Midlevel-display Info
menu ? via MENU op de richting‐
aanwijzer en draai het stelwiel naar
de pagina met de Indicatie afstand tot voorligger, 3 119
Selecteer in het Uplevel-display het
menu Info met de stuurwieltoetsen en
druk op o om de Indicatie afstand tot
voorligger 3 119 te selecteren.
De minimale aangegeven afstand is
0,5 seconde.
Als er geen voorligger is of als de
voorligger buiten bereik is, worden er twee streepjes getoond: -.- sec.
Als de adaptieve cruise control actief
is, geeft deze pagina de instelling van
de waarschuwingsgevoeligheid in
plaats van de ingestelde afstand tot
de voorligger weer. 3 197.
Actieve noodrem
De actieve noodrem kan helpen om de schade en letsel door aanrijdingen
met voorliggers of obstakels te beper‐ ken, indien een aanrijding niet te
vermijden is door te remmen of uit te
wijken. Voordat de actieve noodrem
ingrijpt, geeft de frontaanrijdings‐
waarschuwing een waarschuwing
3 205.
262Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Startmotor2Startmotor3Uitlaatsensor4Motorregelmodule5Motorfuncties/Aeroshutter6Transmissieregelmodule7Frontaanrijdingswaarschuwing/
adaptieve cruise control8Motorregelmodule9Verwarming en ventilatie10Dieseluitlaatsysteem11Vergrendelingssysteem achter‐
klep, transmissie12Massage lendensteun13Nadraaipomp14Dieseluitlaatsysteem15Uitlaatsensor16Brandstofinjectie17Brandstofinjectie18DieseluitlaatsysteemNr.Stroomkring19Dieseluitlaatsysteem20–21–22ABS23Sproeisysteem voor voorruit en
achterruit24Koplampsproeiers25Verwarming dieselbrandstof26Transmissieregelmodule27Module elektrisch bediende
achterklep28–29Achterruitverwarming30Spiegelverwarming31Diefstalalarmmodule32DC-transformator/led-display/
elektrische verwarming/klimaat‐
regeling/gloeibougieregelaar33Sirene diefstalalarm34Claxon35Aansluiting bagageruimteNr.Stroomkring36Groot licht rechts (halogeen)/
dimlicht rechts (led)37Groot licht links (halogeen)38Led-koplamp/automatische
koplampverstelling39Mistlamp40Centrale gateway-module41'Water in brandstof'-sensor/
waterpomp42Handmatige koplampverstelling43Brandstofpomp44Achteruitkijkcamera/binnen‐
spiegel/aanhangermodule45Led-koplamp, links/automati‐
sche koplampverstelling, links46Instrumentengroep47Stuurslot48Achterruitenwisser49Buitenspiegels50Led-koplamp, rechts/automati‐
sche koplampverstelling, rechts51Linker dimlicht (led)
324TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 166
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............293, 298
Aanduidingen op banden ..........268
Aanhangerstabilisatie ................240
Aanhanger trekken ....................236
Aardgas .............................. 108, 232
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 242
Accu ........................................... 247
Achterlichten .............................. 252
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................221
Achteruitrijlichten .......................149
Actieve noodrem......................... 208
Adaptieve cruise control .....118, 197
AdBlue ................................ 116, 177
Afmetingen auto ........................306
Afslagverlichting ......................... 143
Afstand tot voorligger .................115
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 154
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Alarmknipperlichten ...................147Algemene informatie .................. 235
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
Andere auto slepen ...................288
Antiblokkeersysteem .................187
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 102
Autogegevens ............................ 298
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 142
Automatische versnellingsbak ...180
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 287
Auto stallen ................................. 242
Autostop ..................................... 170
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................276
Bandenspanning .......................269
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 116, 270
Bandenspanningswaarden ........308
Batterijspanning .........................129
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74
325Bekleding.................................... 291
Beladingsinformatie .....................92
Beslagen lampglazen ................149
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 193
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............150, 260
Blindehoeksysteem ....................219
BlueInjection ............................... 177
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................267
Boordinformatie .........................128
Brandstof .................................... 230
Brandstofkeuzeschakelaar ........108
Brandstofmeter .......................... 108
Brandstof voor benzinemotoren 230
Brandstof voor dieselmotoren ...231
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 232
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................99
Buitenverlichting .........................141
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 96
CNG.................................... 108, 232
Conformiteitsverklaring ...............310
Contactslotstanden ....................165Controlelampen ..................106, 111
Controle over de auto ................165
Controles .................................... 243
Cruise control ....................118, 193
D Dagrijlicht ................................... 143
Dagteller .................................... 107
Dak ............................................... 45
Dakbelasting ................................. 92
Dakdrager .................................... 92
DEF ............................................ 177
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 249
Dieseluitlaatvloeistof ...................177
Dimlicht of grootlicht ...................141
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........119
E Elektrisch bediende ruiten ...........42
Elektrische aansluitingen ...........101
Elektrische handrem ...........114, 188
Elektrische handrem defect ........114
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 260
Elektronische rijprogramma's ...
........................................ 182, 187Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ...115
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 191
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............115
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............156
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............314
Event Data Recorders (EDR) .....319
F
FlexOrganizer .............................. 86
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...205
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................184
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..318
Geluidssignalen .........................128
Gereedschap ............................. 267
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................90
Gloeilamp vervangen ................250
Gordels ......................................... 58
Gordelverklikker ......................... 112
Gordijnairbagsysteem .................. 65