Audio17Geluidsinstellingen aanpassen
Als u de geluidsinstellingen wilt
aanpassen, tikt u op b op het audio‐
scherm. U kunt de volgende instellin‐ gen aanpassen:
● Equalizer
● Fade/Balance
Spraakherkenning23Zo moet voor het inspreken van een
adres in Frankrijk het display zijn
ingesteld op Frans.
Let op
Voor een meertalig land kunnen diverse talen worden gebruikt.
Zo kunnen Frans, Duits of Italiaans
voor Zwitserland worden gebruikt.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Let op
Het systeem werkt alleen met complete adressen. Voer de plaats‐
naam en het adres in.
Spraakherkenning instellen
U kunt diverse instellingen en
aanpassingen voor de geïntegreerde
spraakherkenning van het Infotain‐
mentsysteem configureren, zoals de
frequentie van commandobevestigin‐
gen door de gebruiker of het niveau
van gedetailleerde feedback van het systeem.
Als u de spraakherkenning wilt instel‐
len, gaat u naar het startscherm en
selecteert u Instellingen I Systeem I
Spraak .
Vraag lengte
U kunt de lengte van aanwijzingen instellen op Informatief, Kort of
Automatisch . Bij de instelling
Automatisch geeft het systeem gede‐
tailleerdere feedback aan het begin
van het eerste gebruik ervan. Het
systeem past zich automatisch aan
de specifieke spraak aan. Hoe
vertrouwder u met het systeem bent,
des te minder gedetailleerd de feed‐
back van het systeem is.
Als u de lengte van de aanwijzing wilt instellen, gaat u naar het startscherm
en selecteert u Instellingen I Systeem
I Spraak I Vraag lengte .
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op een smart‐
phone.Houd voor het activeren van de
spraakherkenning op een smart‐
phone w op het stuurwiel ingedrukt
wanneer telefoonweergave actief is.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van de smartphone.
Bezoek onze website voor meer infor‐
matie over de compatibiliteit.
GebruikSpraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
1. Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onder‐
drukt, u wordt verzocht een
commando te geven en op het
Info-Display verschijnen hulpme‐
nu's met de belangrijkste
commando's die beschikbaar zijn. We adviseren ten zeerste de
bewoordingssuggesties van het systeem op te volgen.
Spreek niet wanneer het spraak‐
herkenningssymbool rood is en er
geen pieptoon heeft geklonken.
30TrefwoordenlijstAAfstandsbediening op stuurwiel ......6
Algemene aanwijzingen ...............26
Algemene informatie..................... 22
Android Auto ................................. 28
Anticiperende navigatie ................19
Apple CarPlay............................... 28
Audio ............................................ 15
Audio beluisteren ..........................15
Audiobestanden ........................... 15
B Basisbediening ............................. 10
Bediening met display ..................10
Bedieningselementen .....................6
Bluetooth-verbinding ....................26
C Connected Navigation ..................19
D DAB-berichten .............................. 15
E Een telefoon koppelen ..................26
Een telefoon verbinden ................26
G Gebruik ......................................... 23
Gebruikersprofielen ......................13
Geluidsinstellingen .......................15Gepersonaliseerd zoeken en
routebegeleiding .......................19
Gesproken instructies ...................23
H
Hoofdscherm .................................. 6
I
Informatie over brandstofprijzen ...19
Inleiding ......................................... 6
K
Kaartupdates ................................ 19
Koppeling DAB-DAB..................... 15
Koppeling DAB-FM .......................15
L Live Traffic .................................... 19
N Navigatiesysteem ........................18
O Onderste balk ................................. 6
P Parkeerinformatie .........................19
Profielen ....................................... 13
R Radio ............................................ 15
Routebegeleiding .........................18
Inleiding371Info-Display / Startscherm ..... 42
2 Beginmenu ............................ 42
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
of Nav : BringGo ®
app
Navigation : geïntegreerde
navigatie
Instellingen : systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen ............................ 38
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................46
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........83of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) .......................... 62
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 79
5 v
Kort indrukken: ga naar de
volgende zender als de
radio actief is ......................... 49
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............58
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is . 49
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ..............58
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............38
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............38Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...38
Draaien: volume
aanpassen ............................ 38
7 t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender als de radio
actief is .................................. 49
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............58
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is . 49
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ......................................... 58
8 ;
Kort indrukken:
startscherm weergeven ......... 38
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ..............62
38InleidingAfstandsbediening op stuurwiel
sKort indrukken:
telefoongesprek aannemen
of actieve spraakherkenning
of onderbreek een
instructie en spreek direct
n Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren
of spraakherkenning
uitschakelen
stiltefunctie van de audio-
app inschakelen / uitschakelen
k
l Radio: indrukken om
volgende/vorige favoriet of zender te selecteren
Media: druk om volgende /
vorige nummer te kiezen
À Omhoog: volume harder zetten
Á Omlaag: volume zachter zetten
Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 36
● het aanraakscherm 3 42
● de stuurbedieningsknoppen 3 36
● de spraakherkenning 3 79
Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kort op X om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Druk lang op X om het systeem uit te
schakelen.
Inleiding39Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk op X terwijl
het contact uitstaat, dan wordt het
systeem na 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
Volume instellen Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 45.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 45 wordt
het volume automatisch zo aange‐ past dat u tijdens het rijden geen weg- of rijwindgeluiden hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startscherm weer
te geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 42.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties
van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● radiofuncties 3 49
● externe apparaten 3 58
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Basisbediening43Items in het startscherm
verplaatsen
Tik lang op het item tot de pictogram‐ men een rood kader hebben.
Verplaats het item naar de gewenste
locatie en laat het los.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Alle andere opties worden opnieuw
ingedeeld.
Druk op een van de toetsen op het
bedieningspaneel om de bewerkings‐
modus af te sluiten.
Let op
De bewerkingsmodus wordt auto‐ matisch verlaten als er 30 seconden niets wordt gedaan.
Door lijsten scrollen
Als er meer items zijn dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan moet u door de lijst bladeren.
Om een lijst te doorbladeren kunt u
swipen of de pijltoetsen gebruiken.
Druk op de titel van de lijst om terug
te keren naar het begin.
Door de pagina's bladeren
Om van pagina te wisselen kunt u
swipen of de pijltoetsen gebruiken.
Snel naar toepassing Audio en
Navigatie gaan
Gebruik de symbolen k of j op de
bovenste regel van sommige menu's
om rechtstreeks naar een andere
applicatie te gaan.
44Basisbediening
Om rechtstreeks naar het Audio-
menu te gaan, selecteert u k.
Om rechtstreeks naar het Navigatie-
menu te gaan, selecteert u j.
Let op
Het j-symbool is alleen beschik‐
baar als routebegeleiding actief is.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu
kunnen de geluidskarakteristieken
worden ingesteld. Het menu is
toegankelijk vanuit elk audiohoofd‐
menu.
Selecteer Menu in het desbetreffende
audiohoofdmenu om het geluidsin‐
stellingenmenu te openen. Blader zo
nodig door de lijst met menuopties en
selecteer Geluidsinstellingen . Het
desbetreffende menu verschijnt.
Equalizermodus
Gebruik deze instelling voor een opti‐ maal geluid voor het genre, bijv.
Rock of Klassiek .
Selecteer de gewenste geluidsstijl in
de interactieve selectiebalk onder
aan het scherm. Wanneer u voor
Aangepast kiest, kunt u de volgende
instellingen handmatig aanpassen:
Bass
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge ton.
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het
menu om balance en fader in te stel‐ len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau