163)Leg de motor stil voor het tanken.
Houd vonken en open vuur op afstand van
de vulopening: brandstofdamp is gevaarlijk.
De damp kan door vonken of open vuur
ontstoken worden en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Bovendien kan brandstof gaan lekken door
het gebruik van een verkeerde
brandstofvuldop of als geen
brandstofvuldop aanwezig is. Daardoor
kunnen bij een ongeval ernstige
brandwonden of dodelijke gevolgen
worden veroorzaakt.
164)Stop met tanken wanneer de
brandstofpomp automatisch afsluit: blijven
tanken nadat de brandstofpomp
automatisch afgesloten is, is gevaarlijk
omdat door een overvolle brandstoftank de
brandstof kan overstromen of lekken. Door
overstromende en lekkende brandstof kan
schade aan het voertuig worden
veroorzaakt. Als de brandstof ontsteekt
kunnen brand en explosie ontstaan
waardoor ernstig letsel of dodelijke
gevolgen worden veroorzaakt.
165)Monteer geen voorwerp/dop op de
rand van de vulopening die niet geschikt is
voor het voertuig. Het gebruik van
voorwerpen/doppen van het verkeerde
type kan de druk in de tank doen
toenemen, waardoor gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
166)Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de vulopening
van de tank: brandgevaar. Kom niet te
dicht met het gezicht bij de vulopening, om
geen schadelijke dampen in te ademen.
167)Maak geen gebruik van een mobiele
telefoon in de buurt van de benzinepomp:
brandgevaar.CAMERA ACHTER
(PARKVIEW
ACHTERUITRIJ-
CAMERA)
(uitsluitend versies met het Radio
7”-systeem)
WERKING
168)
29)
De camera bevindt zich op de
achterklep fig. 98.
Overschakeling naar weergave
achteruitkijkmonitor
Plaats de selectiehendel of de
versnellingspook naar achteruit (R) met
het contact op ON om naar de
weergave van de achteruitkijkmonitor
over te schakelen.
BELANGRIJK Let tijdens
parkeermanoeuvres in het bijzonder op
obstakels die zich boven of onder het
bereik van de camera kunnen
bevinden.
BELANGRIJK Wees altijd
buitengewoon voorzichtig en verifieer
met uw eigen ogen de daadwerkelijke
omstandigheden achter het voertuig.
Achteruitrijden terwijl u uitsluitend naar
het beeldscherm kijkt is gevaarlijk en
kan een ongeval of een botsing tegen
een voorwerp veroorzaken. De
achteruitkijkmonitor is slechts een
systeem dat u bij het achteruitrijden kan
helpen. De beelden op het
beeldscherm kunnen van de
werkelijkheid afwijken.
Als het beeldscherm koud is kunnen de
beelden over het beeldscherm of het
scherm lopen en minder scherp dan
normaal worden weergeven, waardoor
het moeilijker is om de omstandigheden
van de ruimte rondom het voertuig te
controleren. Wees altijd buitengewoon
voorzichtig en verifieer met uw eigen
ogen de daadwerkelijke
omstandigheden achter het voertuig.
9807040110-124-008
139
158
IN GEVAL VAN NOOD
BESCHRIJVINGSTROOMSTERKTE
ZEKERINGBESCHERMD COMPONENT
F03 HORN2 7,5 A Claxon
F06 — — —
F07 INTERIEUR 15 A Interieurverlichting
F09 AUDIO2 15 A Audiosysteem
F10 METER1 10 A Instrumentencluster
F11 SRS1 7,5 A Air bag
F12 — — —
F13 RADIO 7,5 A Audiosysteem
F17 AUDIO1 25 A Audiosysteem
F18 A/C MAG 7,5 A Klimaatregeling
F20 AT 15 A Versnellingsbakcontrolesysteem (indien aanwezig)
F21 D SLOT 25 A Voeding portiersloten
F22 H/L R 20 A Koplamp (R)
F24 ACHTER 20 A Achterlichten/Kentekenverlichting/Positielichten
F25 DRL 15 A Dagrijverlichting
F26 BINNEN 25 A Interieurverlichting
F27 MIST 15 A Mistlampen
F28 K/SPROEI 20 A Koplampsproeier (indien aanwezig)
F29 STOP 10 A Remlichten/Mistachterlicht (indien aanwezig)
F30 CLAXON 15 A Claxon
F31 H/L L 20 A Koplamp (L)
F33 ALARM 15 A Lampen alarmknipperlichten/richtingaanwijzers
MULTIMEDIA
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste
functies beschreven van de Radio 3”-
and Radio 7”-systemen die op het
voertuig gemonteerd kunnen zijn.
TIPS, BEDIENING EN ALGEMENE
INFORMATIE...............210
RADIO 3”.................211
RADIO 7”.................217
209
RADIO 3”
VOORPANEEL
15806020300-121-001
211
BEDIENINGSTOETSEN
OP STUURWIEL
De bedieningen van het belangrijkste
systeemfuncties zijn op het stuurwiel
aangebracht fig. 159 (versies zonder
Bluetooth®
-handsfree) en
fig. 160 (versies met
Bluetooth®
-
handsfree) om de bediening te
vereenvoudigen.VOLUMEKNOPPEN
Druk de volumeknop+omhoog om het
volume te verhogen. Druk de
volumeknop–omlaag om het volume
te verlagen.
ZOEKEN-KNOP
MW/LW/FM-radio
Druk op de zoeken-knop
/.
De radio schakelt over naar de
volgende/vorige opgeslagen zender in
de volgorde waarin de zenders zijn
opgeslagen.
Houd de zoeken-knop
/
ingedrukt om naar alle bruikbare
zenders op een hogere of lagere
frequentie te zoeken, ongeacht of ze
wel of niet zijn opgeslagen.
De radiozenders die eerder in het
automatische geheugen zijn
opgeslagen, kunnen met een druk op
de zoeken-knop
/worden
opgeroepen tijdens het uitzenden van
een radiozender die in het automatische
geheugen is opgeslagen.
De radiozenders kunnen bij elke druk
op de knop
/opgeroepen
worden in de volgorde waarin ze zijn
opgeslagen.
USB Audio /
Bluetooth®
Audio
Druk op de zoeken-knop
om naar
het begin van het volgende nummer te
springen.Druk binnen een aantal seconden nadat
het afspelen is gestart op de
zoeken-knop
om naar het begin
van het vorige nummer te springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de zoeken-knop
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
MUTE-KNOP
Druk één keer op de mute-knop
om
het geluid te dempen. Druk nog een
keer op de knop om de
geluidsweergave te hervatten.
De mute-functie wordt geannuleerd
wanneer het contact uitgeschakeld
wordt terwijl het geluid gedempt wordt.
Het geluid wordt dus niet langer
gedempt wanneer de motor weer
gestart wordt. Druk op de mute-knop
om de geluidsdemping weer in te
schakelen.
AAN-UIT /
VOLUMEKNOPPEN
AAN / UIT
Schakel het contact naar ACC of ON.
Druk op dePUSH POWERknop om
het audiosysteem in te schakelen. Druk
weer op dePUSH POWERknop om
het audiosysteem uit te schakelen.
1590620500-122-001
1600620500-121-001
212
MULTIMEDIA
Volumeregeling
Draai aan deVOLregelaar. Verhoog het
volume door deVOLregelaar rechtsom
te draaien; verlaag het volume door de
knop linksom te draaien.
Audiogeluidsinstelling
Selecteer de functie door op de
MENU-knop te drukken. De
geselecteerde functie wordt
weergegeven.
Draai aan deVOL-regelknop om de
geselecteerde functies in te stellen:
AF (Alternatieve frequentie) (*);
REG (Regionaal programma) (*);
ALC (Automatische volumeregeling);
BASS (Lage tonen);
TREB (Hoge tonen);
FADE (Volumebalans voor/achter);
BAL (Volumebalans links/rechts);
BEEP (Geluid werking audio);
BT SETUP (**);
12Hr < > 24Hr (tijdweergave
12 uur/24 uur).
(*) Met Radio Data System (RDS) (indien
aanwezig).
(**) Op bepaalde modellen kan deze
functie mogelijk niet beschikbaar zijn.
KLOK
De tijd instellen
Wanneer het contact op ACC of ON
gedraaid wordt kan de klok op een
willekeurige tijd worden ingesteld.Stel de tijd in door ongeveer
2 seconden lang op de klokknopFM/
AMte drukken tot u een pieptoon
hoort. De actuele tijd van de klok zal
knipperen.
Instelling van de tijd
Stel de tijd in door op de
uren/minuten-knop
/te
drukken terwijl de actuele tijd van de
klok knippert.
De uren verspringen terwijl de urenknop
wordt ingedrukt. De minuten
verspringen terwijl de minutenknop
wordt ingedrukt.
Start de klok door weer op de klokknop
FM/AMte drukken.
DE RADIO AANZETTEN
Radio AAN: zet de radio aan door op
de FM/AM-bandkeuzeknop te drukken.
Bandselectie: druk op deFM/
AM-bandkeuzeknop om als volgt van
de ene naar de andere band over te
schakelen: FM1–FM2–AM (zonder
Radio Data System RDS) / MW/LW
(met Radio Data System RDS).
Handmatig afstemmen: kies de
zender door de knop
/licht
in te drukken.
Zoeken: druk op de knop
/
. Het zoeken wordt gestopt zodra
een zender is gevonden.Scannen: houd deMEDIA-scanknop
ingedrukt om automatisch naar zenders
met en sterk signaal te zoeken. Het
scannen wordt bij elke zender ongeveer
5 seconden lang onderbroken.
Blokkeer een station door de
MEDIA-scanknop tijdens dit interval
ingedrukt te houden.
Vooraf ingesteld kanaal afstemmen
De 6 voorkeuzekanalen kunnen
gebruikt worden voor de opslag van
6 AM-stations (zonder Radio Data
System RDS), MW/LW-stations (met
Radio Data System RDS) en
12 FM-stations.
Om een kanaal in te stellen,
selecteert u eerst AM (zonder Radio
Data System RDS), MW/LW (met Radio
Data System RDS), FM1 of FM2. Stem
af op de gewenste zender.
Druk ongeveer 2 seconden lang op
een kanaalknop tot u een pieptoon
hoort. Het nummer van het kanaal of de
frequentie van de radiozender zal
worden weergegeven. De zender is nu
in het geheugen opgeslagen.
Herhaal deze handeling voor de
andere zenders die u wilt opslaan. Om
af te stemmen in het geheugen,
selecteer AM (zonder Radio Data
System RDS), MW/LW (met Radio Data
System RDS), FM1 of FM2 en druk op
de voorkeuzeknop voor dit kanaal. De
213
RADIO 7”
BEDIENINGSTOETSEN
OP STUURWIEL
De bedieningstoetsen voor de
belangrijkste functies van het systeem
bevinden zich op het stuurwiel
fig. 161 om het systeem gemakkelijker
te kunnen bedienen.
VOLUMEKNOPPEN
Druk de volumeknop+omhoog om het
volume te verhogen. Druk de
volumeknop–omlaag om het volume
te verlagen.ZOEKEN-KNOP
AM/FM-radio
Druk op de zoeken-knop
/.
De radio schakelt over naar de
volgende/vorige opgeslagen zender in
de volgorde waarin de zenders zijn
opgeslagen.
Houd de zoeken-knop
/
ingedrukt om naar alle bruikbare
zenders op een hogere of lagere
frequentie te zoeken, ongeacht of ze
wel of niet zijn opgeslagen.
De radiozenders die eerder in de
favoriete radio zijn opgeslagen, kunnen
met een druk op de zoeken-knop
/worden opgeroepen
tijdens het uitzenden van een
radiozender die in de favoriete radio is
opgeslagen.
De radiozenders kunnen bij elke druk
op de knop
/opgeroepen
worden in de volgorde waarin ze zijn
opgeslagen.
DAB-radio
(indien aanwezig)
Druk tijdens het luisteren naar een
DAB-radio op de zoeken-knop
/
om een zender op te roepen die
eerder in de lijst met favorieten was
opgeslagen.Houd de zoeken-knop
ingedrukt
om naar de volgende zender te
springen; druk op
om naar de
vorige zender terug te keren.
USB Audio /
Bluetooth®
Audio
Druk op de zoeken-knop
om naar
het begin van het volgende nummer te
springen.
Druk binnen een aantal seconden nadat
het afspelen is gestart op de
zoeken-knop
om naar het begin
van het vorige nummer te springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de zoeken-knop
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
MUTE-KNOP
Druk één keer op de mute-knop
om
het geluid te dempen. Druk nog een
keer op de knop om de
geluidsweergave te hervatten.
De mute-functie wordt geannuleerd
wanneer het contact uitgeschakeld
wordt terwijl het geluid gedempt wordt.
Het geluid wordt dus niet langer
gedempt wanneer de motor weer
gestart wordt. Druk op de mute-knop
om de geluidsdemping weer in te
schakelen.
1610620500-121-001
217
AUTORADIO
Gebruik van de
bedieningsschakelaar
OPMERKING Om veiligheidsredenen
zijn bepaalde functies tijdens het rijden
van het voertuig gedeactiveerd.
De volgende handelingen zijn mogelijk
door op de schakelaars rondom de
bedieningsknop te drukken fig. 162:
geeft het startscherm weer.
geeft het scherm "Entertainment"
weer.
NAVgeeft het scherm "Navigatie" weer
(uitsluitend op voertuigen uitgerust
met een navigatiesysteem). Als de
SD-kaart van het navigatiesysteem
niet is ingevoerd, zal het kompas
dat de richting waarin het voertuig
rijdt aanduidt worden
weergegeven.
geeft het scherm "Favorieten"
weer. Lang ingedrukt houden
om bepaalde items in
"Favorieten" op te slaan (de
radio, het telefoonboek en de
bestemming van het
navigatiesysteem kunnen
geprogrammeerd worden).
voert terug naar het vorige
scherm.
Gebruik van de volumeknop
Druk op deVOL-knop om de MUTE in
en uit te schakelen.
Regel het volume door aan de
volumeknop te draaien. Door de
volumeknop rechtsom te draaien neemt
het volume toe; door de volumeknop
linksom te draaien neemt het volume af.
Selectie van iconen op het
beeldscherm
Kantel of draai aan de bedieningsknop
en verplaats de cursor naar de
gewenste icoon. Druk op de
bedieningsknop en selecteer de icoon.
OPMERKING Voor bepaalde functies is
het ook mogelijk om de bedieningsknop
lang ingedrukt te houden.Gebruik van het touchscreen
Aanraken en aantippen: raak of tip
het item op het beeldscherm aan. De
handeling wordt gestart en het
volgende item wordt weergegeven.
Schuiven: raak het in te stellen item
aan door een schuifbalk weer te geven.
Raak de schuifbalk met uw vinger aan
en verplaats de schuifbalk tot het
gewenste niveau is bereikt.
Vegen: raak het beeldscherm met uw
vinger aan en beweeg uw vinger
omhoog of omlaag. De items die niet
weergegeven werden, kunnen nu
weergegeven worden.
BELANGRIJK Druk niet te hard of met
een scherp en puntig voorwerp op het
beeldscherm. Anders kan het
beeldscherm beschadigd raken.
OPMERKING Om veiligheidsredenen is
het gebruik van het touchscreen tijdens
het rijden van het voertuig
gedeactiveerd.
AUDIO AFSTELLEN
Selecteer de icoonop het
startscherm om het scherm
"Instellingen" weer te geven.
SelecteerGeluidom het item dat u wilt
wijzigen te selecteren:
Bas(Lage tonen): + Verhoging lage
tonen /– Verlaging lage tonen;
16206020400-122-002
218
MULTIMEDIA