38Sleutels, portieren en ruitenInschakelen zonder bewaking
passagiersruimte en hellingshoek auto
Schakel de bewaking van het interi‐
eur en de hellingshoek van de auto uit
als u huisdieren in de auto achterlaat, om te voorkomen dat hoge ultrasonetonen of bewegingen het alarm acti‐
veren. Schakel ze ook uit wanneer de
auto op een veerboot of een trein
staat.
1. Sluit de achterklep, de motorkap, de ruiten en het zonnedak.
2. Druk op o. Het led-lampje in
toets o brandt maximaal
10 minuten.
3. Portieren sluiten.
4. Diefstalalarmsysteem inschake‐ len.
Het statusbericht verschijnt op het
Driver Information Centre.
Status-led
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumentenpa‐
neel.
Status tijdens de eerste
30 seconden na het activeren van het alarmsysteem:Led
aan:test, inschakelvertragingLed
knip‐
pert
snel:portieren, achterklep of
motorkap niet goed dicht,
eventuele systeemstoring
Status nadat systeem is geactiveerd:
Led knip‐
pert lang‐
zaam:systeem is geactiveerd
Bij storingen de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Uitschakelen
Handzender: Bij ontgrendeling van de auto door indrukken van c wordt het
diefstalalarmsysteem gedeactiveerd.
Verzorging van de auto275bandenvulslang op de vrije
aansluiting van de fles met
afdichtmiddel schroeven. Hier‐
door wordt voorkomen dat er
afdichtmiddel uit de fles stroomt.
Bandenreparatieset in de baga‐
geruimte opbergen.
15. Eventueel vrijgekomen afdicht‐ middel met een doek verwijderen.
16. Het op de fles met afdichtmiddel aanwezige etiket met de maxi‐
maal toelaatbare snelheid in het
gezichtsveld van de bestuurder
aanbrengen.
17. De rit onmiddellijk voortzetten, zodat het afdichtmiddel zich
gelijkmatig in de band kan
verspreiden. Na ca. 10 km rijden
(uiterlijk na 10 minuten) stoppen
en de bandenspanning controle‐
ren. Hiervoor de luchtslang van de compressor rechtstreeks op
bandventiel en compressor
schroeven.
Bij een bandenspanning hoger
dan 1,3 bar, de bandenspanning
op de voorgeschreven waarde
brengen. Procedure herhalen tot
de bandenspanning niet meer
afneemt.
Bij een bandenspanning lager
dan 1,3 bar, de auto niet meer
gebruiken. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
18. Bandenreparatieset in de baga‐ geruimte opbergen.
Let op
De rijeigenschappen van de
herstelde band zijn veel minder
goed, daarom deze band laten
vervangen.
Bij abnormale geluiden of sterke
verhitting van de compressor, deze
minimaal 30 minuten lang uitscha‐
kelen.
Het ingebouwde veiligheidsventiel
opent bij een druk van 7 bar.
Let op de vervaldatum van de set.
Na deze datum is niet meer gega‐
randeerd dat het middel nog goed
afdicht. Let op de bewaarinstructies
op de fles met afdichtmiddel.
Gebruikte fles met afdichtmiddel
vervangen. Afvoeren volgens de
desbetreffende wettelijke voorschrif‐ ten.
De compressor en het afdichtmiddel zijn vanaf ca. -30 °C te gebruiken.
De bijgeleverde adapters zijn te
gebruiken om andere voorwerpen,
bijv. voetballen, luchtbedden,
opblaasbare bootjes enz., op te
pompen. Ze zitten aan de onderkant van de compressor. Om deze te
verwijderen, schroeft u de compres‐
sorluchtslang erop en trekt u de
adapter eruit.