Page 49 of 120

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-35
3
DAU73350
Op ber gcompartimenten
Deze machine is voorzien van twee op-
bergcompartimenten.
Opbergcompartiment A bevindt zich onder
het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-31.)
Opbergcompartiment B bevindt zich onder
het duozadel. (Zie pagina 3-31.)
LET OP
DCA23290
De IMU bevat geen on der delen die door
d e geb ruiker kunnen wor den on derhou-
d en en is zeer gevoeli g. Het wor dt daar-
om af gerad en om de beschermkap te
verwij deren, vreem de materialen bij de
IMU te plaatsen of de IMU rechtstreeks
te hanteren.
Verplaats de IMU niet en monteer
d eze niet op een an dere plaats.
Stel de IMU niet bloot aan krachti ge
schokken of vocht.
Sluit het ontluchtin gsg at van d e
IMU niet af en reini g het niet met
perslucht.
Als u documenten of andere voorwerpen in
een opbergcompartiment plaatst, doe deze
dan in een plastic zak zodat ze niet nat wor-
den. Zorg bij het wassen van het voertuig
dat geen water kan binnendringen in een
opbergcompartiment.
WAARSCHUWING
DWA14421
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 1 k g (2 l b) voor op ber g-
compartiment A niet.
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 3 k g (7 l b) voor op ber g-
compartiment B niet.
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 212 k g (467 l b) voor de
machine niet.
1. Opbergcompartiment A
1. Opbergcompartiment B
2. Beschermkap
3. Inertiële meeteenheid (IMU)
1
1
2
23
UB96D1D0.book Page 35 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 50 of 120
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-36
3
DAU39482
Accessoire box
De accessoirebox bevindt zich naast het in-
strumentenpaneel.
Om de accessoire box te openen
1. Steek de sleutel in het contactslot en draai deze naar “ON”.
2. Druk op de knop van de accessoire-
box en open dan het deksel.
3. Draai de sleutel naar “OFF” om de accu te sparen.
Om de accessoire box te sluiten
1. Klap het deksel van de accessoirebox
omlaag.
2. Neem de sleutel uit.
LET OP
DCA11802
Plaats geen hitte gevoeli ge voorwerpen
in de accessoireb ox. De accessoire box
kan heet wor den wanneer de motor
d raait of d e machine in d irect zonlicht is
g eplaatst.
WAARSCHUWING
DWA11422
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 0.3 k g (0.66 l b) voor de ac-
cessoire box niet.
Overschrij d het maximum gewicht
van 212 k g (467 l b) voor het voertui g
niet.
1. Deksel accessoirebox
2. Accessoirebox
3. Knop accessoirebox
1
23
UB96D1D0.book Page 36 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 51 of 120
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-37
3
DAU39612
Aanpassen van de koplamp-
hoo gte
De koplamp is voorzien van afstelknoppen
voor het hoger of lager richten van de licht-
bundels. Het aanpassen van de koplamp-
hoogte kan nodig zijn om het zicht te
verbeteren en om te voorkomen dat tegen-
liggers worden verblind wanneer het voer-
tuig zwaarder of minder zwaar beladen is
dan gebruikelijk. Houd u bij het afstellen
van de koplampen aan de plaatselijke wet-
en regelgeving.
Draai de knoppen in richting (a) om de kop-
lampen hoger te zetten. Draai de knoppen
in richting (b) om de koplampen lager te
zetten.
DAU39642
Stan d van het stuur
Het stuur kan in drie verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
1. Knop koplamphoogteverstelling
11
(b)(a)(b)(a)
1. Stuur
11
UB96D1D0.book Page 37 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 52 of 120

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-38
3
DAU54151
Openen en sluiten van de ventila-
tieopenin gen van de stroomlijn-
panelen
De ventilatieopeningen van de stroomlijn-
panelen kunnen 20 mm (0.79 in) worden
opengezet voor extra ventilatie al naar ge-
lang de rijomstandigheden.
Een ventilatieopenin g van een stroom-
lijnpaneel openzetten 1. Verwijder de drukclip.
2. Schuif het ventilatiepaneel van het stroomlijnpaneel naar voren om de
uitsteeksels uit de onderste uitsparin-
gen te haken en neem het paneel ver-
volgens weg.
3. Steek de uitsteeksels in de bovenste uitsparingen en schuif het paneel naar
achteren. 4. Breng de drukclip aan.
Een ventilatieopenin g van een stroom-
lijnpaneel sluiten 1. Verwijder de drukclip.
2. Schuif het ventilatiepaneel van het
stroomlijnpaneel naar voren om de
uitsteeksels uit de bovenste uitsparin-
gen te haken en neem het paneel ver-
volgens weg.
3. Steek de uitsteeksels in de onderste uitsparingen en schuif het paneel naar
achteren.
1. Gesloten stand
2. Geopende stand
1. Ventilatiepaneel stroomlijnpaneel
2. Onderste uitsparing
3. Drukclip
12
3
1
2
1. Uitsteeksel
2. Bovenste uitsparing
3. Drukclip
1. Ventilatiepaneel stroomlijnpaneel
2. Bovenste uitsparing
3. Drukclip
1
3
2
3
1
2
UB96D1D0.book Page 38 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 53 of 120
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-39
3
4. Breng de drukclip aan.
OPMERKING
Controleer voordat u gaat rijden of de ven-
tilatiepanelen van het stroomlijnpaneel
goed vastzitten.
DAU39672
Achteruitkijkspie gels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14372
Ver geet niet d e achteruitkijkspie gels in
hun oorspronkelijk stan d teru g te klap-
pen alvorens we g te rij den.
1. Uitsteeksel
2. Onderste uitsparing
3. Drukclip
13
2
1. Rijstand
2. Parkeerstand
2
2
1
2 2
1
UB96D1D0.book Page 39 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 54 of 120

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-40
3
DAU55425
Vering voor en achter afstellen
Dit model is uitgerust met een elektronisch
verstelbaar veringsysteem. De voorspan-
ning van de achterschokdemper en de
veerdemping van zowel de voorvork als de
achterschokdemper kunnen worden afge-
steld.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
Voorspanning
Wanneer u rijdt met bagage of een passa-
gier, gebruikt u de afstelfunctie voor de
voorspanning om het veringsysteem aan te
passen aan de belasting. Er zijn 4 voor-
spanningsinstellingen.
OPMERKING
De afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer
de motor draait.
Wanneer u de voorspanningsinstelling
wijzigt, worden ook de veerdempin-
gen van de voor- en achtervering
overeenkomstig aangepast. (Zie pagi-
na 3-42.)
Bediening bij koude temperaturen:
• Bij gebruik van de afstelfunctie voor de voorspanning mag er geen ge-
wicht rusten op de machine.
• Bij gebruik van de afstelfunctie voor de voorspanning bij omgevings-
temperaturen nabij of onder 0 °C
(32 °F) kan het waarschu-
wingslampje vering gaan branden.
• De vering werkt nog steeds nor-
maal, alleen kunt u de afstelfunctie
voor de voorspanning niet gebrui-
ken. • Om het waarschuwingslampje ve-
ring terug te stellen, wacht u onge-
veer 6 minuten en zet u vervolgens
het contactslot uit of zet u direct het
contactslot uit en wacht u vervol-
gens 6 minuten.
• Laat als het waarschuwingslampje vering blijft branden de machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
De voorspanning afstellen
1. Zet het contactslot aan, start de motor
en zet de versnellingsbak in de vrij-
stand.
2. Druk op de menuschakelaar om de
functieweergave te wisselen naar de
afstelfunctie voor de voorspanning.
1. Functieweergave
2. Afstelling voorspanning
3. Pictogram voorspanningsinstelling
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
GEAR
N
1
3
2
1
2
UB96D1D0.book Page 40 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 55 of 120

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-41
3
3. Gebruik de selectieschakelaar om het
pictogram van de gewenste voor-
spanningsinstelling te selecteren.
Selecteer uit de volgende 4 picto-
grammen de instelling die overeen-
komt met de beladingssituatie.
Tijdens het afstellen van de voorspan-
ning toont de informatieweergave een
groep punten die in een cirkel bewe-
gen. Wanneer het geselecteerde pic-
togram weer wordt weergegeven, is
het afstellen van de voorspanning vol-
tooid.
Tijdens het afstellen van de voorspanning
kan de informatieweergave als volgt wijzi-
gen. Als het contactslot wordt uitgezet of
de motor wordt gestopt terwijl de
voorspanning wordt ingesteld, gaat
het volgende pictogram voor de voor-
spanningsinstelling knipperen om u te waarschuwen dat de huidige voor-
spanningsinstelling niet overeenkomt
met het pictogram. Als dit gebeurt,
moet u de voorspanning opnieuw af-
stellen.
Als de machine gaat rijden, gaat het
volgende pictogram voor de voor-
spanningsinstelling knipperen om u te
waarschuwen dat de huidige voor-
spanningsinstelling niet overeenkomt
met het pictogram. Als dit gebeurt,
moet u de machine stoppen en de
voorspanning opnieuw afstellen.
Als u de voorspanning herhaaldelijk
afstelt, gaat het pictogram voor de
voorspanningsinstelling 4 maal knip-
peren en kunt u de voorspanning niet
afstellen. Wacht ongeveer 6 minuten
totdat de motor van de afstelfunctie
voor de voorspanning is afgekoeld en
probeer de voorspanning vervolgens
opnieuw af te stellen.
1. Alleen bestuurder
2. Bestuurder met bagage
3. Bestuurder met passagier
4. Bestuurder met passagier en bagage
12
34
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
1
HARD+3
GEAR
N
UB96D1D0.book Page 41 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM
Page 56 of 120

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-42
3Veerdempin g
Binnen elke voorspanningsinstelling zijn er
3 veerdempingsinstellingen: “HARD”
(hard), “STD” (standaard) en “SOFT”
(zacht). Wanneer u de voorspanningsinstel-
ling wijzigt, worden de veerdempingsinstel-
lingen overeenkomstig gewijzigd. (Het
elektronisch verstelbare veringsysteem
wordt automatisch aangepast aan de laatst
ingestelde veerdempingsinstellingen voor
die voorspanningsinstelling.) Als u de veer-
demping nauwkeurig wilt afstellen, kunt u
elke veerdempingsinstelling instellen op 7
verschillende niveaus.
OPMERKING
Als de voorspanningsinstelling niet juist is
voltooid:
De veerdempingsinstelling en het in-
stelniveau knipperen 4 maal en kun-
nen niet worden aangepast als u deze
probeert aan te passen terwijl de ma-
chine stilstaat.
Het pictogram voor de voorspan-
ningsinstelling knippert en de veer-
demping kan niet worden aangepast
als u deze probeert aan te passen ter-
wijl de machine rijdt.
Zorg dat de voorspanning juist is ingesteld
voordat u de veerdemping gaat afstellen.
De veerdemping en het niveau voor de
veerdempingsinstelling afstellen
1. Zet het contact aan.
2. Druk op de menuschakelaar om de functieweergave te wisselen naar de
afstelfunctie voor de veerdemping.
3. Gebruik de selectieschakelaar om “HARD”, “STD” of “SOFT” te selecte-
ren.
1. Veerdempingsinstelling
2. Niveau veerdempingsinstelling
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
N
HARD+3
2
11. Functieweergave
2. Afstelling veerdemping
GEAR
N
STD0
1
2
UB96D1D0.book Page 42 Thursday, July 6, 2017 4:43 PM