52TelefoonEen contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer ð naast het contact gevolgd
door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 28, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid vande audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de beller.
Tik op v om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op / om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op l om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren.
Tik op ý Privé om het gesprek voort
te zetten via de mobiele telefoon
(ruggespraakstand). Tik op ÿ Privé
om het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Inleiding631X........................................... 64
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
2 c
Navigatieapp weergeven
wanneer
telefoonweergave actief is ....80
3 _
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleiding
4 b
Audiomenu openen:
Radio ..................................... 73
Cd-speler .............................. 77
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 78
5 d
Menu voor afbeeldingen
openen .................................. 806
:
Instellingenmenu openen ......67
7 a
Telefoonmenu openen ..........88
Telefoonweergavescherm
weergaven wanneer
telefoonweergave actief is ....80
8 Info-Display / touchscreen
met startmenu (startmenu
alleen zichtbaar door het
scherm met drie vingers
tegelijk aan te tikken) ............67
9 USB-poort ............................. 78Afstandsbediening op stuurwiel
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met G...... 64
Lang indrukken: stiltefunctie
2 ä / å
Volgende/vorige
voorkeursstation
selecteren bij actieve radio ...73
of volgend(e) / vorig(e)
track / afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................78
64Inleidingof volgende / voorgaande
vermelding selecteren in
stationslijst, medialijst,
gesprekslijst /
contactenlijst indien
geactiveerd via stuurbe‐
dieningsknoppen
Selectie bevestigen met G
3 G
Geselecteerd item bevestigen
of stationslijst, medialijst openen
4 x
Stiltefunctie activeren /
deactiveren ........................... 64
5 À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 v
Kort indrukken: oproep
aannemen
Lang indrukken: oproep
weigeren, gesprek
beëindigen ............................ 88of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............88
Indien telefoongesprek
actief: menu actief
gesprek openen
7 w
Kort indrukken:
geïntegreerde
spraakherkenning activeren
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren van Apple
CarPlay™ of Android™
Auto bij telefoonverbinding met USB-poort ......................83Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, een touch‐
screen en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 62
● het touchscreen 3 67
● audioknoppen op het stuurwiel 3 62
● de spraakherkenning 3 82
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op X. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐
bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
66Inleiding
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 88.
Apps
Maak verbinding met uw smartphone
op het display voor het Infotainment‐
systeem om specifieke apps van uw
smartphone weer te geven.
Druk op a en tik op Apple CarPlay of
Android Auto . Er verschijnt een menu
met de verschillende apps die u kunt
kiezen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 80.
Instellingen
Tik op b gevolgd door OPTIES en
Audio-instellingen om het desbetref‐
fende menu te openen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 67.
Tik op : om een menu voor diverse
systeemspecifieke instellingen te
openen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 67.
Auto-instellingen
Selecteer _ om een menu te
openen voor autospecifieke instellin‐
gen.
De Auto-instellingen worden in de
gebruikershandleiding beschreven.
Configuratiecentrum
Configuratiecentrum is een snelkop‐
peling naar de volgende instellingen:
● donker scherm
● helderheid
● profielen
● systeemconfiguratie
● privacy-instellingen
Tik op de bovenste balk op het
scherm om Configuratiecentrum te
openen.
Basisbediening69Een instelling aanpassen
Om een instelling aan te passen zoals
in het gegeven voorbeeld, kunt u:
● Op < of > tikken.
● Op een willekeurig punt van de lijn tikken.
● De schuifbalk met uw vinger verschuiven.
Geluidsinstellingen
Druk op b, selecteer OPTIES
gevolgd door Audio-instellingen .
U beschikt over diverse voorgedefini‐
eerde instellingen om het geluid teoptimaliseren voor een bepaald
muziekgenre (zoals Pop-Rock of
Klassiek ).
Selecteer Gebruiker om het geluid
naar eigen smaak aan te passen. Pas
de instellingen naar wens aan.
Let op
Als u een voorgedefineerde instel‐
lingen zoals Pop-Rock aanpast,
wordt deze aanpassing toegepast
op de instelling Gebruiker.
Balans en fader instellen
Selecteer het tabblad Verdeling.
U beschikt over diverse voorgedefini‐
eerde instellingen voor aanpassing
van de balans in de auto (zoals Alle
passagiers of Alleen vóór ).
Om de actuele instellingen (zoals Alle
passagiers ) te wijzigen moet u de
instelling selecteren en vervolgens de nieuwe instelling selecteren uit deweergegeven lijst.
U kunt alle voorgedefinieerde instel‐ lingen aanpassen.
Beweeg de cursor op de afbeelding
rechts op het scherm naar het punt in
het interieur waar het volume het
hoogst moet zijn.
Basisbediening71
Tijd- en datumnotatie wijzigen
Kies om de tijd- en datumnotatie te
wijzigen de desbetreffende tabbladen en selecteer vervolgens de gewenste
notaties.
Tijd en datum instellen
De weergegeven tijd en datum
worden standaard automatisch
aangepast door het systeem.
Doe het volgende om de weergege‐
ven tijd en datum handmatig aan te
passen:
Selecteer het tabblad Tijd.
Stel GPS-synchronisatie in op OFF
en kies vervolgens het veld Tijd om de
gewenste tijd in te stellen.
Selecteer het tabblad Datum: en
selecteer daarna de gewenste
datumnotatie.
Scherm aanpassen Selecteer Schermconfig. .
Bladerfunctie voor tekst
Selecteer het tabblad Animatie.
Activeer Automatische
tekstweergave , als lange teksten
automatisch over het scherm moeten
rollen.
Als Automatische tekstweergave
gedeactiveerd is, worden lange
teksten in verkorte vorm weergege‐
ven.
Helderheid aanpassen
Selecteer Lichtsterkte en stel de
helderheid van het scherm in op het
gewenste niveau.
Persoonlijke instellingen opslaan
Om de profielinstellingen te openen kunt u de bovenste balk op het
scherm aantikken en daarna
Profielen selecteren.
U kunt diverse instellingen opslaan in
een persoonlijk profiel. Bijvoorbeeld
alle actuele geluidsinstellingen, alle
voorkeurstations en een telefoon‐
boek.
Als u de auto deelt met anderen, kunt
u zo altijd uw persoonlijke instellingen uit uw profiel oproepen.
Er zijn maximaal drie persoonlijke
profielen op te slaan.
Er is tevens een Gemeensch.prof.
beschikbaar. Alle verrichte instellin‐
gen worden automatisch opgeslagen
in het actieve profiel. Als er geen
persoonlijke profiel is geactiveerd, is
het Gemeensch.prof. actief.
Radio73RadioGebruik........................................ 73
Radio Data System ......................74
Digital Audio Broadcasting ..........75Gebruik
Radio activeren
Druk op b. Het laatst geselecteerde
hoofdmenu audio verschijnt.
Selecteer, als het hoofdmenu radio
niet actief is, BRONNEN gevolgd
door Radio .
Het laatst ten gehore gebrachte
station wordt weergegeven.
Een frequentieband selecteren Selecteer OPTIES en blijf of i tikken
om de verschillende frequentieban‐
den te doorlopen.
Stations zoeken
Automatisch station zoeken
Tik kort op < of > om het vorige of
volgende te ontvangen station te
beluisteren.
Handmatig station zoeken
Houd < of > ingedrukt. Laat los,
wanneer de gewenste frequentie
bijna bereikt is.
Het volgende te ontvangen station
wordt opgezocht en automatisch
afgespeeld.
Stationslijsten
In de stationslijsten ziet u al de te
ontvangen radiostations in het
huidige ontvangstgebied die u kunt
selecteren.
Selecteer Lijst om de stationslijst voor
de actuele frequentieband weer te
geven.
Selecteer het gewenste station.Stationslijsten bijwerken
Als de stations in de frequentieband‐
specifieke stationslijst niet meer
kunnen worden ontvangen, moeten
de stationslijsten worden bijgewerkt.
74RadioSelecteer Ü om een update te starten
voor de geselecteerde frequentie‐
band.
Favoriete stations opslaan
U kunt voor alle frequentiebanden tot 24 radiostations opslaan als favorie‐
ten in de lijst Geheugen.
Selecteer Geheugen om de voorkeu‐
zetoetsen weer te geven.
Beluisterd station opslaan
Tik enkele seconden lang op de
gewenste knop in de lijst met
Geheugen . De desbetreffende
frequentie of stationsnaam verschijnt
op de knop.
Als er al een station is opgeslagen onder een voorkeuzetoets, wordt het
desbetreffende station overschreven.
Of tik op ✩ Mem in het hoofdmenu
van de radio om het actuele station
vast te leggen.
Een station uit een stationslijst
opslaan
Selecteer OPTIES gevolgd door de
gewenste frequentieband.
Om een station in de stationslijst op te slaan moet u ✩ naast het gewenste
station kort aantikken. Het station
wordt opgeslagen en het nummer van
de voorkeuzetoets verschijnt. Tik
nogmaals op ; om een station te
verwijderen.
Of tik lang op de stationsnaam totdat
het station is opgeslagen. Om het
station te verwijderen tikt u weer lang op de stationsnaam totdat de desbe‐
treffende melding verschijnt.
Stations oproepen
Selecteer Geheugen in het hoofd‐
menu radio en tik vervolgens kort op
de voorkeuzetoets van het gewenste
station.Radio Data System
Radio Data System (RDS) is een
dienst voor FM-stations die ervoor zorgt dat het gewenste station
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van het station
in plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar stations stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-stations.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vanhet ingestelde station met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van het ontvangen station geeft het Infotainmentsys‐teem radioteksten weer met bv.
informatie over het actuele
programma.
RDS activeren Selecteer OPTIES in het hoofdmenu
radio en activeer RDS.