Page 65 of 122

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-1
4
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval
of scha de. Rij d niet met de machine als u een pro bleem he bt g evon den. Als een pro-
b leem niet kan wor den op gelost via d e procedures in d eze handleid ing, laat de ma-
chine dan nazien d oor een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLESPAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheu- ren of beschadiging en controleer de slangaansluiting. 3-31,
3-33
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-12
Car danolie • Controleer de machine op olielekkage. 6-15
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-16
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-24,
6-25
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-24,
6-25
UB95D1D0.book Page 1 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 66 of 122

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
YCC-S-koppelin g• Controleer de werking.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23,
6-25
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-19,
6-28
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
6-27
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 6-20,
6-22
Rem- en schakelpe da-
len • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-28
Remhen del • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het hendelscharnierpunt.
6-29
Mi dd enbok, zijstan-
d aar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-29
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
tin g, si gnalerin gssy-
steem en schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-46
ITEM CONTROLES PAGINA
UB95D1D0.book Page 2 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 67 of 122

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mog elijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU73461
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een traagheidsmeeteenheid (IMU) die
de motor laat afslaan als de machine
kantelt. Schakel in dat geval het con-
tactslot uit (en weer in) voordat u pro-
beert de motor opnieuw te starten. Als
u dat niet doet zal de motor niet star-
ten, ondanks dat de motor wordt aan-
gezwengeld als u op de startknop
drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Druk in dat
geval eenvoudigweg op de startknop
om de motor weer te starten.
UB95D1D0.book Page 1 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 68 of 122

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-2
5
DAU55474
Starten van d e motor
WAARSCHUWING
DWA16411
Bekrachtig altij d d e voor- of achterrem
terwijl het contactslot in de stan d “ON”
staat en een versnellin g is in geschakel d.
An ders kan d e machine plotselin g g aan
rij den wanneer u d e motor start, wat kan
lei den tot controleverlies en een mo ge-
lijk on geval.
Door het startblokkeringssysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met de versnellingsbak in de vrij-
stand, waarbij de zijstandaard
omhoog of omlaag is.
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met een versnelling ingeschakeld,
en de zijstandaard is omhoog.
Zie pagina 3-47 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende lampjes moeten enkele
seconden gaan branden en vervol-
gens uitgaan. Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje tractieregeling
Controlelampjes cruise control
Waarschuwingslampje vering
Terugschakelcontrolelampje
Waarschuwingslampje YCC-S-
systeem
Controlelampje stopmodus
Controlelampje startblokkering
OPMERKING
Als de stopmodus is ingeschakeld,
blijft het controlelampje stopmodus
branden.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hierb oven be-
schreven, vraag d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.
2. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
Het vrijstandcontrolelampje moet
gaan branden.
3. Bekrachtig de voor- of achterrem.
4. Druk op de startknop en laat deze weer los als de motor start.
Als de motor niet binnen 5 seconden
start nadat op de startknop is gedrukt,
wacht dan 10 seconden alvorens op-
nieuw op de knop te drukken zodat de
accuspanning kan worden hersteld.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van d e
motor!
UB95D1D0.book Page 2 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 69 of 122

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-3
5
DAU55482
Schakelen
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
Om te schakelen kunt u het schakelpedaal
gebruiken of de handschakelhendel. Zie
pagina 3-25 voor een uitleg over het
YCC-S-systeem, pagina 3-26 voor de be-
diening van het schakelpedaal en pagina
3-27 voor de bediening van de handscha-
kelhendel.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING
Als u de versnellingsbak in de vrij-
stand wilt zetten, drukt u het schakel-
pedaal herhaaldelijk omlaag of duwt u herhaaldelijk tegen de “ ”-zijde van
de handschakelhendel totdat het vrij-
standcontrolelampje gaat branden.
Wanneer u vanuit de vrijstand naar de
1e versnelling schakelt, moet het mo-
tortoerental lager zijn dan ongeveer
1300 tpm en moet de zijstandaard
omhoog staan.
Opschakelen is niet mogelijk als het
motortoerental te laag is.
Terugschakelen is niet mogelijk als het
motortoerental te hoog is.
Om schade aan de YCC-S-koppeling
te voorkomen, gaat het terugschakel-
controlelampje knipperen als het no-
dig is om terug te schakelen. Als dit
gebeurt, schakel dan terug totdat het
controlelampje stopt met knipperen.
Wanneer de stopmodus is geacti-
veerd, wordt automatisch terugge-
schakeld wanneer de machine tot
stilstand komt.
LET OP
DCA17951
Rijd niet lan ge tij d met af gezette motor,
ook niet met de versnellin gsb ak in de
vrijstan d, en sleep het voertui g niet over
lan ge afstan den. De versnellin gsb ak
wor dt alleen af doen de gesmeer d terwijl
d e motor draait. Door onvol doen de sme-
rin g kan de versnellin gsb ak wor den be-
scha digd.
DAU82400Eco-schakelpunten
De aanbevolen schakelpunten tijdens op-
trekken en afremmen staan vermeld in de
tabel hieronder.
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1. Handschakelhendel
2. Vrijstand
12
N
1
23456
UB95D1D0.book Page 3 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 70 of 122
Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-4
5
DAU16811
Tips voor een zuini g b ran dstof-
ver bruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
Opschakelpunten:
1e → 2e: 20 km/h (12 mph)
2e → 3e: 30 km/h (19 mph)
3e → 4e: 40 km/h (25 mph)
4e → 5e: 50 km/h (31 mph)
5e → 6e: 60 km/h (37 mph)
Te r u gschakelpunten:
6e → 5e: 45 km/h (28 mph)
5e → 4e: 35 km/h (22 mph)
4e → 3e: 25 km/h (16 mph)
UB95D1D0.book Page 4 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 71 of 122

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-5
5
DAU16842
Inrijperio de
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU17124
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 4500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie en de ein d-
over bren gin gsolie wor den ververst en
moet de oliefilterpatroon of het oliefilte-
relement wor den vervan gen.
[DCA10333]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 5400 tpm
achtereen draaien.
1600 km (1000 mi) en ver der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in de ro de zone
wijst.
Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optreed t, vraag d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU40584
Parkeren
Wanneer u parkeert, stop dan de motor
door het contactslot op “OFF” te zetten en
verwijder de sleutel.
OPMERKING
Als u het contactslot op “OFF” zet terwijl
een versnelling ingeschakeld is, dan is het
achterwiel niet te bewegen.
WAARSCHUWING
DWA14524
Stop de motor altij d met het con-
tactslot. Als u in een noo dsituatie
d e noo dstopschakelaar geb ruikt,
b ekrachti g d an de voor- of achter-
rem terwijl het contactslot no g aan
staat, aan gezien enkele secon den
na uitschakelen van de motor auto-
matisch wor dt ontkoppel d zo dat
het achterwiel vrij kan beweg en.
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet gemakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en b randwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en
b rand tot g e-
vol g.
Parkeer niet na bij gras of an dere
b ran dbare materialen die vlam zou-
d en kunnen vatten.
UB95D1D0.book Page 5 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM
Page 72 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
6-1
6
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van on der-
hou d aan d e machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met de
machine. Als u niet beken d b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren d oor uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
Een draaien de motor heeft bewe-
g en de delen die lichaams delen of
kled ing kunnen grijpen en elektri-
sche on der delen die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
Het laten d raaien van d e motor tij-
d ens het uitvoeren van on derhou d
kan lei den tot oo gletsel, bran dwon-
d en, bran d of koolmonoxi dever gif- ti
g in g, mo gelijk met de dood tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voerin gen kunnen tij dens het geb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
UB95D1D0.book Page 1 Tuesday, July 18, 2017 8:53 AM