102VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 102
Lichtschakelaar .......................102
Automatische verlichting .........103
Grootlicht ................................. 103
Grootlichtassistentie ................104
Lichtsignaal ............................. 104
Koplampverstelling ..................105
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 105
Dagrijlicht ................................. 105
LED-koplampen .......................105
Alarmknipperlichten .................106
Richtingaanwijzers ..................106
Mistlampen voor ......................107
Mistachterlicht ......................... 107
Parkeerlichten ......................... 107
Achteruitrijlichten .....................108
Beslagen lampglazen ..............108
Binnenverlichting .......................108
Regelbare instrumentenverlichting .........108
Interieurverlichting ...................108
Leeslampen ............................. 109
Verlichting zonneklep ..............109Verlichtingsfuncties ....................109
Verlichting middenconsole ......109
Instapverlichting ......................109
Uitstapverlichting .....................110
Ontlaadbeveiliging accu ..........110Rijverlichting
Lichtschakelaar
Draai aan de lichtschakelaar:
AUTO:automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of groot licht
Controlelampje 8 3 88.
108VerlichtingBevestiging door een geluidssignaalen het bijbehorende controlelampje
van de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt vanzelf. Om dit te bespoe‐
digen kunt u de koplampen inschake‐
len.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
De helderheid van de volgende
verlichting kan worden aangepast
wanneer de koplampen worden inge‐
schakeld:
● verlichting instrumentengroep
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast tot de gewenste lichtsterkte is
bereikt.
Interieurverlichting
De interieurverlichting voor- en
achterin wordt bij het in- en uitstappen
automatisch ingeschakeld en dooft
met enige vertraging.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.
Interieurverlichting voorinw:automatisch in- en
uitschakelendruk op u:aandruk op v:uit
248TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 125
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............225, 229
Aanduidingen op banden ..........200
Aanhanger trekken ....................174
Aansteker .................................... 78
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 179
Accu ........................................... 184
Achterlichten .............................. 190
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................165
Achteruitrijlicht ............................ 190
Achteruitrijlichten .......................108
Actief noodstopsysteem ...............89
Actieve noodrem......................... 150 AdBlue .......................... 87, 133, 234
Afmetingen auto ........................233
Airbag deactiveren ....................... 54
Airbag-deactivering ...................... 84
Airbag en gordelspanners ...........84
Airbaglabel.................................... 49
Airbagsysteem ............................. 49
Airconditioning ........................... 112
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 121
Alarmknipperlichten ...................106
Algemene informatie .................. 173Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 124
Andere auto slepen ...................215
Antiblokkeersysteem .................140
Antiblokkeersysteem (ABS) .........85
Armsteun .......................... 44, 46, 64
Asbakken ..................................... 78
Autogegevens ............................ 229
Automatische botsingsmelding (ACN) ...................................... 101
Automatische dimfunctie .............35
Automatische verlichting ............ 103
Automatische versnellingsbak ...136
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 214
Auto stallen ................................. 179
Autostop ............................... 88, 128
B Bagageruimte ........................ 29, 64
Bagageruimte-afdekking .............66
Bandenreparatieset ...................204
Bandenspanning .......................200
Bandenspanningswaarden ........235
Bedieningsorganen ......................72
Bekerhouders .............................. 63
Bekleding .................................... 218
Beladingsinformatie .....................70
Beslagen lampglazen ................108