Page 17 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU10474
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU36872
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom. De instrumentenverlichting,
het achterlicht, de kentekenverlichting en de parkeerlichten gaan branden en de mo-
tor kan worden gestart. De sleutel kan niet
worden uitgenomen.
OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit
de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rij dt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van d e controle of een on ge-
val.
DAU1068B
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen. Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
UB4CD0D0.book Page 2 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 18 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of de richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan dit de
accu ontla den.
DAU4939D
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje ga at knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59962
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet weer gaan branden na-
dat het kort is uitgegaan, en dan blijven
branden totdat de motor is gestart.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, vraag dan een Yamaha-dealer om
het elektrische circuit te controleren.LET OP
DCA21210
Als het waarschuwin gslampje gaat
b ran den terwijl d e motor draait, zet de
motor dan onmi ddellijk uit en controleer
het olieniveau. Als het olieniveau b ene-
d en het minimumniveau staat, vul d an
vol doen de olie van de aan bevolen soort
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker
richtingaanwijzers “ ”
2. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Controlelampje startblokkering “ ”
7. Controlelampje grootlicht “ ”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
1
2
3
4
5
6
7
8
9
ABS
UB4CD0D0.book Page 3 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 19 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
bij tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwin gslampje olie druk blijft bran den
terwijl het olieniveau in or de is, zet d an
onmi ddellijk de motor af en laat het
voertui g controleren door een Yamaha-
d ealer.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet uitgaat
nadat de motor is gestart, controleer dan
het motorolieniveau en vul indien nodig olie
bij. (Zie pagina 6-9.)
Als het waarschuwingslampje blijft branden
nadat u olie hebt bijgevuld, vraag dan een
Yamaha-dealer om het voertuig te contro- leren.
DAU11447
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat
de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-37 nadere instructies ver-
meld.
DAU73171
Waarschuwin gslampje motorstorin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren. Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891
ABS-waarschuwin
gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit
waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
ABS
UB4CD0D0.book Page 4 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 20 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van
10 km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den,
of als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij dan extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAUM3621
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld. Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge
controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels. 4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
UB4CD0D0.book Page 5 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 21 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
DAU5997C
Multifunctionele meter
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
klok
brandstofniveaumeter
eco-controlelampje
aanduiding ingeschakelde versnelling
multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.OPMERKING Draai de sleutel naar “ON” alvorens de
linker en rechter insteltoets te gebrui-
ken om de multifunctionele meter in te
stellen, behalve bij het wisselen naar
de helderheidsregeling of om de klok
weer te geven.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave houdt u de linker insteltoets
drie seconden lang ingedrukt.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in d e rode zone wijst.
Ro de zone: 10000 tpm en hog er
1. Linker instelknop
2. Rechter instelknop
1. Brandstofniveaumeter
2. Klok
3. Aanduiding ingeschakelde versnelling
4. Eco-controlelampje “ECO”
5. Snelheidsmeter
6. Toerenteller
7. Multifunctioneel display
1
2
6
72
1
3
4
5
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
12
UB4CD0D0.book Page 6 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 22 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem. Wanneer het contactslot niet in de
stand “ON” staat, kan de klok 10 seconden
worden weergegeven door op de linker in-
steltoets te drukken.
De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de linker en rechter insteltoets
tegelijkertijd twee seconden lang in-
gedrukt. De urenaanduiding begint te
knipperen.
3. Gebruik de rechter insteltoets om de uren in te stellen.
4. Druk op de linker insteltoets en de mi-
nutenaanduiding begint te knipperen.
5. Gebruik de rechter insteltoets om de minuten in te stellen. 6. Druk op de linker insteltoets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
segmenten van de brandstofniveaumeter
verdwijnen van “F” (vol) naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder daalt.
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, dient u zo
snel mogelijk te tanken.
OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosefunctie. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het elektri-
sche circuit van de brandstofniveaumeter, gaat de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de machine te controleren.
Eco-controlelampje
Het eco-controlelampje gaat aan wanneer
de machine wordt gebruikt op een milieu-
vriendelijke, energiezuinige manier. Het
controlelampje gaat uit als u de machine
stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen: Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
1. Klok
1
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
UB4CD0D0.book Page 7 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 23 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.Aan dui din g in geschakel de versnellin g
De aanduiding ingeschakelde versnelling
geeft de geselecteerde versnelling aan. De
vrijstand wordt aangegeven door “–” en
door het vrijstandcontrolelampje. Multifunctioneel
display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: kilometerteller
twee rittellers
ritteller brandstofreserve
huidig brandstofverbruik
gemiddeld brandstofverbruik
koelvloeistoftemperatuur
luchttemperatuur
helderheidsregeling
Het multifunctionele d isplay geb ruiken
Druk op de linker insteltoets om te wisselen
tussen de weergaven voor kilometerteller
“ODO”, rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”, hui-
dig brandstofverbruik “km/L” of “L/100
km”, gemiddeld brandstofverbruik “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km”, koel- vloeistoftemperatuur “_ _ °C” en luchttem-
peratuur “Air_ _ °C”, in de onderstaande
volgorde:
ODO
→ TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of L/100
km → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km
→ _ _ °C → Air_ _ °C → ODO
Voor Verenigd Koninkrijk:
Druk op de linker insteltoets om te wisselen
tussen de weergaven voor kilometerteller
“ODO”, rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”, hui-
dig brandstofverbruik “km/L”, “L/100 km”
of “MPG”, gemiddeld brandstofverbruik
“AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100 km” of
“AVE_ _._ MPG”, koelvloeistoftemperatuur
“_ _ °C” en luchttemperatuur “Air_ _ °C”, in
de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L, L/100
km of MPG → AVE_ _._ km/L, AVE_ _._
L/100 km of AVE_ _._ MPG → _ _ °C →
Air_ _ °C → ODO
OPMERKINGDruk op de rechter insteltoets om in
omgekeerde volgorde te wisselen tus-
sen de weergaven.
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
1
2
1. Multifunctioneel display
1
UB4CD0D0.book Page 8 Monday, December 11, 2017 9:00 AM
Page 24 of 98

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
De brandstofreserve-ritteller wordt
automatisch weergegeven, maar de
helderheidsregeling moet afzonderlijk
worden geselecteerd.Kilometerteller en rittellers
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
met de linker insteltoets de ritteller die u wilt
terugstellen en houdt u vervolgens de rech-
ter insteltoets een seconde lang ingedrukt.OPMERKINGDe kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De rittellers worden vergrendeld bij
9999.9, maar kunnen handmatig wor-
den teruggesteld.Ritteller bran dstofreserve
Als het brandstofniveau laag wordt, gaat
het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter knipperen. De brandstofreser-
ve-ritteller “TRIP F” verschijnt automatisch
en geeft de afgelegde afstand vanaf dat punt aan. Druk in dat geval op de linker in-
steltoets om de weergave te wisselen in de
onderstaande volgorde:
TRIP F →
km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → _ _ °C →
Air_ _ °C → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 →
TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG → AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG → _ _ °C → Air_ _ °C → ODO →
TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
OPMERKING Druk op de rechter insteltoets om in
omgekeerde volgorde te wisselen tus-
sen de weergaven.
U kunt de brandstofreserve-ritteller
handmatig terugstellen, maar deze
wordt ook automatisch teruggesteld
zodra u na het tanken 5 km (3 mi) hebt
gereden. De ritteller verdwijnt dan
vanzelf van het display.
Hui dig b ran dstofver bruik
Deze functie berekent het brandstofver-
bruik onder de huidige rijomstandigheden.
Het huidige brandstofverbruik kan worden
ingesteld op “km/L”, “L/100 km” of “MPG”
(voor Verenigd Koninkrijk). “km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (voor Verenigd Koninkrijk): De
afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt
weergegeven.1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
UB4CD0D0.book Page 9 Monday, December 11, 2017 9:00 AM