Gefeliciteerd met de keuze van uw nieuwe
FCA-voertuig. U kunt er zeker van zijn dat uw
voertuig staat voor nauwkeurig vakmanschap,
exclusieve styling en hoogwaardige kwaliteit.
Rijd ALTIJD veilig en let op de weg. Rijd
ALTIJD veilig met beide handen aan het
stuur. U bent volledig verantwoordelijk voor
en draagt alle risico's met betrekking tot het
gebruik van de functies en toepassingen in
deze auto. Gebruik de functies en toepassin-
gen alleen wanneer dat veilig is. Anders be-
staat er een risico op een ongeval en ernstig
of zelfs dodelijk letsel.
Deze handleiding illustreert en beschrijft de
werking van functies en uitrustingen waar-
mee uw voertuig standaard of optioneel is
uitgerust. In de handleiding kunnen ook
functies en uitrustingen worden beschreven
die niet langer leverbaar zijn of niet voor ditvoertuig zijn gespecificeerd. Beschrijvingen
van functies en uitrustingen die niet op dit
voertuig leverbaar zijn, kunt u negeren. FCA
behoudt zich het recht voor wijzigingen in het
ontwerp en de specificaties aan te brengen,
en/of toevoegingen of verbeteringen in zijn
producten aan te brengen, zonder zich op
enige wijze te verplichten deze aanpassingen
tevens in eerder gefabriceerde producten aan
te brengen.
Deze handleiding is bedoeld om u snel ver-
trouwd te maken met belangrijke voorzienin-
gen in uw voertuig. U vindt in deze handlei-
ding het meeste wat u nodig hebt om uw
voertuig te bedienen en te onderhouden, in-
clusief noodinformatie.
Bedenk dat met betrekking tot het onderhoud
van uw auto, uw erkende dealer uw Jeep
®het
beste kent, deze over door de fabriek ge-trainde monteurs en originele MOPAR
®on-
derdelen beschikt en ervoor zorgt dat u tevre-
den over uw auto blijft.
HOEUUW
INSTRUCTIEBOEKJE
ONLINE KUNT
TERUGVINDEN
Deze uitgave werd samengesteld als referen-
tie om u snel vertrouwd te maken met de
belangrijkste kenmerken en processen van
uw auto. U vindt er het meeste wat u nodig
hebt om uw voertuig te bedienen en te onder-
houden, inclusief noodinformatie en
-procedures.
3
Deze gebruikershandleiding is geen vervanging
voor het volledige instructieboekje, en behan-
delt niet volledig alle handelingen en procedu-
res die mogelijk zijn met uw voertuig.
Voor een meer gedetailleerde beschrijving
van de onderwerpen in deze handleiding, en
informatie over de functies en processen die
niet in deze gebruikershandleiding zijn opge-
nomen, kunt u het volledige instructieboekje
gratis online raadplegen in een printvriende-
lijk PDF-formaat.Voor het volledige instructieboekje of de bijlage
die van toepassing is voor uw voertuig, gaat u
naar het desbetreffende internetadres hieron-
der:
www.mopar.eu/ownerof om toegang tot deze
informatie te krijgen, kunt u ook naar de
websitehttp://aftersales.fiat.com/elum/gaan.
FCA wil een bijdrage leveren aan de bescher-
ming van het milieu en besparing van natuur-
lijke hulpbronnen. Door de meeste gebrui-kersinformatie over uw auto elektronisch in
plaats van op papier te verstrekken, dragen
we samen bij aan vermindering van de vraag
naar producten die bomen als grondstof ge-
bruiken en verlagen we de belasting van het
milieu.
4
CRUISECONTROL.................... 182Activeren..................... 182
De gewenste snelheid instellen........ 183
Snelheid hervatten............... 183
Deactiveren.................... 183
ADAPTIEVE CRUISECONTROL (ACC)......... 183Activering..................... 184
Gewenste ACC-snelheid instellen....... 184
De snelheid aanpassen............. 184
Hervatten..................... 186
Uitschakelen................... 186
Volgafstand instellen.............. 186
Modus wijzigen.................. 187
PARKSENSE PARKEERHULPSYSTEEM........ 188ParkSense sensoren............... 188
ParkSense in- en uitschakelen......... 188
Display in de instrumentengroep....... 188
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense..................... 189
PARKSENSE PARKEERSENSOREN VOOR EN
ACHTER......................... 190
ParkSense sensoren............... 190
In-/uitschakelen................. 191
In- en uitschakelen............... 191
Rijden met aanhanger.............. 191
Algemene waarschuwingen........... 192
ACTIEF PARKEERHULPSYSTEEM PARKSENSE — INDIEN
AANWEZIG....................... 192
RIJSTROOKDETECTIE.................. 193
Werking van rijstrookdetectie.......... 193
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen..... 194
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie . . . 194
Status van rijstrookdetectie wijzigen..... 196
PARKVIEW ACHTERUITRIJCAMERA — INDIEN
AANWEZIG....................... 196BRANDSTOF TANKEN................. 197
BRANDSTOF TANKEN — DIESELMOTOR....... 199
AdBlue (UREUM) — indien aanwezig.... 201
TREKKEN VAN EEN AANHANGER........... 204Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten).............. 205
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER...... 206Slepen van deze auto achter een ander
voertuig...................... 206
Slepen achter een camper — modellen met
voorwielaandrijving (FWD)........... 206
Slepen achter een camper - 4X4-modellen . 207
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN......... 208
GLOEILAMPEN VERVANGEN.............. 208
Vervangingslampen............... 208
Gloeilampen buitenverlichting vervangen . . 209
ZEKERINGEN...................... 210Algemene informatie.............. 210
Zekeringen onder de motorkap......... 210
Interieur, zekeringen............... 218
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK VAN DE KRIK . 219Plaats van krik en reservewiel......... 219
Voorbereidingen voor het opkrikken...... 220
Instructies bij opkrikken............ 221
Origineel wiel monteren............. 224
Verklaring van conformiteit........... 224
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de
krik......................... 227
BANDENSERVICEKIT — INDIEN AANWEZIG..... 228Opslagplaats van bandenservicekit...... 228
Onderdelen en gebruik van de
bandenservicekit................. 228Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van
bandenservicekit................. 229
Een band repareren met de
bandenservicekit................. 230
STARTEN MET STARTKABELS............. 234Voorbereiding voor het starten met
startkabels..................... 234
Starten met startkabels............. 235
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR.......... 236
SCHAKELHENDEL ONTGRENDELEN.......... 237
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJ KRIJGEN . . . 238
SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH......... 239
Zonder sleutelhouder.............. 241
Modellen met voorwielaandrijving (FWD) . . 241
4X4-Modellen................... 241
Bergingskabel — indien aanwezig....... 242
UITGEBREID ONGELUKKENRESPONSSYSTEEM
(EARS)......................... 243
EVENT DATA RECORDER (EDR)............ 243
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD................ 244Gepland onderhoud — benzinemotor..... 244
Gepland onderhoud — dieselmotor...... 249
MOTORCOMPARTIMENT............... 2542,0-liter motor.................. 254
2.4-liter motor.................. 255
3.2-liter motor.................. 256
2.2-liter dieselmotor............... 257
Oliepeil controleren............... 258
Koelsysteem................... 259
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen...... 259
Remsysteem................... 260
INHOUD
12
Handgeschakelde versnellingsbak — indien
aanwezig...................... 261
Automatische versnellingsbak......... 261
Onderhoudsvrije accu.............. 262
DEALERSERVICE.................... 262Ruitenwisserbladen............... 263
HET VOERTUIG OMHOOG TE BRENGEN........ 268
BANDEN........................ 268
Banden — Algemene informatie....... 268
Type banden................... 273
Reservewielen — indien aanwezig...... 274
Verzorging van velgen en wieldoppen.... 276
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) . . . 277
Aanbevelingen voor het rouleren van
banden....................... 278
HET VOERTUIG STALLEN............... 279
CAROSSERIE...................... 280
Behoud van de carosserie............ 280
INTERIEUR....................... 281Stoelen en bekleding.............. 281
Kunststof- en gelakte onderdelen....... 282
Lederen onderdelen............... 283
Ruitoppervlakken................ 283
TECHNISCHE SPECIFICATIES
CHASSISNUMMER (VIN)............... 284
AANHAALMOMENTEN VOOR VELGEN EN BANDEN . 285
Voorgeschreven aanhaalmomenten...... 285
BRANDSTOFVEREISTEN — BENZINEMOTOREN . . . 2852,0-liter motor.................. 285
2,0-liter en 3,2-liter motoren......... 286
Brandstofadditieven............... 286
Brandstoflabel voldoet aan EN16942.... 286
BRANDSTOFVEREISTEN — DIESELMOTOR...... 288Brandstoflabel voldoet aan EN16942.... 289
VLOEISTOFINHOUD................... 291
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN......... 292
Motor........................ 292
Chassis....................... 295
BRANDSTOFVERBRUIK EN CO2-EMISSIES...... 295
MOPAR ACCESSOIRES................. 296
Originele accessoires van Mopar........ 296
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID................... 298
UCONNECT 3 SYSTEEM MET 5–INCH DISPLAY — INDIEN
AANWEZIG....................... 299
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch display . . 299
Klok instellen.................. 300
Audio-instelling.................. 300
Bediening van de radio............. 301
Gesproken tekstberichten beantwoorden (niet
compatibel met iPhone)............ 301
Apps — indien aanwezig............ 302
UCONNECT 4 MET 7-INCH DISPLAY......... 303Overzicht Uconnect 4.............. 303
Menubalk slepen en neerzetten........ 305
Radio....................... 306
Android Auto — indien aanwezig....... 307
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................... 309
Apps — indien aanwezig............ 310
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-INCH DISPLAY . . 311Overzicht Uconnect 4C/4C NAV........ 311
Menubalk slepen en neerzetten........ 312
Radio....................... 313Android Auto — indien aanwezig....... 314
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................... 318
Apps — indien aanwezig............ 321
INSTELLINGEN VAN UCONNECT........... 321
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN ALGEMENE
INFORMATIE...................... 322
Stuurbedieningselementen geluidsinstallatie. 322
BEDIENING AUX/USB/MP3 — INDIEN AANWEZIG . 324
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN AANWEZIG..... 325
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen............ 325
Nuttige plaatsen vinden............. 327
Een locatie vinden door de naam in te
voeren....................... 327
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................... 327
Uw thuisadres instellen............. 327
Home........................ 328
Een tussenstop invoegen............ 329
Een omleiding volgen.............. 329
Kaartupdate.................... 329
UCONNECT PHONE.................. 330Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................... 330
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem.... 333
Algemene telefoonopdrachten (voorbeelden). 337
Microfoon uitschakelen (of inschakelen) tijdens
gesprek...................... 337
Actieve gesprekken doorverbinden tussen handset
en voertuig.................... 337
Phonebook (telefoonboek)........... 338
Tips voor spraakbediening........... 338
13
Het volume wijzigen............... 338
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken . . . 338
Binnenkomende SMS-berichten....... 339
Handige tips en veelgestelde vragen voor het
verbeteren van de Bluetooth-prestaties met uw
Uconnect systeem................ 340
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHERKENNING
UCONNECT...................... 341
Introductie Uconnect.............. 341
Aan de slag.................... 342
Basisspraakcommando's............ 343
Radio........................ 343
Media....................... 344
Phone (telefoon)................. 345
Beantwoording gesproken tekstberichten . . 346
Klimaatregeling.................. 347
Navigatie (4C NAV)............... 347
Siri Eyes Free — Indien aanwezig...... 348
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken.... 348
Android Auto — indien aanwezig....... 349
Apple CarPlay — indien aanwezig....... 350
Meer informatie................. 351
KLANTENSERVICE
WANNEER U ASSISTENTIE NODIG HEBT....... 352ARGENTINIË................... 353
AUSTRALIË.................... 353
OOSTENRIJK................... 353
BALANCE OF THE CARIBBEAN........ 353
BELGIË...................... 354
BOLIVIA...................... 354
BRAZILIË..................... 354
BULGARIJE.................... 354
CHILI........................ 354
CHINA....................... 355
COLOMBIA.................... 355COSTA RICA................... 355
KROATIË..................... 355
TSJECHIË..................... 355
DENEMARKEN.................. 356
DOMINICAANSE REPUBLIEK......... 356
ECUADOR..................... 356
EL SALVADOR.................. 356
ESTLAND..................... 356
FINLAND..................... 357
FRANKRIJK.................... 357
DUITSLAND................... 357
GRIEKENLAND.................. 358
GUATEMALA................... 358
HONDURAS.................... 358
HUNGARY..................... 358
INDIA....................... 358
IERLAND..................... 359
ITALIË....................... 359
LETLAND..................... 359
LITOUWEN.................... 360
LUXEMBURG................... 360
NEDERLAND................... 360
NIEUW-ZEELAND................ 360
NOORWEGEN................... 361
PANAMA...................... 361
PARAGUAY.................... 361
PERU....................... 361
POLEN....................... 361
PORTUGAL.................... 362
PORTO RICO EN DE AMERIKAANSE
MAAGDENEILANDEN.............. 362
REUNION..................... 362
ROEMENIË.................... 362
RUSLAND..................... 362
SERVIË ...................... 363
SLOWAKIJE.................... 363SLOVENIË..................... 363
ZUID-AFRIKA................... 363
SPANJE...................... 364
ZWEDEN...................... 364
ZWITSERLAND.................. 364
TAIWAN ...................... 365
TURKIJE...................... 365
OEKRAÏNE.................... 365
VERENIGD KONINKRIJK............ 365
URUGUAY..................... 366
VENEZUELA................... 366
INDEX....................... 369
INHOUD
14
WAARSCHUWING!
• Het is zeer gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de laad-
ruimte. Bij een ongeval lopen personen
in deze ruimte een groter risico op ern-
stig of dodelijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels.
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
De achterbank neerklappen
1. Til de ontgrendelhendel van de rugleuning
die zich bevindt aan de bovenste buiten-
rand van de bank, omhoog. Als uw auto is
uitgerust met een verschuifbare achter-
bank, kunt u ook aan de treklus trekken,
die zich bevindt op de middelste buiten-
rand van de bank.
2. Klap de rugleuning van de achterbank
helemaal naar voren.OPMERKING:
Als de achterbank langdurig opgeklapt blijft,
kan dit leiden tot vervorming van het zitkus-
sen door de gespen van de veiligheidsgordels.
Dit is normaal en wanneer de achterbank
weer recht is gezet, neemt het zitkussen na
verloop van tijd weer zijn gewone vorm aan.
Achterbank recht klappen
OPMERKING:
Wanneer inferentie van de laadruimte ervoor
zorgt dat de rugleuning niet volledig kan
vergrendelen, zult u problemen ondervinden
om de stoel weer terug te zetten in zijn
normale stand.
Klap de rugleuning van de achterbank recht
en zet hem vast.
WAARSCHUWING!
Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, biedt de zitting onvoldoende
stabiliteit voor kinderzitjes en/of passa-
giers. Een instabiele zitting kan leiden tot
ernstig letsel.
Geheugenstoel — indien aanwezig
Met de geheugenfunctie voor de stoel kunt u
twee verschillende standen voor de bestuur-
dersstoel, de buitenspiegel aan de bestuur-
derszijde en voorkeurzenders van de radio
opslaan. De knoppen voor het stoelgeheugen
bevinden zich op het bestuurdersportier.
Schakelaar geheugenfunctie bestuurder
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
30
del. Raadpleeg "Ruitenwisser/-sproeier
achterruit" in deze paragraaf voor informatie
over de achterruitwisser/-sproeier.Bediening van de ruitenwissers
Draai het uiteinde van de hendel naar een van
de eerste vier klikstanden voor intervalwis-
sen, de vijfde klikstand voor een lage wissnel-
heid en de zesde klikstand voor een hoge
wissnelheid.
LET OP!
Verwijder altijd achtergebleven sneeuw als
die verhindert dat de wisserbladen terug-
keren naar de ruststand. Wanneer de rui-
tenwisserschakelaar is uitgezet en de wis-
serbladen niet kunnen terugkeren naar de
ruststand, kan dat schade toebrengen aan
de ruitenwissermotor.
OPMERKING:
Bedien de ruitenwissers niet wanneer de bla-
den van de voorruit zijn opgeheven.
Werking van de ruitensproeier
Trek de hendel naar achteren naar u toe en
houd deze in die stand zolang u de ruiten-
sproeiers wilt inschakelen.
WAARSCHUWING!
Een plotselinge verslechtering van het
zicht door de voorruit kan tot aanrijdingen
leiden. Mogelijk ziet u andere voertuigen
of obstakels over het hoofd. Voorkom plot-
selinge ijsvorming op de voorruit door de
voorruit eerst te verwarmen met de
ontdooi-inrichting voordat u de ruiten-
sproeier gebruikt.
Wasem
Gebruik de tipfunctie als het weer vereist dat
de ruitenwissers af en toe gebruikt worden.
Duw de hendel omhoog naar de stand MIST
en laat hem los voor één wisbeweging.
OPMERKING:
De MIST-functie schakelt de sproeierpomp
niet in. Er wordt daarom geen ruitensproeier-
vloeistof op de voorruit gesproeid. De wis-
functie moet worden gebruikt om ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit te sproeien.
Bedieningshendel ruitenwissers/-sproeier
1 — Indrukken voor ruitensproeier ach-
ter
2 — Draaien voor ruitenwisser achter
3 — Draaien voor ruitenwisser vóór
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
44
kerlampjes worden indien van toepassing
eerst weergegeven. Het systeemcontrole-
menu kan er anders uitzien op basis van
uitrusting en opties en de huidige status van
het voertuig. Sommige verklikkerlampjes zijn
optioneel en worden mogelijk niet weergege-
ven.
Rode waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje voor de vei-
ligheidsgordels
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
veiligheidsgordel van de bestuurder of passa-
gier niet is vastgemaakt. Wanneer het contact
de eerste keer in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet en als de veiligheidsgor-
del van de bestuurder is losgegespt, klinkt er
een geluidssignaal en gaat het lampje aan.
Als tijdens het rijden de veiligheidsgordel van
de bestuurder of de voorpassagier niet is
vastgegespt, gaat het waarschuwingslampje
voor de veiligheidsgordels branden of knippe-
ren en klinkt er een geluidssignaal.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssyste-
men voor inzittenden" in het hoofdstuk "Vei-
ligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit waarschuwingslampje gaat branden bij
een storing in de airbag. Het lampje gaat ter
controle vier tot acht seconden branden als
de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC/ON/RUN wordt gezet. Dit lampje gaat
branden met één geluidssignaal wanneer er
een storing in de airbag is gedetecteerd en
blijft branden totdat de storing is verholpen.
Wanneer het lampje niet brandt tijdens het
starten, blijft branden of gaat branden tijdens
het rijden, moet het systeem zo snel mogelijk
door een erkende dealer worden nagekeken.
— Waarschuwingslampje voor het
remsysteem
Dit waarschuwingslampje geeft verschillende
functies van het remsysteem aan, zoals het
remvloeistofpeil en het aantrekken van de
handrem. Als het waarschuwingslampje voor
het remsysteem gaat branden, is het mogelijk
dat de handrem is aangetrokken, het vloei-
stofpeil in het remvloeistofreservoir te laag is
of dat zich een probleem voordoet met het
ABS-systeem.Als het lampje blijft branden wanneer de
handrem niet is aangetrokken en het rem-
vloeistofpeil in het reservoir van de hoofdrem-
cilinder zich ter hoogte van het Full-
merkteken bevindt, kan er sprake zijn van een
storing in het hydraulische remcircuit of is er
een probleem met de rembekrachtiging gede-
tecteerd door het ABS-systeem / elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESC). In dat geval
blijft het lampje branden tot de oorzaak is
verholpen. Als het probleem verband houdt
met de rembekrachtiging, zal de ABS-pomp
actief zijn tijdens het remmen en voelt u
mogelijk een trilling in het rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen
voor reserve-remvermogen als ergens een sto-
ring optreedt in het hydraulisch systeem. Als
er in één helft van het dubbele remsysteem
sprake is van lekkage, geeft het waarschu-
wingslampje voor het remsysteem dit aan;
het lampje gaat branden wanneer het rem-
vloeistofpeil in de hoofdcilinder is gedaald tot
onder een bepaald niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.
73