19
+
+
SCR- emissieregelsysteem
(BlueHDi-dieselmotor)Permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met het
branden van het lampje
Ser vice en het lampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van
het lampje Ser vice
en het lampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal
en een melding met
betrekking tot de
actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om te voorkomen
dat de motor niet meer gestar t kan worden
.
Knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van
het lampje Ser vice
en het lampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal en
een melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten
van de motor wordt geblokkeerd
door het startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk
dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-motoren) .
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de
melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u het probleem zelf oplossen
door bijvoorbeeld een nog geopend portier te sluiten
of het roetfilter te regenereren als dit verzadigd begint
te raken (ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer ernstige
storingen gedetecteerd waarbij geen
specifiek lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
+
Permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is
overschreden. Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
Instrumentenpaneel
21
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
Bij het aanzetten van het contact
bij uitvoeringen met contactslot of
een verzoek om de motor te starten
door het indrukken van de " S TA R T/
STOP "-knop, is de temperatuur van
de motor zo laag dat voorgloeien
noodzakelijk is.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden
(tot ongeveer 30 seconden bij koud winterweer).
Wacht bij uitvoeringen met een contactslot met starten tot
het lampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart,
op voor waarde dat het rempedaal ingetrapt blijft bij auto's
met automatische transmissie.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart,
op voor waarde dat het koppelingspedaal ingetrapt blijft bij
auto's met handgeschakelde versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet
het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw tot het
lampje uitgaat voordat u de motor start.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren
om het mistachterlicht uit te schakelen.
Groene verklikkerlampjes
DodehoekbewakingPermanent. De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de dodehoekbewaking.
1
Instrumentenpaneel
22
Hill Descent
AssistPermanent.De functie is geactiveerd, maar er wordt
niet voldaan aan alle voor waarden voor
de regeling (hellingspercentage, te hoge
snelheid, ingeschakelde versnelling).Tussen 30 en 50 km/h wordt het systeem
ge selecteerd maar niet ingeschakeld.
Verminder de snelheid van uw auto.
Knipperen. Het systeem regelt de snelheid van
de auto. De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden
tijdens de afdaling.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie Hill Descent Assist.
Stop & Star t Permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Richtingaanwijzer
linksKnippert, met
geluidssignaal.De lichtschakelaar is naar beneden
bewogen.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.De lichtschakelaar is naar boven
bewogen.
Parkeerlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Instrumentenpaneel
23
GrootlichtPermanent. U hebt de lichtschakelaar naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren
om de mistverlichting uit te schakelen.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
+
of
Grootlichtassistent Permanent. De functie is geactiveerd via
het menu Auto/Rijden van het
touchscreen.
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ". De camera aan de bovenzijde van de voorruit
regelt het overschakelen naar grootlicht of dimlicht
afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de
verkeerssituatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Grootlichtassistent.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Blauwe verklikkerlampjes
1
Instrumentenpaneel
24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Op het display weergegeven waarschuwings-/verklikkerlampjes Intrappen van
het rempedaal Permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap bij een auto met elektronisch gestuurde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor te
starten terwijl de selectiehendel in de stand N staat.
Bij een auto met automatische transmissie moet u bij
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
de stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in
te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Knipperen. Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Instrumentenpaneel
26
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk, bij het
aanzetten van het
contact.De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1000 tot
3000
km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand
(in kilometers of mijlen) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende
kilometers (in kilometers of mijlen) en tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is minder dan
1000
km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand tot
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende
kilometers en tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan
te geven dat uw auto zeer binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Onderhoudsindicator
Instrumentenpaneel
27
De weergegeven afstand (in kilometers
of mijlen) wordt berekend op basis
van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelKnippert en
brandt vervolgens
permanent, bij het
aanzetten van het
contact.Het onderhoudsinterval is
overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan.
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
+ Knippert en
brandt vervolgens
permanent, bij
het aanzetten van
het contact, in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan.
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
1
Instrumentenpaneel