Page 49 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-16
6
DAU69760
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagag
e en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen. Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
1 persoon:
Voor:
150 kPa (1.50 kgf/cm2, 22 psi)
Achter:
150 kPa (1.50 kgf/cm2, 22 psi)
2 personen:
Voor:
160 kPa (1.60 kgf/cm2, 23 psi)
Achter:
170 kPa (1.70 kgf/cm2, 25 psi)
Maximale belasting*:
182 kg (401 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires 1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
12
U1GBD1D0.book Page 16 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 50 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-17
6
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het band-
oppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen.Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altijd voor- en achterbanden
van hetzelfde merk en type. Verschillen-
de banden kunnen het weggedrag van
de machine veranderen, wat kan leiden
tot een ongeval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voorband:
Maat:
120/70-13 53P
Fabrikant/model:
MICHELIN/POWER PURE SC
Achterband:
Maat:
130/60-13 53P
Fabrikant/model:
MICHELIN/POWER PURE SC
U1GBD1D0.book Page 17 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 51 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-18
6
DAUM2063
Vrije slag van voor- en achter-
remhendel controlerenVoor
Achter
De vrije slag van de remhendel dient 5.0–
12.0 mm (0.20–0.47 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag vande remhendel regelmatig en laat indien no-
dig een Yamaha-dealer het remsysteem
controleren.
WAARSCHUWING
DWA10642
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór gebruik van het voertuig
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22421
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groef om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver-
dwenen, vraag dan een Yamaha-dealer de
remblokken als set te vervangen.
1. Vrije slag voorremhendel
1. Vrije slag achterremhendel
1
ZAUM01071ZAUM0108
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
ZAUM0959
U1GBD1D0.book Page 18 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 52 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-19
6
DAU22501
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 1 mm (0.04 in), vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU22583
Het remvloeistofniveau controle-
renControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Controleer het rem-
vloeistofniveau met het reservoir rechtop.
Vul indien nodig remvloeistof bij.LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.VoorremAchterrem
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan dui-
den op versleten remblokken of lekka-
ge in het remsysteem. Controleer
daarom de remblokken op slijtage en
het remsysteem op lekkage.
Vraag als het remvloeistofniveau plot-
seling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens ver-
der te rijden.
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
1. Remvoeringdikte
1
ZAUM1076
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 41. Merkstreep minimumniveau
1
ZAUM1092
1. Merkstreep minimumniveau
1
ZAUM1093
U1GBD1D0.book Page 19 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 53 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
6
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit een
onaangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg d
at tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-
belvorming kan optreden.
DAUM1362
De remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
remslang eens in de vier jaar vervangen, of
zodra deze lek of beschadigd is.
DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de bewe-
ging van kabels. Vervang beschadigde
kabels zo snel mogelijk om onveilige
omstandigheden te voorkomen.
[DWA10712]
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U1GBD1D0.book Page 20 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 54 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-21
6
DAU49921
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU23173
Smeren van voor- en achterrem-
hendelsVoorremhendel
Achterremhendel
De scharnierpunten van de voor- en achter-
remhendels moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.ZAUM1094ZAUM0061
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
U1GBD1D0.book Page 21 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 55 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
6
DAU23193
Middenbok controleren en sme-
renDe werking van de middenbok moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de scharnierpunten en de metaal-op-
metaal contactvlakken moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA11302
Als de middenbok niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende
middenbok kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
1. Middenbok
1
ZAUM0455
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U1GBD1D0.book Page 22 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 56 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-23
6
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
ZAUM0932
ZAUM0297
U1GBD1D0.book Page 23 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM