Koelsysteem
WAARSCHUWING!
• Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand-
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
• Houd uw handen, gereedschap, kleding
en sieraden uit de buurt van de radia-
teurventilator wanneer de motorkap is
geopend. De ventilator start automatisch
en kan op elk moment starten, of de
motor loopt of niet.
• Draai de contactsleutel in de OFF-stand,
als u werkzaamheden gaat verrichten in
de buurt van de radiateurventilator. De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan
op elk moment gaan draaien indien het
contact in de stand ON staat.
Motorkoelvloeistofcontroles
Controleer de koelvloeistof (antivries) elk jaar
(bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als de
koelvloeistof (antivries) vuil is, moet het sys-
teem worden afgetapt en doorgespoeld en
daarna met verse OAT-koelvloeistof (conform
MS.90032) door een erkende dealer worden
gevuld. Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insectenresten,
bladeren, enz. Spuit de voorzijde van de con-
densor indien nodig voorzichtig verticaal
vanaf de bovenkant schoon met een tuin-
slang.
Controleer de slangen van het motorkoelsys-
teem op broos rubber, barsten, scheuren,
insnijdingen en vloeistofdichte aansluiting
aan koelvloeistofreservoir- en radiateurzijde.
Controleer het hele systeem op lekkage. VER-
WIJDER DE RADIATEURDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen
De ruitensproeiers vóór en achter maken ge-
bruik van hetzelfde vloeistofreservoir. Het
vloeistofreservoir bevindt zich vóór in het mo-
torcompartiment. Controleer regelmatig de
inhoud van het reservoir. Vul het reservoir met
een ruitensproeieroplossing (geen radiateur-
antivries) en laat het systeem enkele secon-
den werken om het restwater weg te spoelen.
Breng, wanneer u het ruitensproeiervloei-
stofreservoir bijvult, wat ruitensproeiervloei-
stof aan op een doek en veeg hiermee de
ruitenwisserbladen schoon. Hierdoor wordt
de wiswerking verbeterd.
Om te voorkomen dat uw ruitensproeiersys-
teem bij koud weer bevriest, dient u een
oplossing of mengsel te kiezen dat geschikt is
voor het klimaat in uw omgeving. Deze infor-
matie treft u aan op de meeste flessen met
ruitensproeiervloeistof.
259
OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie-
regelsysteem kan de garantie vervallen en
bent u strafbaar.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een be-
paalde werkzaamheid uit te voeren, breng
dan uw auto naar een vakkundige monteur.
Ruitenwisserbladen
Reinig de rubberdelen van de wisserbladen
en de voorruit regelmatig met een spons of
zachte doek en een mild niet-schurend reini-
gingsmiddel. U verwijdert zo de resten van
strooizout of olie.Als de ruitenwissers langdurig worden ge-
bruikt terwijl de ruit droog is, zullen de wis-
serbladen sneller slijten. Gebruik altijd rui-
tensproeiervloeistof als u met de wissers
strooizout of vuil van een droge voorruit wilt
verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om rijp of ijs
van de voorruit te verwijderen. Zorg dat het
rubber van de wissers niet in aanraking komt
met aardolieproducten zoals motorolie, ben-
zine, enz.
OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbladen is af-
hankelijk van de geografische regio en de
mate van gebruik. Wanneer u merkt dat de
ruitenwissers klapperen of (water)sporen of
natte plekken achterlaten, dan duidt dit op
een slechte werking van de ruitenwisserbla-
den. Wanneer een van deze symptomen zich
voordoet, reinig of vervang dan de ruitenwis-
serbladen.De wisserbladen en ruitenwisserarmen moe-
ten regelmatig worden geïnspecteerd, niet
alleen wanneer de ruitenwisser prestatiespro-
blemen vertoont. Deze inspectie moet de
volgende punten omvatten:
• Slijtage of ongelijke randen
• Vreemd materiaal
• Uitharding of barsten
• Vervorming of moeheid
Als een ruitenwisserblad of wisserarm be-
schadigd is, vervang de betreffende wisser-
arm of het blad door een nieuwe eenheid.
Probeer niet een ruitenwisserarm of blad te
repareren die of dat beschadigd is.
263
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling
kan de stof aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan
een lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de
gordels niet uit de auto om ze te wassen.
Drogen met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels
of slijtplekken vertonen of wanneer de gesp-
sluitingen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de vei-
ligheidsgordels van tijd tot tijd op scheu-
ren, rafels en losse delen. Laat bescha-
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen
of uit elkaar te halen. Gordelsystemen
moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als ze zijn beschadigd (oprol-
WAARSCHUWING!
mechanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.).
Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik een speciaal product om vinylbekle-
ding te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
pervlakken in het interieur kan blijvende
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
• Schade veroorzaakt door dit type pro-
ducten wordt mogelijk niet gedekt door
de standaardgarantie van een nieuw
voertuig.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geen
geval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
SERVICE EN ONDERHOUD
282
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN
Motor
Uw auto is voorzien van een motorolie die
zorgvuldig is ontwikkeld en getest om te vol-
doen aan de eisen van het onderhouds-
schema. Constant gebruik van de voorge-
schreven smeermiddelen garandeert de
brandstofverbruiks- en emissiespecificaties.
De kwaliteit van het smeermiddel is van het
grootste belang voor de werking en de levens-
duur van de motor. Als de voorgeschreven
smeermiddelen niet beschikbaar zijn, mogen
producten die voldoen aan de aangegeven
specificaties worden gebruikt voor het bijvul-
len; optimale prestaties van de motor worden
dan niet gegarandeerd.
Component Vloeistof, smeermiddel of origineel onderdeel
Koelvloeistof Wij raden u het gebruik aan van PARAFLUUPOAT-motorkoelvloeistof
(Organic Additive Technology) of een gelijkwaardig product dat voldoet
aan de eisen van FCA-materiaalnorm MS.90032
Motorolie — (2,0-liter benzinemotor) Wij raden het gebruik aan van SELENIA K POWER, of gelijkwaardige,
API-gecertificeerde SAE 5W-30 volledig synthetische motorolie die vol-
doet aan de Chrysler-materiaalnorm MS-6395.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
292
Component Vloeistof, smeermiddel of origineel onderdeel
Brandstofkeuze – 2.4-liter benzinemotor Minimum octaangetal (RON) 91 (EN228-specificaties)
Brandstofkeuze – 3.2-liter benzinemotor Minimum octaangetal (RON) 91 (EN228-specificaties)
Brandstofkeuze - 2.2-liter dieselmotor Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590)
Additief voor dieselemissies (UREUM) AdBlue (oplossing van ureum en water) volgens DIN 70 070 en ISO
22241-1
LET OP!
•Het mengen van koelvloeistof (antivries)
met andere dan de gespecificeerde OAT-
koelvloeistof/-antivries (Organic Additive
Technology) kan beschadiging van de mo-
tor veroorzaken en de bescherming tegen
roest verminderen. OAT-
motorkoelvloeistof (Organic Additive
Technology) is anders dan HOAT-
koelvloeistof (antivries) (Hybrid Organic
Additive Technology) of andere "univer-
sele" koelvloeistof (antivries) en de mag
hier niet mee worden vermengd. Als u in
een noodsituatie een andere koelvloeistof
(antivries) aan het koelsysteem hebt toe-
gevoegd dan wordt voorgeschreven, moet
het koelsysteem zo snel mogelijk worden
afgetapt, doorgespoeld en bijgevuld met
LET OP!
nieuwe OAT-koelvloeistof (conform
MS.90032) door een erkende dealer.
• Gebruik geen koelvloeistoffen (antivries)
op basis van alleen water of alcohol.
Gebruik geen anticorrosieadditieven of
andere corrosiewerende middelen, om-
dat deze producten mogelijk niet ge-
schikt zijn voor de koelvloeistof en de
radiator kunnen verstoppen.
•
Deze auto is niet ontworpen voor het ge-
bruik van koelvloeistoffen (antivries) op
basis van propyleenglycol. Het gebruik
van koelvloeistoffen (antivries) op basis
van propyleenglycol wordt afgeraden.
• Het gebruik van producten met andere
specificaties dan hierboven vermeld kan
LET OP!
resulteren in motorschade die niet door
de garantie wordt gedekt.
• Gebruik alleen AdBlue conform DIN
70 070 en ISO 22241-1. Andere vloei-
stoffen kunnen schade veroorzaken aan
het systeem: ook de uitstoot zou dan niet
meer voldoen aan de wet.
•
De distributeurs zijn verantwoordelijk voor
de naleving van de wetgeving door hun
product. Neem de voorzorgsmaatregelen
voor opslag en onderhoud in acht om de
kwaliteit in stand te houden. De fabrikant
van de auto aanvaardt geen enkele garan-
tie in het geval van storingen en schade
aan de auto die worden veroorzaakt door
het gebruik van UREUM (AdBlue) dat niet
voldoet aan de voorschriften.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
294
CYBERVEILIGHEID
Uw voertuig is mogelijk verbonden met
draadloze of bekabelde netwerken. Via deze
netwerken kan het voertuig informatie ver-
zenden en ontvangen. Deze informatie zorgt
ervoor dat systemen en functies in uw voer-
tuig goed werken.
Uw auto is mogelijk uitgerust met bepaalde
beveiligingsfuncties voor het verminderen
van het risico op onbevoegde en ongeoor-
loofde toegang tot voertuigsystemen en
draadloze communicatie. Technologie op het
gebied van voertuigsoftware blijft in ontwik-
keling en FCA evalueert deze in samenwer-
king met de leveranciers en neemt indien
nodig de noodzakelijke stappen. Net zoals bij
een computer of andere apparatuur, kunnen
er software-updates nodig zijn voor uw voer-
tuig om de bruikbaarheid en prestaties van
uw systemen te verbeteren en het risico van
onbevoegde en ongeoorloofde toegang tot de
systemen van uw voertuig te verminderen.Het risico van onbevoegde en ongeoorloofde
toegang tot de systemen van uw voertuig kan
nog steeds bestaan, zelfs als de meest re-
cente versie van de voertuigsoftware (zoals
Uconnect software) is geïnstalleerd.
WAARSCHUWING!
• Niet alle mogelijke uitkomsten zijn be-
kend of voorspelbaar wanneer de syste-
men van uw voertuig worden gehackt.
Het is mogelijk dat voertuigsystemen,
waaronder ook veiligheidsgerelateerde
systemen, worden aangetast. Ook kan
het voertuig onbestuurbaar worden wat
kan leiden tot ernstige of zelfs dodelijke
ongevallen.
• Gebruik daarom UITSLUITEND media
(bijv. USB, SD-kaart, of cd) van een
betrouwbare bron in de auto. Media van
onbekende leveranciers kunnen schade-
lijke software bevatten, waarmee de sys-
temen van uw voertuig kunnen worden
gehackt.
• Breng uw voertuig zoals altijd onmiddel-
lijk naar uw dichtstbijzijnde erkende
WAARSCHUWING!
dealer wanneer u vreemd gedrag van het
voertuig bespeurt.
OPMERKING:
• FCA of uw dealer kan rechtstreeks contact
met u opnemen over software-updates.
• Om de beveiliging van het voertuig verder te
verbeteren en het mogelijke risico van een
hack tot een minimum te beperken, dienen
eigenaars van het voertuig het volgende te
doen:
– Alleen media-apparatuur aansluiten
die u vertrouwt (zoals eigen mobiele
telefoons, USB-media, cd's).
De privacy bij draadloze communicatie en
communicatie via kabels kan niet worden
gegarandeerd. Derden kunnen illegaal en
zonder uw toestemming informatie en privé-
communicatie onderscheppen. Raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf "Boorddi-
agnosesysteem (OBD II) en cyberveiligheid"
in het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel
leren kennen" in uw instructieboekje.
MULTIMEDIA
298
Bediening van de radioVoorkeurzenders handmatig opslaan
De radio kan maximaal 12 voorkeurzenders
opslaan in elke radiomodus. Bovenaan in het
radioscherm worden vier voorkeurzenders
weergegeven. Als u de schermtoets "All" (alle)
kiest in het beginscherm van een radiomo-
dus, worden alle voorkeurzenders voor die
modus weergegeven.
Volg de onderstaande stappen om een voor-
keurzender handmatig op te slaan:
1. Stem af op de gewenste zender.
2. Houd de schermtoets met het gewenste
cijfer langer dan twee seconden ingedrukt
of tot u een bevestigingstoon hoort.
Toetsen voor zoeken volgende/vorige
• Druk op de toets Seek up (vooruit zoeken)
of Seek down (achteruit zoeken) om radio-
zenders op de AM-, FM- of DAB-frequenties
te zoeken.
• Houd een van de toetsen voor zoeken inge-
drukt om zonder te stoppen zenders te
passeren.Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)
Nadat uw Uconnect systeem is gekoppeld
aan een compatibel mobiel apparaat, kan het
systeem een nieuw binnenkomende SMS-
berichten aankondigen en aan u voorlezen via
het audiosysteem van de auto. U kunt op dit
bericht antwoorden via spraakherkenning,
door één van de 18 vooraf gedefinieerde
berichten te selecteren of uit te spreken.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Druk op de toets Voice Recognition (VR,
spraakherkenning)
of de toets Phone
en wacht op de pieptoon. Zeg vervolgens
"reply" (antwoorden). Uconnect geeft de
volgende prompt: "Please say the message
you would like to send" (Spreek het be-
richt in dat u wilt verzenden).”
2. Wacht op de pieptoon en zeg een van de
vooraf gedefinieerde berichten. (Als u het
niet zeker weet, kunt u "help" zeggen).
Uconnect leest vervolgens de toegestane
vooraf gedefinieerde berichten voor.
Bediening van de radio
1 — Radiovoor-
keurzenders
2 — Alle voor-
keurzenders
3 — Volgende
zoeken
4 — Audio-
instellingen5 — Zenderin-
formatie
6 — Direct af-
stemmen
7 — Frequentie
8 — Vorige zoe-
ken
301
3. Zodra u het bericht hoort dat u wilt ver-
zenden, kunt u de lijst met prompts on-
derbreken door te drukken op de toets
Uconnect Phone en het uitspreken van de
zin. Uconnect bevestigt het bericht door
het opnieuw aan u voor te lezen.
4. Druk op de toets Phone en zeg "Send"
(verzenden).
VOORAF GEDEFINIEERDE SMS-ANTWOORDEN
VOOR SPRAAKHERKENNING
Yes (ja).Stuck in traf-
fic (Sta in de
file).See you later
(Tot straks).
No (nee).Start without
me. (Begin
maar zonder
mij).I'll be late (Ik
kom later).
Okay (OK).Where are
you? (Waar
ben je?)I will be <5,
10, 15, 20,
25, 30, 45,
60>* mi-
nutes late (Ik
kom
minuten la-
ter). Call me (Bel
me).Are you there
yet? (Ben je
er al?)
VOORAF GEDEFINIEERDE SMS-ANTWOORDEN
VOOR SPRAAKHERKENNING
I'll call you
later (Ik bel
je straks).I need direc-
tions (Ik heb
aanwijzingen
nodig).See you in
<5, 10, 15,
20, 25, 30,
45, 60>*
minutes (Ik
zie je over
nuten). I'm on my
way (Ik ben
onderweg).Can't talk
right now (Ik
kan nu niet
spreken). I'm lost (Ik
ben ver-
dwaald).Thanks (Be-
dankt).
*Gebruik alleen de vermelde nummering, an-
ders zet het systeem het bericht mogelijk niet
correct om.
OPMERKING:
Beantwoording gesproken tekstberichten en
functies voor gesproken tekstberichten verei-
sen een compatibele mobiele telefoon met
ingeschakeld Bluetooth Message Access Pro-
file (MAP). iPhone en enkele andere smart-
phones bieden momenteel mogelijk geen vol-
ledige ondersteuning voor Bluetooth MAP.
Raadpleeg driveuconnect.eu of een erkende
dealer voor informatie over de compatibiliteit
van het systeem met apparaten.Siri Eyes Free — Indien aanwezig
Met Siri kunt u uw stem gebruiken om SMS-
berichten te verzenden, media te selecteren,
telefoongesprekken te beginnen en nog veel
meer. Siri gebruikt natuurlijke taal om te
begrijpen wat u bedoelt en reageren om uw
verzoeken te bevestigen. Siri helpt u met het
uitvoeren van nuttige taken, zodat u uw ogen
op de weg kunt houden en uw handen aan
stuurwiel.
Om Siri te activeren, houdt u de toets
Uconnect Voice Recognition (spraakherken-
ning) op het stuurwiel ingedrukt en laat u
deze weer los. Nadat u twee pieptonen hebt
gehoord, kunt u Siri vragen podcasts en mu-
ziek af te spelen, routebeschrijvingen te ma-
ken, SMS-berichten voor te lezen en nog veel
meer.
Apps — indien aanwezig
Om de apps te openen, drukt u op de toets
"More" (meer), en drukt u vervolgens op de
toets "Apps" om naar de lijst met toepassin-
gen te gaan:
• EcoDrive
• MyCar
MULTIMEDIA
302