Run-flat-banden — indien aanwezig
Run-flat-banden maken het mogelijk om
80 km (50 mijl) te rijden met 80 km/u
(50 mph) na een snel verlies van banden-
spanning. Dit snelle verlies van spanning
wordt de run-flat-modus genoemd. Een run-
flat-modus treedt op bij een bandenspanning
van 14 psi (96 kPa) of lager. Zodra een
run-flat-band de run-flat-modus bereikt,
heeft deze slechts beperkte rij-
eigenschappen en moet deze onmiddellijk
worden vervangen. Een run-flat-band is niet
te repareren. Als een run-flat-band wordt ver-
wisseld na het rijden met te lage banden-
spanning, vervang dan de bandenspannings-
sensor aangezien deze niet is gemaakt om te
worden hergebruikt wanneer met een run-
flat-modus is gereden (14 PSI (96 kPa)).
OPMERKING:
De bandenspanningssensor moet worden ver-
vangen na het rijden met een lekke band.
Het wordt niet aanbevolen met een voertuig
te rijden met vol laadvermogen of een
aanhanger/caravan te trekken terwijl een
band in de run-flat-modus loopt.Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.
Doorslippen van de wielen
Als u vast komt te zitten in modder, zand,
sneeuw of ijs, mag u de wielen niet sneller
dan 30 mph (48 km/uur) of meer dan 30 se-
conden continu laten draaien zonder te stop-
pen.
Raadpleeg de paragraaf "Een vastzittende
auto weer vrijkrijgen" in het hoofdstuk "In
geval van nood/pech" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Het laten doorslippen van de wielen is
gevaarlijk. De krachten die vrijkomen bij te
hoge wielsnelheden kunnen de banden
beschadigen of lek raken. Er kan een band
exploderen, waardoor iemand gewond kan
raken. Laat de wielen van uw auto niet met
een hogere snelheid dan 48 km/u
(30 mph) of langer dan 30 seconden con-
tinu doorslippen. Zorg er ook voor dat er
geen personen aanwezig zijn in de nabij-
heid van een doorslippend wiel, ongeacht
de snelheid waarmee het wiel ronddraait.
Bandenslijtage-indicatoren
In de originele banden zijn bandenslijtage-
indicatoren aangebracht, die u helpen te be-
palen wanneer uw banden moeten worden
vervangen.
Deze indicatoren zijn in de bodem van het
profiel geperst. Ze worden zichtbaar als de
profieldiepte nog slechts 1,6 mm (1/16 inch)
bedraagt. Als het loopvlak is versleten tot op
de bandenslijtage-indicatoren, moet de band
worden vervangen.
Zie “Vervangende banden” in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
Loopvlak
1 — Versleten band
2 — Nieuwe band
271
ParkSense,
vóór en achter..............190
ParkSense, parkeersensoren........192
ParkSense-systeem.............190
ParkSense-systeem, achter........188
ParkSense-systeem achter.........188
ParkSense-systeem vóór en achter. . . .190
Passive Entry..................24
Peilstokken,
(motor)olie................258
Persoonlijk hoofdmenu.......305, 312
Phonebook (telefoonboek).........338
Phone (Uconnect),
koppelen.................333
Portieren....................24
Portierontgrendeling met
afstandsbediening.............18
Portier open................74, 75
Radiaalbanden................270
Radio,
voorkeurzenders......301, 306, 313
Radioschermen............303, 311
Ramen,
elektrisch bediend............57
Regeling afdaling...............95
Reinigen van glasoppervlakken......283Reiniging,
wielen...................276
Rembekrachtiging...........87, 102
Remregelsysteem...............87
Remsysteem.................260
Remsysteem,
handrem.................160
hoofdremcilinder............260
remvloeistofpeil controleren . .260, 295
waarschuwingslampje..........73
Remvloeistof.............260, 295
Reservebanden............274, 275
Richtingaanwijzers......39, 43, 83, 156
Rijden bij lage temperaturen.......157
Rotatie, banden...............278
Rugleuning bestuurdersstoel kantelen . .28
Ruitensproeiers................43
Ruitensproeiers,
vloeistof.................
.259
Ruitensproeiers voorruit..........259
Ruitenwisserbladen.............263
Ruitenwissers, intervalschakeling.....43
Ruitenwissers, regensensor.........45
Ruitenwissers vóór...........43, 259
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .263
Ruitenwissersysteem met regensensor . .45Ruitontdooier.................154
Schakelen,
automatische versnellingsbak.....167
handgeschakelde versnellingsbak . .162
Schakelflippers...............168
Schakelhendel ontgrendelen.......237
Schema, onderhoud.............244
Schoudergordels...............114
Selec-Terrain.................175
Sentry Key, vervangen............19
Servicehulp..................352
Siri.......................348
Slepen.................205, 239
Slepen,
handleiding................205
trekgewicht................205
voertuig met pech............239
vouwwagen of caravan.........206
Slepen achter een camper.........206
Slepen, achter een camper........206
Slepen van een auto met pech......239
Sleutelhouder.................17
Sleutelhouder,
het alarm inschakelen..........23
het alarm uitschakelen..........24
Sleutels.....................17
373