DASHBOARD
De aanwezigheid, de symbolen en de plaats van de panelen, bedieningselementen, instrumenten en lampjes kunnen variëren
afhankelijk van de verschillende versies.
A: hendel lichten/richtingaanwijzers – B: audio bedieningselementen op het stuurwiel – C: instrumentenpaneel – D:
hoogteregeling koplampen – E: audio bedieningselementen op het stuurwiel – F: hendel ruitenwisser/-sproeier en
achterruitwisser/-sproeier – G: Elektrische stuurbekrachtiging Dualdrive (CITY-functie) / ECO-functie – H:Uconnect™–I:
centrale luchtroosters – L: mistlampen/mistachterlichten – M: passagiersairbag – N: luchtroosters aan zijkant – O:
handschoenenkastje – P: alarmknipperlichten en schakelaar – Q: bedieningselementen klimaatregeling – R: elektrische ruit
rechts – S: versnellingspook– T: elektrische ruit links U: ASR-OFF-knop – V: contactslot – W: Hendel Cruise Control/Speed
Limiter – X: hendel hoogteregeling stuurwiel – Z: bestuurdersairbag
1F0S0641
8
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Dashboard met Sportstuurwiel
A: hendel lichten/richtingaanwijzers – B: audio bedieningselementen op het stuurwiel – C: instrumentenpaneel – D:
hoogteregeling koplampen – E: audio bedieningselementen op het stuurwiel – F: hendel ruitenwisser/-sproeier en
achterruitwisser/-sproeier – G: Elektrische stuurbekrachtiging Dualdrive (CITY-functie) / ECO-functie – H:Uconnect™–I:
centrale luchtroosters – L: mistlampen/mistachterlichten – M: passagiersairbag – N: luchtroosters aan zijkant – O:
handschoenenkastje – P: alarmknipperlichten en schakelaar – Q: bedieningselementen klimaatregeling – R: elektrische ruit
rechts – S: versnellingspook– T: elektrische ruit links U: ASR-OFF-knop – V: contactslot – W: Hendel Cruise Control/Speed
Limiter – X: hendel hoogteregeling stuurwiel – Z: bestuurdersairbag
2F0S0642
9
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
Ontsteking Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Draai knop rechtsom/linksom
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
BROWSE
ENTERDoor de lijst bladeren of op een radiozender afstemmen of
vorig/volgend nummer selecterenDraai knop rechtsom/linksom
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
INFOKeuze weergavemodus (Radio, Media Player) Knop kort indrukken
AUDIOToegang tot audio-instelling en instelfuncties Knop kort indrukken
MENUToegang tot het menu Instellingen Knop kort indrukken
MEDIAUSB-bronselectie Knop kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
1-2-3-4-5-6Huidige radiozender opslaan Toets lang indrukken
Opgeslagen radiozender oproepen Knop kort indrukken
A-B-CSelectie van de groep voorkeuzezenders of selectie van de
gewenste letter in elke lijstKnop kort indrukken
Zoeken naar vorige radiozender of selectie van vorig nummer
USBKnop kort indrukken
Scannen van lagere frequenties tot de toets wordt
losgelaten/Snel terugspoelen nummer van USBToets lang indrukken
190
MULTIMEDIA
Knop Bediening (drukken/draaien)
Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
In-/uitschakelen van de Pauze van de bron USB
In-/uitschakelen van de Mute-functie van de radiobron
+/–
Kort indrukken: volume verhogen/verlagen in afzonderlijke stappen
Ingedrukt houden: volume continu verhogen/verlagen tot de toets wordt losgelaten
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt losgelaten
Kort indrukken (USB-modus): selectie van vorige/volgende nummer
Lang indrukken (USB-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de toets wordt losgelaten
SRC
selecteer beschikbare audiobronnen: Radio of USB
193
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
RADIO (TUNER) MODUS
Het systeem is voorzien van de
volgende tuners: AM, FM.
Selectie radio-modus
Druk op de RADIO-knop op het
voorpaneel om de radio in te
schakelen.
Keuze golfband
De verschillende tunerfuncties kunnen
gekozen worden door de RADIO-toets
op het voorpaneel in te drukken.
Weergegeven informatie
Nadat het gewenste radiostation op het
display is gekozen, wordt de volgende
informatie getoond (INFO-functie
ingeschakeld):
In het bovenste gedeelte: het
voorkeuzestation, de tijd en de overige
actieve radio-instellingen worden
aangegeven (bijv. TA).In het middelste gedeelte: de naam
van het huidige station, de frequentie
en de radiotekstinformatie (indien
aanwezig) worden weergegeven.
Lijst FM-stations
Druk op de toets/knop BROWSE
ENTER om de volledige lijst van de
FM-stations die ontvangen kunnen
worden weer te geven.
Opslaan van AM/FM-radiostations
De voorkeuzestations zijn in alle
systeemmodi beschikbaar en kunnen
gekozen worden door een van de
voorkeuzetoetsen1-2-3-4-5-6op het
frontpaneel aan te raken.
Als op een radiostation is afgestemd
dat opgeslagen moet worden, druk dan
op de betreffende voorkeuzetoets en
houd deze ingedrukt totdat ter
bevestiging een geluidssignaal wordt
afgegeven.
Selectie AM/FM radiostation
Zoek naar het gewenste radiostation
door op de knop
ofte
drukken, de bedieningselementen op
het stuurwiel
te gebruiken of
aan de “BROWSE/ENTER”-knop te
draaien.Vorige/volgende radiostation
zoeken
Druk kort op de toets
ofof
gebruik het wieltje van de
bedieningselementen op het stuurwiel
: wanneer de knop wordt
losgelaten, wordt het vorige of volgende
radiostation weergegeven.
Snel vorige/volgende radiostation
zoeken
Houd de toets
ofingedrukt om
het snel zoeken te starten: wanneer
de toets wordt losgelaten, hoort men
het eerste radiostation waarop
afgestemd kan worden.
MEDIA-MODUS
Deze paragraaf beschrijft de interactie
met de USB.
Audiobron selecteren
Druk op de MEDIA-knop om de
USB-audiobron te selecteren.
194
MULTIMEDIA
Radio Off Delay (vertrag. uitsch.
radio): houdt de radio een bepaalde
tijd ingeschakeld nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid.
Audio modus
Druk kort op de toets AUDIO op het
frontpaneel om het menu instellingen
"Audio" te openen.
Het menu omvat de volgende opties:
HOOG: aanpassing hoge tonen;
MID: aanpassing middelhoge tonen;
BASS: aanpassing van lage tonen;
BALANCE: balancering van speaker
rechts/links;
SVC: snelheidsaanpassing op basis
van de voertuigsnelheid;
LOUDNESS: verbetering audio bij
laag volume;
196
MULTIMEDIA
Systeem in-/
uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radiomodus
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiozendeers;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Door middel van het menu "Audio"
kunnen de volgende aanpassingen
worden uitgevoerd:
"Equalizer" (waar aanwezig);
“Balance” (audiobalans links/rechts);
"Volume / Snelheid" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Auto-On Radio";
"Vertrag. uitsch. radio"
Druk op de toets
/ Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
Media-modus
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB ofBluetooth®.
Toepassingen die worden gebruikt op
draagbare apparaten zijn mogelijk
niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde Media-modus, de
knoppen
/kort indrukken om
het vorige/volgende nummer af te
spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel achteruit/vooruit te spoelen.
OPMERKING Het toetsenbord is niet
beschikbaar voor talen met speciale
tekens (bijv. Grieks) die niet door het
systeem worden ondersteund, is het
toetsenbord niet beschikbaar. In deze
gevallen is bovenstaande functie
beperkt.
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Uconnect™-systeem niet alle
USB-pennen ondersteunt. In dit geval
kan niet automatisch van de
“Radiomodus” naar de “Mediamodus”
worden overgeschakeld. Controleer
de compatibiliteit van het toestel als het
niet afgespeeld wordt door
Mediamodus te selecteren. Een
specifiek bericht zal op het display van
hetU-connect™-systeem worden
weergegeven.
201
Bluetooth® bron
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media"-bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBlu-
etooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®-
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de telefoontoets op het voorpaneel
en door "Instellingen" te selecteren of
door, vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
OPMERKING Wanneer het naam-
apparaat gewijzigd wordt in de
Bluetooth®-instellingen van de tele-
foon (indien aanwezig), kan de radio het
nummer dat afgespeeld wordt wijzigen
als het apparaat na deBluetooth®-
verbinding via USB wordt aangesloten.Telefoonmodus
Activering telefoonmodus
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
202
MULTIMEDIA